vrijdag 21 januari 2011

Een mindere dag


Na drie weken ben ik weer terug bij af. Stapje voor stapje ging het beter met de rugklachten de afgelopen drie weken. Onder het motto 'rust roest' pakte ik deze week dan ook al mijn sportactiviteiten weer op. Mijn zus keek me dinsdag op Zumba nog bedenkelijk aan toen ik enthousiast op de samba heen en weer sprong. Maar ik voelde me geweldig, dus ik lachte breed terug. Gisteren had ik een mindere dag, tenminste zo keek ik er toen tegenaan. Ondanks dat het een mindere dag was, ging ik gisteravond wel aquajoggen. Daar kan het tenslotte ook weer beter van worden. Vanmorgen leek gisteren echter met terugwerkende kracht helemaal niet zo'n slechte dag. Vandaag is een mindere dag. Ik kan helemaal geen druk zetten op mijn rechterbeen. Het resultaat is een soort hobbelloopje dat wel heel erg doet denken aan de manke tred van mijn oma. Ik hobbel vanmorgen vroeg door het huis, lig dan weer even gestrekt en zeg tegen E: "Ik ga nog even op de bank liggen en dan ga ik straks boodschappen halen." Ik ga altijd uit van een miraculeus herstel. "Ben je nou helemaal gek geworden?", zegt E. "Je snapt toch zelf ook wel dat dat zo niet gaat. Ik ga mee."

E. heeft gelijk, het gaat helemaal niet. Ik besluit de dokter direct maar even te bellen voor spierontspanners. Liever gebruik ik ze niet, maar zo af en toe zijn ze nodig. Dit is zo'n moment dat het nodig is. Om tien over acht hang ik al aan de telefoon. Het is druk en ik moet even wachten. Na een poosje wachten is er dan toch een assistente aan de telefoon. Het is een mij onbekende assistente. Toen de oude huisarts met pensioen ging, zijn er ook een aantal assisstentes verdwenen. Dus nu zijn het voornamelijk onbekenden met wie ik zaken doe, vooral ook omdat ik eigenlijk bijna nooit naar de huisarts ga. Ik vertel mijn verhaal aan de assistente en vraag of E. even een doosje spierontspanners kan halen van de apotheek. "Ik heb ze al eerder gehad", vertel ik. "Daar kunt u de receptenlijn voor bellen", zegt ze. Ik had er geen idee van dat er zoiets als een receptenlijn was. "Maar dan belt u te laat voor het weekend.", zegt ze. Ik spring bijna uit mijn vel. "Hoezo te laat? Het is tien over acht!" "Ja, dat moet een dag van tevoren.", zegt ze. Ja, zou het niet handig zijn als je ziekte ook even in kon plannen? "Maak maar een afspraak met de dokter dan", zeg ik. "Ik heb ze namelijk vandaag nodig." Ik ben absoluut niet van plan om op te hangen. "Wat is uw geboortedatum?" Ze kijkt toch maar even in mijn dossier. "Het is meer dan twee jaar geleden dat dat is voorgeschreven. Dat kan ik u niet zomaar verstrekken. Ik kan niets voor u doen.", zegt ze. "Hoe gaan we het dan doen?", vraag ik. Ze zal het met de dokter overleggen en ik mag om half twaalf terugbellen. Ze vindt me erg lastig, zoveel is wel duidelijk. Als ik de telefoon heb neergelegd, zit ik verbijsterd voor me uit te kijken. Naar de dokter bel je tenslotte voor hulp en hulpverlening leek in het woordenboek van deze assistente echt niet voor te komen. Ze behandelde me of ik haar maar een beetje van het werk hield, terwijl ze bezig was met haar werk!

Als ik om half twaalf terugbel, krijg ik een andere assistente aan de telefoon. E. kan de spierontspanners gaan halen. Ik heb besloten om direct maar aan te geven dat ik het heel vervelend heb gevonden, zoals ik te woord werd gestaan. "Dat komt denk ik omdat ze dacht dat het om een standaard herhalingsrecept ging", verontschuldigt ze haar collega. Ik begrijp het niet helemaal. "Ja, maar ik vroeg naar spierontspanners en het lijkt me toch niet dat dat zomaar op herhaling kan", zeg ik. "Jawel hoor, dat gebeurt heel veel", vertelt de andere assistente. Ik ben stomverbaasd. Gek genoeg werkt het dus niet in mijn voordeel dat ik spaarzaam medicijnen slik- ik moet gewoon doorslikken, dan kan ik ze zo ophalen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten