maandag 20 juni 2011

Een vervelend gevoel



's Woensdags ben ik vrij. Zo ook vorige week woensdag. Meestal is het huis E's domein, omdat hij zijn kantoor aan huis heeft. Dan is hij dus altijd degene die de deur opendoet. Deze keer deed ik het nietsvermoedend. Voor de deur staat een jongetje van een jaar of acht. Achter hem staat een vrouw met een wandelwagen. Zijn moeder, veronderstel ik. Het jongetje heeft een blad op zijn arm liggen alsof het een baby is. Een blik erop vertelt me dat het de Wachttoren is. Het zijn dus Jehova's getuigen.

Vol vuur begint het jongetje met zijn verhaal. "Wat vindt u van de armoede in de wereld?" Het is nogal een grote vraag voor zo'n klein jongetje. "Helemaal eerlijk is het niet he?", zeg ik. "Wat wilt u doen aan het oplossen van de armoede?" "We zouden alles een beetje beter kunnen verdelen", zeg ik – zonder het gesprek echt aan te willen gaan. En dan wil hij mij natuurlijk vertellen over zijn oplossing. Ik vind het vervelend om zo'n klein jongetje voor het hoofd te stoten, dus ik formuleer het voorzichtig. "Nou, ik denk dat ik wel ongeveer weet wat je me wilt vertellen. En ik vind het heel dapper van je dat je bij me langskomt om me jouw verhaal te vertellen, maar ik heb er nou eenmaal een andere kijk op, dus voor mij hoeft dat niet. Maar ik wens je veel succes." Hij doet een stap terug. Zijn moeder knikt me vriendelijk toe. Ik heb hem netjes afgehouden.

Ik heb er grote moeite mee dat kinderen op deze manier worden ingezet. Het is onder Jehova's getuigen een bekend fenomeen. Ze zetten die kinderen juist in, omdat je die niet te hard wilt aanpakken. Dat geeft je zelf een onaangenaam gevoel, want wie weet welke schade je aanricht bij zo'n kind. En zo wordt het verhaal je eigenlijk opgedrongen. En ook dat geeft je dan geen goed gevoel. Je bent namelijk opgevoed om mensen netjes te behandelen, maar ook om voor jezelf op te komen. Kortom: tenzij je er echt op zit te wachten, hou je aan zo'n bezoek van Jehova's getuigen eigenlijk altijd een vervelend gevoel over. Met het jongetje heb ik medelijden. Geen kind zou zoiets zelf bedenken. Het was vorige week bovendien pinkstervakantie en dat is toch geen vakantiebesteding voor een achtjarige?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten