Een week of twee geleden overleed onverwachts een
vriend die mijn ouders hun hele leven al kennen. Ze hadden niet heel veel
contact, maar wel een goed contact. Het was een onverwachte dood. Op de
begrafenis was er geen ruimte om nog even met elkaar te praten. Dus belde mijn
moeder later nog even. En dat was goed. Het gemis is natuurlijk groot.
Afschuwelijk, afgrijselijk waren de woorden die zijn vrouw heel eerlijk
gebruikte voor het verlies dat ze geleden had. Ze vertelde zich maar een half
mens te voelen. En dat is denk ik nog optimistisch uitgedrukt, want ik denk dat
je je feitelijk minder dan een half mens voelt: je andere helft is er niet meer
en jijzelf bent ook gebutst en gekneusd. Het verhaal raakt me. Je weet het
natuurlijk: in een harmonieuze relatie raak je zo op elkaar ingespeeld dat je
op den duur yin en yang wordt. De ruwe randjes die er aanvankelijk zijn
slijten, zodat je samen een perfecte cirkel vormt. Dat is heerlijk, beter kan
niet. Maar het maakt je ook heel kwetsbaar, want zonder die ene helft voel je
je incompleet.
Gisteravond las E. de NRC. "Hoe heette zij ook
alweer, waar je ook nog wel eens geweest bent na je studie?" Ik weet
onmiddellijk wie hij bedoelt. "Moet je eens kijken", zegt hij. Hij
toont me een rouwadvertentie van haar man. Jong nog, misschien een jaar ouder
dan wij. Met kinderen die misschien niet heel piepjong meer zijn, maar wel veel
te jong om hun vader te verliezen. En zij, ook beslist nog veel te jong om zich
nu al een half mens te moeten voelen.
Maar eigenlijk heeft het met leeftijd natuurlijk niet
zoveel te maken. Het gemis, het gevoel niet compleet te zijn na het overlijden
van je partner, is de wrede prijs van de liefde die iedere achterblijver
uiteindelijk moet betalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten