zaterdag 7 juli 2007

Pa



 

Zijn zwarte haar is wit geworden. Ooit laadde hij een vrachtauto vol met zakken van 35 kilo. Zakken met antraciet, nootjes vier; hij schepte met gemak een wagon leeg. Nu tilt hij zwaar aan één zakje cement van 35 kilo. Verwondering daarover. Ooit sprong hij tussen zijn handen door op de vrachtwagen. Lenig, sportief.

De tijd is voorbij gegaan. Het lichaam is ouder geworden. Sommige dingen zijn veranderd, andere helemaal niet. Hij is minder lenig misschien, maar niet minder sportief. Ook nu nog meet hij zich graag met anderen. Hij zoekt de competitie, maar mijdt confrontaties. Hij speelt een spel in principe om te winnen. Of het nou gaat om jeu de boules, biljarten, vissen, of noten schieten. Niet dat hij niet tegen zijn verlies kan. Dat past niet als je sportief bent, vindt hij. Verliezen hoort bij het spel. Ook als je zelf liever wint.

Onveranderd is de zorgzaamheid: ons verwennen. Met een beschuit met aardbeien of een ontbijtje. Onveranderd ook het gevoel voor humor: grappen maken. Lachen, samen met mijn moeder. Maar nog liever met ons er allemaal bij. Lachen om de humor van zijn kinderen en kleinkinderen. Trots ook; trots op zijn kleinkinderen, zijn dochters, zijn vrouw. Helemaal op zijn plek in zijn dorp, in zijn huis, in zijn tuin.

Zwart haar, wit haar, jong, oud, mooie man; het maakt geen wezenlijk verschil. Het zijn niet de uiterlijkheden die mijn pa maken. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten