Een van de mooiste momenten van de
vakantie is het weer naar huis gaan. Voor mij in ieder geval wel. Ik vind het
heerlijk om weg te gaan. Ik verbeeld me dat ik dat ook nodig heb om alles los
te kunnen laten. Ik geniet van alles wat we onderweg zien en beleven. Ik geniet
van het samenzijn als gezin. Maar het zou niets voor mij zijn om eindeloos van
huis te zijn. Voor mij moet er ook weer een eind aan de vakantie komen. Dat
komt omdat ik wortel, ik hecht me aan thuis.
Vroeger wilde ik helemaal niet van
huis. Ik wilde gewoon thuis blijven, bij mijn vader en moeder. In de vakanties
vroegen tantes me altijd of ik ook nog eens kwam logeren. Ik vreesde die vraag
altijd. Het antwoord was altijd hetzelfde: nee. Ik vond het altijd een beetje
vervelend om te zeggen, want het betekende niet dat ik ze niet aardig vond. Ik
wou gewoon niet van huis.
Zo ben ik verschillende schoolreizen
met zonnebril op vertrokken. Ik zag er vreselijk tegenop, maar ik ging wel.
Later is het minder geworden. Toen zag ik ook de aardigheid van het wegzijn wel
in. Maar de drang naar huis is altijd gebleven. Tot op de dag van vandaag. De
regen van de laatste dagen heeft ons iets eerder dan gepland weer naar huis
gedreven. Want in Denemarken heb je wel fijne gemeenschapsruimtes om droog te
kunnen zitten, maar geen gemeenschapsruimte kan op tegen die van onszelf. Weer
thuis: heerlijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten