zondag 30 december 2012

'k Wil graag voldoen aan jouw verzoek...

Door de brand is er van alles verloren gegaan. Dat is iets waar je iedere dag wel even bij stilstaat. Het is geen drama, want het leven is mooi, maar het is wel spijtig. En sommige dingen zijn spijtiger dan andere dingen.

Je wordt op de meest onverwachte momenten met de dingen die je kwijt bent geconfronteerd. Zo had iemand laatst het versje dat haar opa in haar poëziealbum had geschreven op facebook geplaatst. Dat is dan zo'n moment dat ik denk: oh ja, die is er dus ook niet meer. En dan direct daarna: wat schreven mijn opa's en oma's eigenlijk in mijn poëziealbum? Weet ik dat nog?

Van mijn opa weet ik het nog uit mijn hoofd en dat zal ik ook nooit vergeten. Dat komt omdat die tekst diep in mijn genen zit ingebakken en naadloos aansluit bij de opvoeding die ik heb genoten. Het versje luidde:

Vraag niet wat een ander zegt
van je doen en laten.
Handel eerlijk en oprecht
en laat de rest maar praten.

Het versje van oma kan ik niet meer helemaal reproduceren. Het was geschreven met het besef dat ik dat vers ooit nog eens zou lezen als zij er niet meer zou zijn. Ik heb gezocht op het internet, maar de versie die oma schreef heb ik niet gevonden. Zoiets was het, maar ik denk dat er nog een aantal zinnen missen:   

k Wil graag voldoen aan je verzoek
om hier in je versjesboek
een vers voor jou te schrijven 

Al was het enkel hierom maar
dat jij dan na zoveel jaar
nog eens aan mij zult denken

Zou dat niet aardig zijn?

zaterdag 29 december 2012

Drie banken en twee statafels


Zo af en toe bespreken we de inrichting van ons nieuwe huis. "We moeten maar een extra bank nemen", zeg ik tegen E. Nu alle kinderen thuis zijn, komen we zitplaatsen - of eigenlijk ligplaatsen- tekort. Iedereen wil namelijk op de bank liggen. Onze zoon is graag op pad, maar als hij thuis is, dan eist hij een bank op. Omdat hij ruim twee meter lang is, blijft er op die bank dan heel weinig ruimte over. En dat is ook precies de bedoeling: hij wil die bank voor zichzelf. De stoelen die we van mijn zus kregen, bezorgen hem namelijk een 'houten ari'. "Ja, we hebben drie banken en twee statafels nodig", zegt hij. Hij licht het even toe: een bank voor hem natuurlijk en eentje voor E. en eentje voor mij. En die twee statafels zijn natuurlijk voor zijn zussen. Dikke pret.

vrijdag 28 december 2012

Kiezen: collegialiteit of smeerlapperij

Ik heb een mooi vak. Als je van de communicatie bent, kom je overal en hoor je van alles. Je spreekt met deskundigen van allerlei pluimage. Laatst sprak ik met iemand die schoonmaakcontroles uitvoert. In schoonmaken en allerlei tips en tricks op dat gebied ben ik toevallig erg geïnteresseerd. Dat noem je dan een win-win-situatie.

We hebben het over luchtverfrissers in het toilet. Vanuit schoonmaakoogpunt is dat namelijk niet wenselijk. Ik zeg nadrukkelijk: vanuit schoonmaakoogpunt, want vanuit ieder ander denkbaar oogpunt is het natuurlijk zeer wenselijk. De spuitbussen worden dan ook door het personeel zelf aangeschaft. Vanuit de organisatie worden geurappeltjes geplaatst. Maar die geurappeltjes zijn niet opgewassen tegen de indringende luchten die van tijd tot tijd in het toilet hangen. Vandaar die spuitbussen.

Waarom zijn die spuitbussen niet wenselijk? Ze laten een residu (wat een heerlijk woord voor iets smerigs!) achter op de tegels. Dat residu (als ik het nog eens kan gebruiken, doe ik het natuurlijk) wordt volstrekt willekeurig verspreid door de vernevelaar (nog zo'n fijn woord) en trekt vuil en stof aan. Ook in het ventilatiekanaal koekt dat residu (!!) aan, met als gevolg verstopping door stofophoping. En dat is dan weer ongezond. Omdat het ondoenlijk (lees onbetaalbaar) is om al die toiletten iedere keer van boven naar beneden te reinigen, moeten we eigenlijk iets verzinnen om het gebruik van spuitbussen te ontmoedigen. We zien ons dus geplaatst voor de keuze tussen collegialiteit en smeerlapperij: wel een spuitbus en een smerig toilet, of geen spuitbus en een stinkend toilet.

Thuis gebruiken we geen spuitbus, maar -zoals wij het noemen- een pufke (de Brise One Touch). Daar komt geen drijfgas bij kijken. Maar dat maakt niet uit, volgens collega. Het gaat om hetzelfde residu. Zo leer ik nog weer iets bij. Voor het werk zou ik om het gebruik van spuitbussen te ontmoedigen nog een poep-niet-op-het-werk-campagne kunnen voorstellen, maar ja, daar kom ik thuis niet mee weg.

woensdag 26 december 2012

Commando gaan

of niet
Eergisteren kochten we een nieuwe rok voor de oudste. En bij zo'n rok schaf je dan natuurlijk ook een paar panty's aan. Voor haar is een rok geen dagelijkse dracht en panty's al helemaal niet. Het aantrekken van de panty's was dan ook een fikse uitdaging die aan de rest van ons gezin niet ongemerkt is voorbijgegaan. Dat kan ik alleen maar onderschrijven: voor mij is het aantrekken van een panty ook altijd een worsteling, maar ik draag dat altijd in stilte. Dat krijg je als je benen hebt die net iets langer en net iets dikker dan gemiddeld zijn. Het is een fatale combinatie.

Maar goed, zo'n panty is voor haar dus geen alledaagse dracht. Tijdens het aantrekken was het haar niet opgevallen, maar als ze later op de dag van het toilet terugkomt zegt ze: "Er zit ook een kruisje in mijn panty." We zitten in het groter gezelschap van mijn familie, waar maar weinig zaken onbesproken blijven. De ontdekking van het kruisje is een prima gespreksonderwerp. Voor de meer geroutineerde pantydragers onder ons is de aanwezigheid van een kruisje in de panty helemaal geen verrassing. De opmerking die er op volgt is dat wel. "Dat is natuurlijk voor als je commando wilt gaan.", zegt ze. We kijken haar allemaal vragend aan, want deze militaire term is ons onbekend. "Dat is als je geen ondergoed draagt natuurlijk", zegt ze. Vervolgens ontspint zich een discussie over de functie van het kruisje in een panty, waarbij de oudste toch echt denkt dat het katoenen kruisje bedoeld is voor commando gaan, waarbij ik  de relatie tussen het kruisje en de anatomie van de vrouw nog even uit de doeken doe, mijn zus haar visie op het kruisje ventileert en mijn nicht pleit voor een legging. En dat allemaal tegelijk en door elkaar. Zo doen wij dat.

Vandaag gaan we weer 'op net', dus weer in de panty. Nog maar even kijken of we gewoon of  commando gaan. 

dinsdag 25 december 2012

Wies mit mien kirrel xxx

Zaterdagnacht zat ik nog tot 2.00 uur gebiologeerd te kijken naar het glazen huis. De oudste deed namelijk mee aan een roei-estafette voor Serious Request. Dat gebeurde op de ergometer in de buurt van de Oude Markt. Zij moest om half een 's nachts roeien. Een half uur maar liefst. Dat klinkt mij niet als een uitzonderlijk lange tijd in de oren, maar E. roeit in de sportschool wel eens een stukje op zo'n apparaat en die is na 10 minuten 'hartstikke dood', als je hem mag geloven.

"Zal ik even een sms'je naar Serious Request sturen om haar succes te wensen?", vraag ik aan E. We kijken allebei naar de niet-aflatende stroom sms'jes onderin beeld. Als ik de daad bij het woord heb gevoegd kijken we strak naar het scherm. Om 2.00 uur, ze is dan allang uitgeroeid, is het sms'je  nog niet in beeld geweest. Wel zijn er al honderden sms'jes gepasseerd: Een bier graag! Het bier is op! Ik hou van je Carina xxx, gewoon een boodschap en nog veel meer van dit soort onnozele berichtjes. Het valt op dat er veel liefdesbetuigingen voorbij komen. Blijkbaar is de behoefte om dat met heel Nederland te delen voor sommigen onweerstaanbaar. "Moet jij ook niet even een berichtje voor mij sms'en?", vraagt E. Dat heb ik toch maar niet gedaan: dan zouden we immers uren moeten waken om een berichtje voorbij te zien komen waarvan de inhoud voor geen van ons een verrassing zou zijn. Maar om toch enigszins tegemoet te komen aan E's hang naar publiekelijke erkenning, bij deze: Wies mit mien kirrel*. xxx.

E. ondertekent zijn mailtjes naar mij bij voorkeur met Dien kirrel of De kirrel. Voor wie geen Gronings kent: man/kerel.

maandag 24 december 2012

Een nieuwe look

De jongste wil in de voetsporen van haar vader treden. Ze wil grafisch ontwerper worden. "Ik zou wel een echte opdracht willen", verzucht ze. De tijd van gewoon een beetje aanknutselen heeft ze gehad, vindt ze. Graag gerichte opdrachten dus. En ze is vrij, dus ze heeft wel even tijd. "Nou, je zou een nieuwe header voor mijn blog kunnen maken", zeg ik. Dat is een opdracht die haar wel aanspreekt en ze gaat dan ook direct aan de slag.

Ze besluit een collage te maken van foto's die ze van me heeft gemaakt. Er moeten er nog een paar bijgeschoten worden. Voortvarend gaat ze aan de slag. "Ik zet er ook bij dat ik het gemaakt heb", zegt ze. Binnen een uur is het gepiept. Ik geef haar de vrije hand. "Ik ben er heel tevreden over", zegt ze. "En jij?" Ik ben ook heel tevreden.


donderdag 20 december 2012

Silent disco

Onze oudste woont tegenwoordig in Enschede. En daar gebeurt het op dit moment. Serious Request staat daar namelijk op de Oude Markt. De kroegen zijn er om de feestelijkheden te verhogen nu 24 uur per dag open, vertelt ze tijdens een skypesessie. Iemand die ze kende had gistermorgen om 8 uur een biertje gehaald. Gewoon omdat het kan. Ze vertelt erover als we gisteravond even skypen. Vandaag gaat ze naar een Silent Disco. Nou ben ik zelf van de tijd van de disco, maar het fenomeen silent disco is nieuw voor me. Ik begrijp het niet direct, want volgens mij is disco alles behalve silent. Disco is van het bewegen op de dreun. "Dan krijg je allemaal een koptelefoon met je eigen muziek op", zegt ze. Dat zal er toch wel even anders uitzien dan de disco die ik ken. Het hoogtepunt van de avond was dan wel dat iedereen op een rij stond te dansen, prehistorisch line dansen zeg maar.

Een favoriet van me (met een vleugje galgenhumor):

woensdag 19 december 2012

Een geval van huiselijk geweld

Je zou zeggen dat de tijd van de pukkels ver achter me ligt. Ik zou in de periode van de grote droogte en de genadeloze zwaartekracht moeten zitten. Maar goed, zelfs de laatste overtollige huidvetten weten zich bij mij nog op te hopen in een pukkel. Niet dat zo'n pukkel een schijn van kans heeft bij mij. Geen mededogen voor een pukkel. Ik ben niet van het type dat rustig gaat zitten wachten tot het geval is uitgedroogd. Grof geweld wordt er gebruikt!

Dus toen ik dit weekend een pukkel ontwaarde vlak onder mijn wenkbrauw, was hij gezien. Het was even gevoelig, maar onder druk gaf de pukkel de geest. Omdat de huid onder de wenkbrauw dun is, kwam ik toch wel enigszins getekend uit de strijd. Op zondag nam het de vorm aan van een schaafwondje. Als ik me maandagmorgen afdroog na mijn ochtenddouche, hangt er een velletje aan het schaafwondje. Ik kan natuurlijk niet met hangende vellen naar het werk gaan, dus met een ferme ruk trek ik het velletje eraf. Kleinzerig ben ik namelijk niet. Het levert een heftig bloedende plek op. In een voetbalwedstrijd zou ik onmiddellijk naar de kant zijn gehaald. Maar ik druk er een tissue op, alsof het een scheerwondje is, en zowaar: het bloeden stelpt, maar het oog is wel gezwollen. En dat neemt in de loop van de dag nog een beetje toe. Heldhaftige pogingen tot camouflage stranden kansloos. Dat blijkt wel als collega 's middags vraagt: "Wat is er met je oog?" Als ik het uitleg, zegt ze: "Ik dacht al: gevalletje van huiselijk geweld." Maar niet heus natuurlijk. We lachen er smakelijk om.

maandag 17 december 2012

Hoera een meisje!

Even verderop in de straat is een baby geboren. Dat weet ik omdat er een enorme ooievaar in de tuin staat. Het is een meisje geworden. Dat weet ik dan weer, omdat er roze vlaggetjes hangen met daarop Hoera een meisje!. Toevallig 'ken' ik de kersverse moeder ook nog. Ze deed voor ze zwanger werd aan zumba, net als ik.

Het is een mooie tijd om een kind te krijgen. Dat weet ik uit eigen ervaring. In deze tijd werden namelijk ook onze oudste twee geboren. Onze zoon werd 3 december alweer 18 jaar geleden geboren en voor onze oudste is het vandaag 20 jaar geleden. Het moment dat je moeder wordt is een groots moment. Daarna ben je behalve vrouw ook voor altijd een moeder. Het is allesomvattend en onomkeerbaar.

Dat is iets waar je je amper op kunt voorbereiden, maar je doet wat. Zo ging ik naar zwangerschapsgym. Daar stapte je dan als het ware de wereld van het moederschap binnen. Ik had een zeker ontzag voor de vrouwen met ervaring. Op zwangerschapsgym probeerde de mevrouw die de lessen gaf ons zo goed mogelijk voor te bereiden. Natuurlijk op de bevalling zelf, maar ook op het moederschap. Ik maakte er ook kennis met een volstrekt nieuw vocabulaire. Zo sprak de zwangerschapsgymmevrouw altijd over het moederlichaam. Dat klonk niet alsof ze het over mijn lichaam had, maar toch: mijn lichaam heeft haar werk gedaan en het moederen is me vervolgens niet erg moeilijk gemaakt. Ik heb gemakkelijke kinderen.

vrijdag 14 december 2012

Seks begint met lullen

"Dit ga jij echt geweldig vinden, mam." Het is het eerste wat ze zegt als ze deze week op een middag uit school komt. Praktisch zonder pauze vervolgt ze: "We zijn bezig met de voortplanting bij bio." Volgens mijn kinderen heb ik me te enthousiast en te grondig op de seksuele voorlichting gestort. "En heb je nog iets nieuws geleerd?", vraag ik. "Nee, wat denk je?", zegt ze. Meestal lichtte ik voor aan tafel. Voordeel: iedereen is erbij en je mag niet van tafel lopen. Ik heb nou eenmaal graag dat mijn kinderen goed voorgelicht zijn als de tijd daar is. Seks begint met lullen. De oudste gaf me ooit een kaart met die tekst erop. Alhoewel de boodschap anders was bedoeld, was het volgens haar ook perfect van toepassing op mijn voorlichtingssessies.

De anatomie van de geslachtsorganen kent dus niet veel geheimen voor mijn nageslacht. Blijkbaar heb ik niet veel onbesproken gelaten. Zelfs het woord perineum is ooit eens voorbij gekomen tijdens een van de sessies, zo schijnt. Ik zal hier niet verder op de betreffende details ingaan.

Ik denk altijd dat ik de details goed gedoseerd en op het juiste moment heb gebracht. En daarover verschillen we dan wel eens van mening. "Perineum?", zegt onze zoon, "dat wist ik al voor ik kon lopen". Voor een heel kort moment ben ik sprakeloos, maar ik herpak me snel: "Je kon al lopen toen je 9 maanden was", zeg ik tegen hem. "Nou, dat bedoel ik.", zegt hij.

donderdag 13 december 2012

Geweldig genoten

Wat is het openbaar vervoer toch heerlijk. Ik zeg dit zonder enige vorm van cynisme. Natuurlijk ben ik blij dat ik er niet dagelijks van afhankelijk ben, maar voor een keertje is het toch een groot feest. Vandaag moest ik voor het werk naar Winschoten. Ik kon niet over onze auto beschikken, dus ging ik met de trein. E. zette me af op het station en daar begon het feest. Ik stond nog maar net op het perron of er werd omgeroepen dat de trein vijf minuten vertraging had. En dat terwijl de treinreis van Groningen naar Hoogezand niet veel meer dan 10 minuten in beslag neemt.Gelukkig stond ik niet alleen op het perron, maar had ik gezelschap van twee jongens die onbekommerd hun wereldbeeld met de rest van de wachtenden deelden naar aanleiding van een poster. Het portret van een peuter op de poster moet mensen stimuleren om gebruik te maken van de treinlijn van Groningen naar Leer. De peuter is een schattig jongetje met blond haar en blauwe ogen. De jongens hebben het niet op Duitsers. "Dat vind'n ze natuurlijk n echte Ariër", zegt de een. Dan volgt een verhandeling dat alle jongens met blond haar en blauwe ogen die zij kennen -er worden zelfs namen genoemd- toevallig mietjes zijn. "Die kunn'n nog geen waap'n vasthoud'n", aldus een van de jongens. Kijk dat had ik toch maar weer gemist als ik gewoon in de auto was gestapt.

De treinreis naar Winschoten verliep verder voorspoedig. Alleen, eenmaal aangekomen in Winschoten gingen de deuren van de trein niet open. Dus de hele coupé schuifelend naar voren om de trein via de volgende deur te verlaten, maar dat ging ook niet. En zo stonden we daar dan, in een patstelling, gescheiden door een deur. De  groep die de trein graag wil verlaten en aan de andere kant van de deur de reizigers die graag willen instappen. Uiteindelijk doet de machinist iets waardoor het lukt om de deuren een voor een te openen.

Dan moet ik nog lopend naar de plek van bestemming. Volgens de routeplanner zou ik er in 16 minuten heen kunnen wandelen. En dat klopt ook wel. Gelukkig maar, want ik had een veilige marge gekozen: 34 minuten voor aanvang van de vergadering zou ik op het station arriveren. Maar aan het eind van de rit waren daar 14 minuten van verdampt. 20 minuten heb ik dan nog om op de plek van bestemming te komen. En dat lukt! Ik had het voor geen goud willen missen, ik heb geweldig genoten.

woensdag 12 december 2012

Our lamps make the sun jealous

Ik surf een beetje op internet om te kijken naar spullen die we voor ons nieuwe huis zouden kunnen kopen. Iets waar ik ook veel waarde aan hecht is een goed verlichtingsplan. Vroeger wist ik niet dat je daar een plan voor moest hebben. Toen zette ik gewoon lampen neer, draaide peertjes in en rotzooide maar wat aan met het licht. Tot ik dus ergens las dat je een verlichtingsplan moet hebben. Sindsdien ga ik er niet meer zo lichtzinnig mee om. In ons vorige huis hadden we een uitgebalanceerde mix van gericht licht en sfeerverlichting.

Hier wil dat nog niet zo lukken. Met de sfeerverlichting zit het wel snor, maar het gerichte licht is onder de maat. Bovendien deden we een ongelukkige aankoop met een aantal sudderspaarlampen die pas na een flinke tijd opwarmen ook daadwerkelijk licht geven. Nou zitten we hier tijdelijk, dus daar wil ik niet te moeilijk over doen, maar in ons nieuwe huis moet het weer dik in orde zijn. Dus kijk ik zo een beetje rond op internet. Ik vind het nog niet zo gemakkelijk om verlichting te vinden die bij mij in de smaak valt. En dan ben ik nog niet eens in het stadium beland dat ik het aan E. laat zien. Dus nee, ik heb nog niet echt iets gevonden. De lamp van mijn dromen vond ik er niet, maar ik kwam wel een lampenwinkel tegen met een leuke slogan:  Our lamps make the sun jealous.


Ik hoef me nog niet direct druk maken over de verlichting, maar vandaag kwam het dak op ons nieuwe huis!

dinsdag 11 december 2012

De moeder van Sissi

De jongste heeft volgende week een toets Duits over alle leerstof die ze in het eerste leerjaar heeft gehad. Iedere avond overhoor ik haar drie bladzijden. Ik vind het heerlijk om Duits te overhoren. Vooral als ik zelf Duits mag praten. Ik heb een repertoire variërend van Duitse krimi's, Freddy Quinn tot de moeder van Sissi. Als ze een woord niet kent, dan bouw ik er een kleine conference omheen om ervoor te zorgen dat ze het onthoudt. Als ze niet meer weet wat 'bald' betekent, dan zing ik even een stukje Freddy Quinn: Junge komm bald wieder. Mijn opa had vroeger een plaat van Freddy Quinn, dus dat zit er goed ingebakken. Zelf geniet ik meer van het conferencedeel dan de jongste. Ze doet haar uiterste best om het goed te doen en hoopt zo te voorkomen dat ik uitbarst als de moeder van Sissi - dan probeer ik Duits met een Oostenrijks accent te praten. Vanavond is de moeder van Sissi namelijk mijn favoriet. "Het duurt wel lang", zegt ze op een gegeven moment. "Ja we doen een extra pagina vanavond omdat het zo lekker gaat", zeg ik. Waarop E. zegt: "Was eine Mutti aus der Hölle!"

Duitse inspiratiebronnen:




zondag 9 december 2012

Logistiek van huis en leven

Het huis waarin je woont, de spullen die je hebt, beïnvloeden de manier waarop je leeft. Voor de brand had ik geen idee hoe ver dat gaat. Om een voorbeeld te nemen: in ons vorige huis waste ik 's nachts. Onze bijkeuken, door ons bij voorkeur het washok genoemd, was beneden. 's Avonds voordat ik naar bed ging (het bed stond boven), kwam ik langs het washok. Dat was een heel natuurlijk moment om de wasmachine aan te zetten. 's Morgens was de was gedraaid en dan kon het zo de droger in of het rik op. Nu staan de wasmachine en de droger op zolder. E. en ik slapen nu, gescheiden door een gordijn, in het washok. Alleen noemen we dat nu de wasserette. Dat klinkt dan weer iets beter. We gaan nog net niet zover dat we onze wasserette Het Wasmandje noemen, zoals de Belgische wasserette om de hoek bij de dochter van boezemvriendin.

De wasmachine draait nu dus niet meer 's nachts. 's Morgens voor ik een verdieping afzak om te gaan douchen, laad ik de wasmachine in. Die gaat dan aan. En als ik 's middags thuiskom, dan moet ik er aan denken om de was in de droger te stoppen of anders op te hangen aan de rand van het dakraam. Dat is mijn alternatieve rik. Vaak denk ik er 's middags niet aan, want dan ben ik meer gefocust op eten koken (niet dat ik hier de indruk wil wekken dat dat voor mij een tijdrovende klus is). Ik denk er vaak pas aan op het moment dat ik naar bed ga. En dan draai ik de droger dus niet.

's Weekends is nog weer een ander verhaal. In ons vorige huis stond ik op, ging ik me douchen en dan maakte ik direct de was aan kant. Ik was dan al van bovenverdieping afgedaald naar de benedenverdieping. Met het van boven naar beneden gaan was de dag begonnen. Met de was kun je zomaar een uur bezig zijn: de droger uitruimen, inladen, de wasmachine uitladen en inladen. De was vouwen en voor iedereen sorteren, het strijkgoed strijken. Nu doe ik al die handelingen voor ik naar beneden ga, nog voor ik me ga douchen. Dat voelt toch heel anders. Voor ik beneden kom, ben ik dan allang bezig, zonder het gevoel te hebben dat de dag echt is begonnen.

Ik zou het natuurlijk net zo kunnen doen als in ons oude huis, maar dat is niet logisch. Dan is het geen vloeiende opeenvolging van handelingen meer. Zo dicteert een huis en de indeling van een huis toch ook je leven. Het is dus belangrijk dat de logistiek van je huis bij de logistiek van je leven past. Dat had ik me nooit zo gerealiseerd.    

zaterdag 8 december 2012

Mannen in de aanbieding

Ik luister graag muziek via spotify. "Ik krijg steeds vrijgezelle mannen van mijn leeftijd aangeboden op spotify", zeg ik tegen E. "Dat komt omdat je op facebook zit", zegt E. "Dan weten ze alles van je." Nou ja, niet alles, want E. wil niets met facebook te maken hebben. Dus heb ik op zijn verzoek niet vermeld dat ik met hem ben. Ook al heb ik wel stiekem een fotootje van hem tussen mijn favorieten gemoffeld. Liefst zou ik natuurlijk een heel album van hem op facebook zetten. Maar goed, ik respecteer zijn wensen- tot op zekere hoogte.

En nou net omdat ik E. niet vermeld heb als mijn langjarige en zeer gewaardeerde partner, krijg ik al die mannen aangeboden. Of bieden mannen zich aan, want in de cyberspace ben ik een ongebonden vrouw. Ik kreeg al eerder internationale aanbiedingen van mannen die me rechtstreeks benaderen op facebook. Puur op basis van mijn fotootje weten ze namelijk dat ik reuzecharmant en echt relatiemateriaal ben. Maar dat zijn mannen die facebook gebruiken om te daten.

De mannen die op spotify voorbij komen hebben zich ingeschreven bij Lexa.nl. Het is reclame. En het blijft maar doorgaan. Ik moet mijn uiterste best doen om er niet even op te klikken, gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik hou me in, want als ik klik, dan zijn de rapen natuurlijk helemaal gaar. Dan zouden de gewillige vrijgezellen uit de omgeving me om de oren vliegen. "Neem nou Diederik bijvoorbeeld", zeg ik tegen E. "Die lijkt op George Clooney." Alleen heeft Diederik, anders dan George, een getrimd baardje. Niet echt mijn ding. En hij heeft ook wel een obsceen dichte haarinplant. Zou dat wel echt zijn? Heeft een echte kerel in mijn leeftijdscategorie niet een licht wijkende haargrens? Het is duidelijk dat E. voor mij de norm is. Dan is er verder Robert. Die lijkt me veel jonger en bovendien een beetje angstig. Hij kijkt als een in het licht gevangen konijn in de camera. Er is niets voor mij bij. Maar goed, dat hoeft ook niet, want ook al vind je er op facebook geen directe sporen van, in real life ben ik geen ongebonden vrouw.

Wat ik luister op spotify? Dit is nu mijn favoriet: Passenger, Let her go.

  

vrijdag 7 december 2012

Missie herstel

De afgelopen week was ik ziek. Aanvankelijk leek het een gewone verkoudheid, maar in plaats van beter voelde ik me iedere dag slechter. Tot vandaag dan. Ik kan nog niet zeggen dat ik beter ben, maar het gaat voor het eerst beter. Wat doe je dan als je je niet goed voelt? Beetje lezen, stomen, veel slapen, stomen, beetje tv kijken, stomen en veel hangen en stomen natuurlijk. Het zijn doelloze dagen. Niet dat ik geen doel heb: ik wil weer beter worden. Meestal is het doel om in mijn vrije tijd ziek te zijn, zodat ik gewoon weer aan het werk kan. Dat is zolang ik me kan herinneren al zo geweest. Ik word ziek in het weekend en in de vakanties. Ik wil namelijk niets missen. Zo ging het al toen ik op school zat en zo gaat het nog steeds. Op een enkele uitzondering na. Zoals nu dus.

Vorige week vrijdagmiddag kwam ik redelijk beroerd terug van het werk. En eigenlijk voelde ik me donderdag ook al geradbraakt. En woensdag was ook al geen topdag. Maar ik kon het nog net redden tot het weekend. Vrijdag was het thuis tijd voor overgave. En ook zaterdag en zondag heb ik me de hele dag overgegeven aan de ziekte met het goede doel voor ogen: maandag weer aan het werk. In de loop van de zondag moest ik het echter onder ogen zien: dat zat er echt niet in. "Daar baal ik van", zeg ik tegen E. "Ik stevende weer af op geen ziektedagen in 2012." Maandagmorgen bel ik de baas om te zeggen dat ik die dag niet kom: "Morgen misschien weer", hijg ik in de telefoon. Maar in de loop van de maandag wordt het duidelijk dat dat ook een te ambitieus plan is. Ik voel me bijzonder beroerd. Dus dinsdag geef ik me dan ook maar gewonnen. Ik stuur nog wat mails uit van zaken die niet langer kunnen blijven liggen en dan leg ik me er maar weer bij neer, letterlijk en figuurlijk. Woensdag is mijn vrije dag. Dat geeft me weer een dag respijt: even ziek zijn in eigen tijd en dan zal ik donderdag toch zeker wel weer aan het werk kunnen? Als ik woensdagmorgen wakker word, heb ik een dik en pijnlijk oog. Dit gaat zeker nog niet met sprongen vooruit. Alle bacteriën die mij anders niet raken springen er bovenop nu ik in verzwakte toestand ben. Ontstoken ogen, opstandige darmbacteriën, noem maar op.

Het rode oog zwelt aan op donderdag. Vanmorgen zegt E.: "Volgens mij is het nog dikker dan gisteren". Daar knap je niet van op. Toch zijn er ook opstekers: gisteravond voelde ik me toch weer wat meer mezelf. En vandaag? Ik voel me nog niet top, maar ik heb nog twee dagen om naar mijn doel toe te werken: maandag weer aan het werk. (En wat natuurlijk helpt: net even bij de bouw geweest. De kozijnen zijn geplaatst!)

vrijdag 30 november 2012

Verwen jezelf

Je moet jezelf in het leven zoveel mogelijk verwennen. Daar ben ik van overtuigd. Is er een doel in het leven? Zeker: vier het, maak het zo aangenaam mogelijk. Haal eruit wat erin zit, zonder dat je jezelf voorbijrent. Maak er geen doel op zich van. Dobber en geniet.

Ieder doet dat op zijn eigen manier. Na de brand was het hier in huis behoorlijk kaal. Maar dat duurde natuurlijk niet lang. Allereerst scoorden de jongste en ik een schitterend fietskarton bij de Halfords. Later kocht ik een kaartenrek. Aanvankelijk zag ik een joekel van een kaartenmolen in een dumpzaak. Jammer genoeg was die niet te koop. Daar wilden ze zelf kaarten in uitstallen. Dus zette ik mijn zoektocht op internet voort. Met resultaat! Ik kocht twee rekken voor aan de muur. Eentje voor staande kaarten en eentje voor liggende kaarten. En die rekken maken me iedere dag weer blij. Het is een constant veranderend kunstwerk. Ik stop er de kaarten in die we toegestuurd krijgen, die we zelf meenemen (van bijvoorbeeld vakantiebestemmingen of uitstapjes) of die ik opsnor. En ik schrijf er korte tekstjes achterop. 

Het mooie van de kaartenrekken is dat ik er steeds weer blij van word. Een nieuwe ansichtkaart kan het hele rek een ander aanzien geven. Deze week zat ik met de oudste te skypen. Ik hang op de bank en zij ziet het kaartenrek achter me. "Wat is dat voor een kaart?", zegt ze. "Die kocht ik bij de kringloop vandaag", zeg ik. Het is een ansicht uit de seventies. Uit al die kaarten pikte zij deze er zo uit. Maar hij is dan ook fantastisch. 

donderdag 29 november 2012

Te erg

Soms ben je gewoon uitgepraat. Dan heb je echt niets meer te zeggen. Dat had ik vandaag even. Op het werk hoorde ik vorige week van de ziekte van een jonge collega. Hij is geen naaste collega, niet iemand die mij na staat, maar wel iemand uit mijn naaste omgeving. Hij ging vorige week met pijn naar de huisarts. Die pijn was niet wat hij of de huisarts had gedacht. Het bleek leverkanker te zijn. Leverkanker is er in veel verschillende soorten. We speculeerden over verschillende scenario's. Deze week bleek het om uitgezaaide leverkanker te gaan. Verschrikkelijk vonden we het allemaal: dat hij geen toekomst meer had en nu al afscheid van het leven moest gaan nemen. Hoe doe je zoiets als je nog in de bloei van je leven bent? Dat is toch amper te bevatten? Vandaag blijkt dat zelfs dat afscheid hem niet is gegund. Hij is in een coma geraakt en het eind is nu al bijna daar. Het is te erg. Ik heb er geen woorden voor. 

dinsdag 27 november 2012

Verhuisbewegingen op het werk

Ik werk al jaren in hetzelfde gebouw. Ooit was ik degene die het vaakst verhuisde in het gebouw. Ik heb werkelijk iedere uithoek gezien: de afmetingen varieerden van een veredelde meterkast tot een riante ruimte. Ik herkende de schijnbewegingen die voorafgingen aan een verhuizing op den duur feilloos. Erg subtiel gebeurde dat ook niet. Meestal kwam er iemand met een centimeterband de kamer binnenlopen en dan wist ik wel weer hoe laat het was. Dat was meestal het eerste signaal. Dan was er iemand die vond dat (meestal) hij meer aanspraak kon maken op de vierkante meters. Ik had er niet zoveel problemen mee en ik deed er ook niet moeilijk over. Geen enkele kamer in het gebouw is immers van mij. Ik merkte wel dat mensen die moeilijker deden over een verhuizing ook minder vaak hoefden te verhuizen.

Het herschikken van mensen is een doorlopend proces. Het stopt nooit. De organisatie verandert voortdurend en ook het beeld van hoe mensen moeten samenwerken verandert steeds. Ook nu weer is een verhuisbeweging gaande in het gebouw waar ik werk. Vorig jaar verhuisden boezemvriendin en ik nog. We schoven een kamer op. Deze keer mogen wij blijven zitten. Tenminste, daar lijkt het op. Nu zijn het collega's van ons die gaan verhuizen. Zelf waren ze de laatste betrokkenen die ervan hoorden. Niet doordat iemand met een centimeterband binnenkwam. Nee, dat is anno 2012 veranderd. Onveranderd is het gebrek aan subtiliteit: zij hoorden het doordat iemand al telefonerend de ruimte kwam inspecteren.

vrijdag 23 november 2012

Wie wil nou niet zo'n broek?

Wie wil nou niet zo'n broek?
Gisteren haalde ik boodschappen bij de Jumbo. Het was al half schemerig. Zo gaat dat: voor je er erg in hebt is het donker. Ik laad de boodschappen net in als ik iemand in een lichtgevende broek voorbij zie komen. De broek is fel lichtgevend oranje met reflecterende strepen erop. Het ziet er -zonder gekheid- te gek uit. Stoer! Ik moet direct aan E. denken. Hoe goed zou hem zo'n reflecterende broek staan!

"Ik zag een man met een reflecterende broek", zeg ik tegen E. "Echt te gek." "Ik hoef geen reflecterende broek voor Sinterklaas", zegt E. "En ook geen verlichte riem of koplamp." Ieder initiatief van mij in die richting wordt hardhandig de kop ingedrukt. Op zijn verlanglijstje voor Sinterklaas zette E. wel een reflecterend hesje. Die draagt hij als hij in het donker gaat hardlopen. In ons oude huis had ik hem van nog veel meer lichtgevende en reflecterende materialen voorzien. Ik ben daar namelijk dol op en ik heb bovendien graag dat E. goed verlicht op pad gaat.

Zo heb ik hem ooit een prachtige riem gegeven met verlichting erin. De verlichting was aangebracht op de randen en draaide als het ware om zijn middel. Ook had ik hem een keer een koplamp gekocht, zo eentje voor op het hoofd. Maar met die materialen heeft E. zich hier nooit buiten de deur begeven. De koplamp is ooit nog een keer door hem gebruikt bij het kamperen (toen het niet voor het hardlopen werd gebruikt, stopte ik het bij onze kampeeruitrusting. Dat leek me bijzonder handig en ik had gelijk!). Maar dat was ver genoeg over de grens om niet door bekenden te worden gesignaleerd. Het was in Polen, vlakbij de Oost-Duitse grens. We hadden noodweer: het waaide zo hard dat de haringen los werden getrokken. Gelukkig lag ik nog in de tent om 'm aan de grond te houden. Toen kwam die koplamp toch maar mooi van pas!

Het is eeuwig zonde dat hij niet zo'n mooie reflecterende broek aan wil. Hij is ervoor geschapen.

donderdag 22 november 2012

Diefstal op de bouw

Ik dacht dat ik nergens meer aan gehecht was. Dat wil zeggen: niet meer aan spullen. Maar zo is het niet. Tenminste niet helemaal. Dinsdag belt de aannemer ons om te melden dat er gestolen is op de bouw. Er zijn haspels meegenomen, hoogstwaarschijnlijk waren de dieven geïnteresseerd in koper. De schrik slaat mij direct om het hart: "Toch niet ons gietijzeren raampje?", vraag ik. Als ze zo geïnteresseerd zijn in koper, dan zal een gietijzeren raam met dat gewicht ook wel aantrekkelijk zijn. Het raampje zat achter in onze schuur en het is de bedoeling dat het wordt ingemetseld in de muur tussen de hal en de keuken. Dat raampje is ons troostraampje. Het is het enige wat we gaan hergebruiken uit het oude huis. Eerst zou ook onze voordeur weer worden gebruikt, maar dat past eigenlijk niet. Dus blijft het bij het raampje. "Nee hoor", sust de aannemer. "Het staat in de hal."

Maar als E. het even later wil halen voor de glazenier, is er geen spoor van een raampje. We vrezen met grote vreze. De schrik slaat me om het hart, ik heb een steen in mijn maag: dat raampje moet er eigenlijk in. Ik kijk op Marktplaats om te zien of het raampje te koop wordt aangeboden. "Je kunt morgen beter even langs de sloper gaan", zegt onze zoon. "Want daar komt het natuurlijk terecht." We geven ons troostraampje natuurlijk niet zomaar op.

De volgende dag hebben we nog even weer contact met de aannemer. Hij weet zeker dat hij het raampje na de diefstal nog heeft gezien. En inderdaad: ons troostraampje was niet gestolen, maar verplaatst. Hij stond veilig in de keet. Gelukkig maar.

maandag 19 november 2012

De cameltoe

"Trek je broek eens op", zegt de een tegen de ander. Ze draagt een tregging die een klein beetje te wijd is -voor zover een tregging te wijd kan zijn dan. Dat is niet de eerste keer dat ze dat die dag te horen krijgt, dus hijst ze demonstratief haar broek op tot hij bijna onder haar oksels zit en draait zich dan om. "Cameltoe", zegt de een. E. en ik kijken haar niet-begrijpend aan. Ze kijkt veelbetekenend naar het kruis van de ander. En dan snappen we het. "Het staat zelfs in Wikipedia!", zegt ze. En daar vind ik de volgende omschrijving: Cameltoe (letterlijk: kamelenteen, Nederlands ook wel: "lipleesbroek") is een term die gebruikt wordt om aan te geven dat kleding zodanig strak om de schaamstreek van een vrouw zit dat de kleding zich tussen de schaamlippen wringt. Een cameltoe ziet er schematisch uit als \|/, wat enigszins lijkt op de vorm van een kamelenteen. De cameltoe is het best zichtbaar wanneer een vrouw slechts één kledingstuk over haar schaamstreek draagt, bijvoorbeeld een bikini, sportbroek, stretchbroek, legging of een erg strakke spijkerbroek en is uiteraard het meest uitgesproken bij een geschoren schaamstreek. Kijk, dat van die lipleesbroek dat wist ik dan weer wel.

Deze foto werd op Wikipedia gebruikt om het fenomeen te illustreren.

zondag 18 november 2012

Shit happens

In de stapel tijdschriften die ik nog niet had gelezen kom ik ook een Quest tegen. Niet mijn favoriet, maar soms staan er wel leuke dingen in. Nu word ik geraakt door een citaat dat eruit springt: Sommigen vinden het geen prettig idee dat iets zonder reden kan gebeuren. Het is een artikel in de categorie Psychologie en het gaat over complottheorieën. De strekking van het verhaal is: mensen denken liever dat ergens een complot achter zit dan dat ze geloven dat dingen zomaar gebeuren. In het citaat wordt dat dan Sommigen vinden het geen prettig idee...

Ik denk dat bijna iedereen dat heeft. Zelf heb ik het ook. Toen ons huis afbrandde, was een veelgestelde vraag: Weten jullie ook al hoe het is ontstaan? Veel mensen dachten: een oud huis, dus hoogstwaarschijnlijk ook oude bedrading. De gedachte die daar direct achteraan komt is dan: onze bedrading is niet oud, dus het kan ons niet gebeuren. De gedachte dat zoiets zomaar kan gebeuren is namelijk doodeng. Als ik dan vertelde dat het geen oude bedrading was, dat het zomaar kan gebeuren en dat het dus iedereen kan gebeuren, dan geeft dat een ongemakkelijk gevoel. Je hebt nou eenmaal liever niet dat zoiets zomaar kan gebeuren. Je hebt liever dat iets met reden gebeurt of dat iets gebeurt als je het er nou eenmaal naar gemaakt hebt.

Als iemand longkanker krijgt, dan is de eerste vraag die opkomt: heeft hij of zij gerookt? Als dat het geval is, dan weet je hoe het komt en dan had je het ook kunnen zien aankomen. Het staat niet voor niks met vette letters op pakjes sigaretten. Eigen schuld, dikke bult! De gedachte die daar direct op volgt: ik heb nooit gerookt, dus mij zal dat niet gebeuren. Maar zo is het niet. Ook mensen die nog nooit een sigaret hebben aangeraakt kunnen longkanker krijgen.

Niet alle ziekten hebben zo'n duidelijke oorzaak. De vraag die dan opkomt is: zat het in de familie? Met dan direct daarna: het zit niet in mijn familie, dus het zal mij wel niet overkomen. Maar zo werkt het niet. Mensen die supergezond leven en geen gram overgewicht hebben kunnen een hartaanval krijgen, mensen die zelf nooit met drank op achter het stuur kruipen kunnen worden aangereden door een dronken automobilist. En zo kan je nog veel meer overkomen in het leven. Shit happens. Dingen gebeuren zomaar. En dat is moeilijk te accepteren en te verteren,  niet voor sommigen maar voor velen. 

zaterdag 17 november 2012

Topsportklimaat op het werk

"Jij gedijt ook goed in een topsportklimaat", zegt de oudste. Ze geeft me een glas Spa rood aan. Mijn vertrokken gezicht -ik verdraaide eerder een spier op mijn rug- is voor haar genoeg om in actie te komen. Ik beaam het. Wie zou nou niet goed gedijen in een topsportklimaat?

Het thema 'topsportklimaat' werd gisteren door de baas op het werk geïntroduceerd. Het was het thema van de dag. De baas gedijt namelijk ook goed in een topsportklimaat. Hij illustreert het met een verhaal. "Toen Pieter van den Hoogenband zijn gouden medailles won op de Olympische Spelen gebeurde er het volgende: Pieter vergat zijn tas. Je bent je tas vergeten, zegt zijn coach. Die moet je nog even gaan halen. Nee, zegt Pieter, die moet jij gaan halen. Want de inspanning die het kost om die tas te halen kan het verschil maken tussen een gouden en een zilveren medaille." De rest is geschiedenis: de coach haalde de tas en Pieter won goud. Zijn boodschap is duidelijk: hij moet uit de wind gehouden worden. "Ik wil best een kop koffie voor je halen", zegt M. bereidwillig. Zij en ik zijn de toehoorders. Maar een kop koffie halen is niet genoeg. Het moet verder gaan, aldus de baas. Hij moet uit de wind gehouden worden, zodat hij tot grote hoogten kan komen. De baas is lekker op dreef, het verhaal zwelt aan. Bij het vertellen van dit soort verhalen is de baas in zijn element. Of de oorsprong van het verhaal nou een op waarheid gebaseerd artikel is of een verhaal uit zijn goedgevulde verhalentrommel. "En dat geldt ook voor jou." richt hij het woord tot mij. "Tot welke hoogten zou jij niet kunnen stijgen als je in een topsportklimaat werkte?"  Dan zou the sky the limit zijn, daar zijn we het over eens.

Wij werken in de zorg en dat is topsport. Ook als je -zoals wij- niet in de directe zorg werkt is het topsport. We werken namelijk met hele kleine formaties in de staf. In een topsportklimaat gaat het om presteren en faciliteren. Voor wat betreft presteren zitten we zeker op topsportniveau, maar het faciliteren blijft achter. In de zorg werken we namelijk niet met topsportbudgetten.

vrijdag 16 november 2012

Lang leve het moederinstinct

Was het er al die tijd al zonder dat ik er erg in had? Lag het ergens in een hoekje te sluimeren om wakker te worden bij de geboorte van de eerste? Of was het er gewoon ineens? Ik heb het over het moederinstinct. Het maakt dat ik nog steeds 's nachts wakker word als een van de kinderen thuis komt. Het maakt dat iedereen die het niet goed voor heeft met onze kinderen van mij het boze oog krijgt. Dan wordt het moederbeest in mij wakker. Het maakt ook dat ik het weet als er iets aan de hand is. "Vertel het maar", zeg ik dan altijd "ik weet dat er iets is." En dat is dan ook eigenlijk altijd zo.

Zo had de jongste deze week last van haar oren. Dat is een zwakke plek van haar en nog nooit was ik daardoor echt gealarmeerd. Dat is nou echt zoiets waarvan ik dan altijd zeg: "Dat gaat vanzelf weer over." Maar op de een of andere manier maakte ik nu direct een afspraak bij de dokter. Met het rechteroor bleek niets aan de hand. Bij het linkeroor valt de dokter even stil. "Ik haal even een smaller tuitje", zegt ze. Dan haalt ze het tuitje eruit, ze denkt even en kijkt nog eens. "Dit heb ik eigenlijk nog nooit eerder gezien", zegt ze. Het is geen oorontsteking, maar ze ziet iets op het trommelvlies van de jongste. "Ik ga de KNO-arts raadplegen". Zo gezegd, zo gedaan. Het lijkt op een hematoom op het trommelvlies. Dat gebeurt normaal gesproken alleen als je een ongeluk of een enorme klap op je oor hebt gehad. Hoe dan ook, het verklaart haar oorpijn en we moeten even bij de KNO-arts langs. De pijn moet maar met paracetamol bestreden worden.

In de auto terug naar huis zijn we allebei een beetje bedremmeld en we zitten even stilletjes naast elkaar. "Nou mam", zegt ze na een tijdje. "Met jouw moederinstinct is helemaal niks mis. Eerst werd je wakker toen ons huis in brand stond en nu zijn we er op tijd bij met mijn oor." Lang leve het moederinstinct.

donderdag 15 november 2012

Binnen 48 uur

Eergisteren ging ik naar een congres in Utrecht. Dat gebeurt niet zo vaak. Eigenlijk zou ik moeten zeggen: niet vaak genoeg. Op zo'n congres word je toch weer geestelijk gevoed. Dit keer ging het over contentmarketing en webredactie. Ik ging samen met collega's. We gingen met de trein; dat is nou eenmaal het gemakkelijkst als je naar de jaarbeurs in Utrecht gaat. Zo'n congres in het midden van het land betekent wel dat je vroeg moet opstaan. Ik had de wekker om vijf uur gezet, maar ik was om kwart over vier al wakker. Zo werkt dat bij mij. Al heel vroeg zat ik op de fiets naar het station. Heerlijk om al wakker te zijn als iedereen nog slaapt.

De dag ervoor had ik via internet een ticket gekocht. Ook had ik nog snel even de Reisplanner van de NS uit de Appstore gedownload. Voor mij geen vertrekstress deze keer. Want dat is relaxed reizen; alle vertrek-en overstaptijden bij elkaar in je telefoon! De reis verloopt voorspoedig; ik sms collega in welke coupé ik zit en ze vindt me moeiteloos. De trein had geen enkele moeite met bladeren op het spoor en zo arriveren we ruim op tijd in Utrecht. Zo heb ik dat graag.

In de Jaarbeurs mogen we voor de eerste sessie plaatsnemen in de Polar zaal. De zaal is helemaal wit. Het podium staat in het midden en op alle vier de muren worden beelden geprojecteerd. Het had me niet verbaasd als Jomanda het podium had betreden. Daar is het ook wel een ruimte voor. Collega's en ik nemen naast elkaar plaats. We zijn vroeg, dus de zaal is nog leeg. Als de zaal langzaam volstroomt, bekruipt het me ineens. "Ik drijf de gemiddelde leeftijd behoorlijk op", fluister ik tegen collega. Niet dat dat verder iets uitmaakt. Het was een welbestede dag; ik ben met een hoofd vol ideeën teruggekomen.

Vandaag ben ik nog steeds vol ideeën. In mijn notitieboekje heb ik allerlei ideeën opgeschreven die ik wil gaan uitvoeren. En ik heb enige haast.  Een van de sprekers zei namelijk: "Doe er iets mee en doe dat binnen 48 uur". Vandaar. Een deadline kan ik nou eenmaal moeilijk weerstaan.

woensdag 14 november 2012

Pesten voor volwassenen

Een paar weken geleden werden we opgeschrikt door de zelfdoding van Tim Ribberink. Zijn ouders plaatsten een deel van zijn afscheidsbrief in de rouwadvertentie. Het pesten dat al zijn leven lang voortduurde werd hem teveel. De advertentie sloeg in Nederland in als een bom. En dat was ook de bedoeling van zijn ouders. Met de advertentie wilden de ouders van Tim namelijk iets duidelijk maken. Dit gebeurt er dus als je iemand pest! Je maakt iemand het leven onmogelijk. En dat is verschrikkelijk. Dat recht heeft niemand.

In de advertentie stond: ik ben mijn hele leven bespot, getreiterd en buitengesloten. Daar moet ik ineens aan denken als we kijken naar De Wereld Draait door. We lachen ons allemaal een bult om het cabaret over Boer zoekt vrouw. Aad wordt grandioos te kakken gezet. Hele persoonlijke trekjes van Willem en Jeannet worden enorm uitvergroot. Grappig, maar al met al is het toch redelijk genadeloos. En dan denk ik ineens -hoe grappig het ook is: kan dit eigenlijk wel? Is dit niet pesten door volwassenen? Worden deze mensen zo ook niet genadeloos bespot? Of vraag je daarom als je met je kop op televisie komt? Zijn deze mensen niet heel kwetsbaar? Hebben ze vooraf enig idee gehad van wat er over ze heen gaat komen? Of hadden ze er een idee van kunnen hebben? Nou kun je natuurlijk zeggen: het is cabaret. En dat is ook zo, maar het is wel gemakkelijk scoren over de rug van een ander. Deze mensen worden te kijk gezet voor miljoenen kijkers zonder zich te kunnen verweren. Hoe wapen je je daartegen?

Om voor de hand liggende redenen plaats ik het filmpje van het cabaret niet.

maandag 12 november 2012

Ongewenste wekservice

Gistermorgen werden E. en ik wel op een heel bijzondere manier gewekt. "Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan! Het is negen uur, tijd om op te staan!" Ik kijk op de wekker en zie dat het acht uur is. Ik blijf nog even liggen. Dan klinkt het: "Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan! Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan!" Geïrriteerd stap ik uit bed. Op deze manier duurt het natuurlijk niet lang voordat iedereen wakker is. De oudste is thuis en die is met geen mogelijkheid wakker te krijgen. Dus zij is de eerste die verdacht wordt. Om elf minuten over acht dender ik naar de eerste verdieping en gooi de slaapkamerdeur van onze dochters open. En dan klinkt het iets verder weg: "Het is nu elf minuten over negen, hoogste tijd om op te staan!" Dat is dus duidelijk niet in deze kamer. Terwijl ik daar zo sta, bedenk ik ook dat ik dat had kunnen weten. De oudste heeft haar telefoon natuurlijk niet meer op  zomertijd staan. En als ik er goed bij stilsta, is er eigenlijk maar één van ons die dat kan overkomen, en dat is E. En inderdaad: ik vind de boosdoener bij E. in de jaszak. Hij had de sprekende wekker volkomen onbewust ingeschakeld. Dat ga ik straks ook maar even bewust doen: om vijf uur :(.

zaterdag 10 november 2012

Perbaaierd: collectaaierd!

Deze week heb ik collecte gelopen hier in de buurt. Ik had hoge verwachtingen van de nieuwe contacten die ik op zou doen. Maar helaas, dat viel tegen. Sterker nog: ik ben nog in lichte shock. Ik had me erop ingesteld dat er natuurlijk mensen zijn die niets willen geven. Ik had me ook ingesteld op mensen die weinig geven. Dat moet iedereen zelf weten. Ik had natuurlijk de handleiding voor de collectant gelezen. Daarin stond dat ik te allen tijde vriendelijk moest blijven. En zo is het gelopen. Ik ben hier als een zonnestraal door de buurt gegaan.

Hier wonen ook best leuke mensen. Maar er wonen ook horken. Het is me namelijk verschillende keren overkomen dat ik mensen in de kamer zag zitten, maar dat ze niet open deden! En aan de overkant hadden mensen gewoon hun bel uitgeschakeld. Ook daar is het me meerdere keren gebeurd dat ik wel gezien ben, maar glashard genegeerd werd. "Heb je op de deur gebonsd?", vraagt E. "Nee, natuurlijk niet", zeg ik, "dat stond niet in het handboek van de collectant. Je moet altijd vriendelijk blijven." En daar hoort op de deur bonzen of de deur inslaan natuurlijk niet bij.

woensdag 7 november 2012

De bouwvakker in mij



Vanmorgen gaan E. en ik even langs de bouw, of zoals we hier in huis op z'n goed Veenkoloniaals zeggen: de bôh. Er viel namelijk wel wat te kijken op de bôh. De metselaars begonnen gisteren met grote blokken de binnenmuren te metselen. En dat schiet lekker op. Vanmorgen kwamen ze bovendien de langverwachte bouwstroom aansluiten en er is nu ook voorzien in een wateraansluiting. Het was er dus een drukte van belang. Zo zien wij dat graag. E. en ik maken gauw een aantal foto's en stappen dan weer in de auto. We moeten namelijk verder voor een afspraak met een sanitairleverancier. Voor deze week staan daarvoor twee afspraken op het programma.

"Dat lijkt me hartstikke leuk werk, metselen", zeg ik als we in de auto zitten. "net als stukadoren. Heb jij dat ook niet E.?" Ambachtelijk werk spreekt mij sowieso aan. E. wordt minder warm van metselen. "Nee metselen niet, meubels maken misschien", zegt hij. En inderdaad, dat is ook leuk en hij kan het bovendien. Dat heeft hij in het verleden al laten zien. Vind ik ook leuk, maar ik heb echt een zwak voor specie. Een afwijking? "Het zal de bouwvakker in mij zijn", zeg ik tegen E. 

maandag 5 november 2012

One day baby

Ik ben in de ban van Asif Avidan.  
One day baby, we'll be old, 
oh baby we'll be old 
and think of all the stories that we could have told. 
Geweldig gewoon.
Die dag is er zomaar: je bent oud voor je er erg in hebt.
En je moet natuurlijk nooit wachten met het vertellen van verhalen. Direct doen en als het goede verhalen zijn: blijven herhalen.

Als ik ergens van in de ban ben, dan draai ik het keer op keer op keer op keer. Dus ook nu. De jongste kent het nummer. Volgens haar valt zij precies in de doelgroep. En dat betekent dus automatisch dat ik niet in de doelgroep val. Maar dat maakt me niets uit. Ik vind het een geweldig nummer. Het is meeslepend en verslavend.

Het oorspronkelijke nummer van Wankelmut duurt bijna 8 minuten. Maar deze remix is ook verslavend.


zondag 4 november 2012

Zo mooi kan het zijn

Kijk, zo mooi kan Boer zoekt vrouw nou zijn. Twee verstandige boeren maken een goede keus. Henk kiest voor Fiona. Dat getuigt van zelfinzicht: hij herkent de partner die hem het best tot zijn recht laat komen. En ook Martin kiest goed; dat zie je van alle kanten. Eerst dacht ik dat Swaen ook nog een goede keuze voor hem zou kunnen zijn, maar nu ik hem zie met Wilma, zie ik dat het niet anders kon. Ik zag het een beetje aankomen. En dat terwijl ik aanvankelijk had verwacht dat Wilma bij het eerste keuzemoment degene zou zijn die zou gaan vertrekken. Zo zie je maar weer.

Ik kijk nu al uit naar de volgende aflevering. Dan gaan de boeren op stap en uitgaand van de veelbelovende beelden die we nu al hebben gezien van het uitstapje van Bert en Hendrieke, wordt dat een topaflevering.

zaterdag 3 november 2012

Lekker WhatsAppen

Ideaal, al die nieuwe mogelijkheden om contact met elkaar te hebben. Sinds kort zit ik ook op WhatsApp, nog een extra contactmogelijkheid. En dat is heerlijk, ik kan bijvoorbeeld snel even iets aan de oudste vragen. Of gewoon een beetje flauwekullen. Zoals laatst bijvoorbeeld. Ik had een korte vraag over het herstellen van mijn instellingen. Zij antwoordt en klaar ben ik weer. Dan stuurt zij mij een smiley. Die heb ik dan weer niet. "Gisteren had ik 'm nog", whatsApp ik tegen de oudste, "maar nu is hij weg." Volgens haar kan dat niet. Dus geduldig vertelt ze waar ik mijn smileys kan vinden. "Rechtsboven". "Nee, daar staat je foto", zeg ik. "Da is bij mij nie". Da is nie is Nijmeegs. Dat heeft de oudste in Enschede opgedaan waar ze veel met een Nijmeegse optrekt met wie ze in hetzelfde huis woont. En dat Nijmeegs bekt lekker, dus heb ik het ook overgenomen. Regelmatig zeg ik "Da is" of "Da is nie". Maar die avond ben ik echt geïnspireerd. Ik ben eraan toe om mijn grenzen te verleggen. Ik ben niet van plan om het bij Da is nie te houden.

Ik: Ik wee nie wa da weg is. Da is nie ok.
Zij: Waar wat weg is? Smileyicoon?
Ik: Ja dat smilegie nie.
Zij: Je draaft door.
Ik: Oh sorry dat smilegie nie wa?
Zij: Neen
Ik: Ik is de ma ja! Da is.
Zij: Dit slaat nergens op.
Ik: Was is nie en wa wel? Wa is de he-y da?
Zij: Begrijp er geen f*** van.
Ik: Wa de ge me negere?
Zij:?
Ik: Vin ge t nie leuk nie?

en dan blijft het stil.

Ik: Zidde ge de ma te negeer nie?

Dit soort grensverleggende conversaties maakt WhatsApp mogelijk. Dat is toch heerlijk?

vrijdag 2 november 2012

Van de ongezouten meningen

De keuken is besteld! Ik heb er een goed gevoel over. We kozen niet voor de leverancier die ons gouden enveloppen stuurt, maar voor de no nonsens leverancier die een eerlijke prijs rekent. Een prijs waar ook niet veel meer op af valt te dingen. Eerlijk duurt nou eenmaal het langst.

Nu op naar de volgende keuzeronde: de badkamer. Om net als bij de keuken goed beslagen ten ijs te komen, haal ik vanavond een aantal badkamerboeken uit de bibliotheek. Die blader ik door terwijl de rest van de familie naar The Voice of Holland kijkt. Al bladerend zie ik onmiddellijk: dit niet, dit niet, dat wel, dit niet. Het gaat lekker. Ik kijk af en toe met een half oog mee naar de tv. Dat ik maar met een half oog kijk, weerhoudt me er absoluut niet van om mijn mening te ventileren. Die komt nou eenmaal snel en gemakkelijk. Kiezen is voor mij meestal geen probleem. "Ik zou die met dat zwarte bloesje nemen", zeg ik, of  "Hoe het ook loopt, ik kies voor Sam. Die heeft gewoon een mooiere stem", "Als Trijntje lef heeft, dan kiest ze voor Loes", vlak daarop gevolgd door "Nick is veel leuker dan Simon". Dat laatste leidt tot enige hilariteit in de woonkamer. Blijkbaar komt dat voor de rest nogal uit de lucht vallen. Voor mij helemaal niet: Nick is nou eenmaal overduidelijk veel sympathieker. Simon vindt zichzelf te leuk. "Fijn dat je je mening zo met ons deelt.", zegt E. En inderdaad, dat is heerlijk. Ik ben van de ongezouten meningen. 

donderdag 1 november 2012

Ook een mooi afscheid is een afscheid

Vandaag namen we afscheid van oude baas. De afscheidsdienst vond plaats in een volle schouwburgzaal, de plek waar hij zich zo thuis voelde. Voor hij deze allerlaatste thuiswedstrijd kon spelen, ging er heel wat water door de zee. Hij overleed tijdens een vakantie ver weg van hier. Na zijn dood maakte hij nog een rondreis over verschillende continenten met alle poespas die daarbij hoort. Het is een bijzonder einde voor een bijzonder mens. Dat hij dat was, dat wist ik al wel. Maar het is altijd mooi als je in de verschillende afscheidsspeeches de persoon herkent die je denkt te hebben gekend, ook als het gaat over facetten van het leven waarin je hem niet hebt gekend.

Ik zou kunnen zeggen dat ik een traantje heb weggepinkt. Maar dat is wel een heel elegante manier om mijn tranenvloed te beschrijven. Dat zou ik vervelend kunnen vinden, maar daar wordt het ook niet anders van. En bovendien: bij zo'n voortijdig einde mag je rustig even janken. Sterker nog: de oude baas zou dat alleen maar hebben toegejuicht. Als hij een gelegenheid zou zien om er in het door hem verwachte hiernamaals over op te scheppen, dan zou hij dat zeker niet nalaten: "Bij mijn afscheid zaten er verscheidene huilende vrouwen in de zaal." Sterker nog: hij zou het onverteerbaar hebben gevonden als niemand een traan had gelaten. Gelukkig is dat niet gebeurd. Daar heb ik dan toch maar weer aan meegewerkt.

Het was een heel mooi afscheid, dat zei ik ook tegen zijn vrouw. Maar verdorie: het was wel een afscheid.

woensdag 31 oktober 2012

Paradijs in het verschiet

Vanmorgen deden Jehovah's getuigen weer een poging om mij te redden. "Gelooft u in God", vraagt de vriendelijke jonge vrouw. "Nee", zeg ik en in een moeite door laat ik weten dat ik niet gered wil worden. Maar dat gaat een beetje te snel. "Weet u dan wel dat God de aarde helemaal schoon gaat maken? En dan ontstaat er een nieuw paradijs." Ze kijkt er verheerlijkt bij. Maar voor mij hoeft het niet, dat paradijs. En dat komt goed uit, want ik kom er als ongelovige hoogstwaarschijnlijk niet voor in aanmerking. Alhoewel ik hun overtuiging respecteer en de vasthoudendheid waarmee ze dat uitdragen bewonder, kap ik het toch snel af.

Jehovah's getuigen worden opgeleid om het verhaal te vertellen. Zij krijgen hier van jongs af onderricht in. Wellicht kan ik er nog iets van leren, met het oog op mijn collecteloop voor Alzheimer volgende week - bedenk ik terwijl ik de deur dichtdoe. Maar goed ik heb natuurlijk geen paradijs te bieden. Een toekomst zonder Alzheimer? Dat zou je toch ook een paradijs kunnen noemen. 

Vandaag kwam de collectecoördinatrice langs. De groene collectebus staat er dus al, klaar voor actie. Ik krijg verder een tas, een folder met achtergrondinformatie en een stapel kaartjes die ik door de bus kan gooien als mensen niet thuis zijn. Maar daar ga ik natuurlijk niet voor. Ik ga deze week zorgvuldig observeren wanneer mensen komen en gaan en dan sla ik volgende week toe.

zondag 28 oktober 2012

Op het verkeerde been

Eigenlijk ben ik te geschokt om er iets over te zeggen. Ik wist het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid: Willem kiest Jurjen. En wat doet Willem? Hij kiest voor Klaas! Dat kan natuurlijk niets worden. Van alle signalen die me daar op hadden kunnen voorbereiden heb ik niets gezien, terwijl ik toch echt een oplettende kijker ben. Dankzij de digitale televisie mis ik helemaal niets, want ik kan de televisie gewoon even stilzetten tijdens leuk bedoelde conversaties of grappen over en weer van E. en onze zoon.

Waar ik me nog het meest aan erger: Klaas had die signalen al wel opgepikt. Dat is er dus door de KRO systematisch uitgeknipt. Zo wordt er met mijn intuïtie gerommeld door de Katholieke Radio Omroep.

En nu is het hek natuurlijk van de dam. Want als er zo gemanipuleerd wordt, dan is alles mogelijk. Dan kan Henk zomaar voor Yoni kiezen. Dat zou natuurlijk een verkeerde keuze zijn, want Yoni is meer verliefd op het idee om boerin te worden dan dat ze verliefd op Henk is. Fiona daarentegen gaat voor Henk. Martin kan niet verkeerd kiezen, Swaen en Wilma zouden het allebei goed bij hem doen denk ik.

We zitten het nog een week uit en dan weten we wat de andere boeren doen. En bij de terugkomaflevering zullen we het zien. Dan kan er niet meer gemanipuleerd worden.

vrijdag 26 oktober 2012

De kracht van verbeelding

Vandaag ging ik samen met dochters, zussen, nicht en moeder shoppen in Enschede.We kochten vooral kleren. Er is een groot verschil tussen kleren kopen en kleren maken. Het verschil bestaat natuurlijk uit arbeid, het ambachtelijke werk dat het naaien van kleding is, maar ook uit verbeeldingskracht. Je moet je namelijk voor kunnen stellen hoe het kledingstuk eruit gaat zien, hoe het jou zal staan. Het is nog helemaal niet zo eenvoudig om een realistische voorstelling te maken. Soms ziet het er in gedachten gewoon veel beter uit dan in het echt. De grootste voldoening heb je als het een met het ander samenvalt. Dan leef je voor even in een maakbare wereld.

Maar het gebeurt ook vaak dat het toch niet helemaal is wat je je had voorgesteld. Een tijd geleden las ik eens dat je je bij het passen van een zelfgemaakt kledingstuk net zo moet opdoffen als bij het kopen van kleding. En dat is een gouden tip. Omwille van het pasgemak droeg ik bij het naaien namelijk vaak een joggingbroek en een floddershirt, dikwijls zonder de moeite te nemen om een bh aan te trekken. Er wordt dan niet even een lippenstift over de lippen getrokken, het oogpotlood blijft onaangeroerd. En vervolgens ga je dan voor de spiegel staan met een kledingstuk in wording. Dan kan het alleen maar tegenvallen, dat vraagt dan net even teveel van je voorstellingsvermogen. Sinds ik de tip gelezen heb, ga ik opgedoft voor de spiegel staan. En dat maakt een groot verschil, al is het natuurlijk geen garantie voor succes. Mijn cyclaamkleurige jurk heeft inmiddels de eerste passessies doorstaan.Tot nu toe veelbelovend.

donderdag 25 oktober 2012

Verder gaan

Iedere dag gebeurt er wel iets op  de bouwplaats waar ons nieuwe huis gaat verrijzen. Het zou van mij natuurlijk nog sneller mogen gaan. Het huis wordt vast erg mooi. We zijn druk bezig met het kiezen van een keuken en denken na over de badkamer. Alles zal nieuw zijn in het nieuwe huis, alles volgens de laatste inzichten. En dat is fijn... maar wat zou ik graag ons oude huis weer terug hebben.

Het gemis kan worden opgeroepen door een kleinigheid. Zo zie ik vandaag dat onze jongste de foto voor haar twitterprofiel in onze oude woonkamer heeft genomen. Ze zat voor de boekenkast met links en rechts het invallende licht van de grote ramen. Ik vang net nog een glimp op van de vensterbanken. Ik mis die vensterbanken. Ze waren groot genoeg om in te zitten. We hadden extra planken -precies op maat- waarmee we de vensterbanken op konden hogen. Er waren perioden dat we die planken gebruikten. Het risico was dat de onderste nis onder de plank dan een rommelige plek werd. Dan haalde ik die planken er weer uit.  Ik mis ook onze schoorsteenmantel, het mooie houtsnijwerk dat ik in een warme kleur antracietgrijs had geschilderd. Ik mis de plankenvloer, ik mis het licht dat ons door de vele ramen overal omringde. Ik mis zelfs de kleine mankementen die nou eenmaal horen bij een oud huis, hoezeer we alles ook hadden opgeknapt. Ik mis de trap, de draai die hij maakte en de perfecte afstand tussen de traptreden. Ik mis dat allemaal en nog veel meer. Iedere dag. En tegelijk laat ik het iedere dag verder achter me. 


woensdag 24 oktober 2012

Gemaakt voor een jurk

Inzicht komt met de jaren en gelukkig zijn de jaren me gegund om tot dit inzicht te komen: ik was helemaal van het padje af qua kleding. Mijn lichaam heeft namelijk de vorm van een cello of van een acht, lees ik in alle beschikbare vakliteratuur (Trinny en Susannah en de figuurwijzer van de Miss Etam). Dat betekent zoveel als: een rondborstige vrouw met taille en een dikke kont. In andere vakliteratuur (KNIP) wordt ook wel gesproken over een echt vrouwelijk figuur. En wat past beter bij een echt vrouwelijk figuur dan echt vrouwelijke kleding? Jurken dus! Daar ben ik voor gemaakt, daar is mijn lichaam op gebouwd.

Eenmaal tot dit inzicht gekomen doen de eerste problemen zich voor: ik ben namelijk een behoorlijk grote cello, een flink uit de kluiten gewassen 8, zo'n 15 cm groter dan de standaardlengte voor confectiekleding voor vrouwen. Confectiejurken zien er op mijn lichaam dus al snel een beetje uitgegroeid uit. Nou kan ik -geheel in de familietraditie- natuurlijk zelf naaien. Dus waarom zou ik me van mijn voornemen laten afhouden omdat ik toevallig 15 centimeter groter ben? Want eigenlijk is dat natuurlijk fantastisch: 15 centimeter meer vrouwelijk figuur en 15 centimeter meer jurk!

Maandag schafte ik me een riante lap cyclaamkleurige stof aan, want waarom zou ik mijn echte vrouwenlichaam verstoppen in schutkleuren? Als de eerste stap is gezet, zijn er nog een aantal kleine obstakels te overwinnen: ik moet een tornmesje, rijggaren en knopspelden aanschaffen. Een stofschaar heb ik; die was al aangeschaft voor de gordijnen. Spelden kreeg ik van mijn zus, maar dat waren er zonder knop. Voor haar kan dat, maar met mijn wanordelijke natuur is dat niet aan te raden als je weet dat spelden zonder knop door je lichaam gaan wandelen als je ze in je voet krijgt.

Vandaag haalde ik rijggaren en knopspelden voor mijn cyclaamkleurige jurk. Van mijn moeder leende ik de naaimachine en nu kan het los gaan! De eerste van mijn collectie jurken is aanstaande.

maandag 22 oktober 2012

Alles op zijn plek

Ook al zijn we goed uit de brand gekomen, het spreekt vanzelf dat het veel invloed heeft gehad op ons allemaal. Er zijn dingen die voor altijd anders zullen zijn. Vandaag zit ik met de jongste in de auto. De zon schijnt en we zijn vrij. We hebben alle tijd van de wereld. Tussen de middag brachten we de mannen op de bouwplaats een frikandelbroodje. En vanmiddag gaan we op stoffenjacht. Ik ben namelijk van plan mijn vrije week goed te besteden. Mijn basic garderobe moet maar even worden uitgebreid.

We zitten gezellig te praten en dan ineens is het er weer even: de brand. "Weet je mam?", zegt ze. "voor de brand was de puzzel helemaal af. Toen kregen we brand en toen was de puzzel helemaal uit elkaar gevallen. En nu voel ik me weer beter, de stukjes vallen langzaam weer op hun plek." Gelukkig maar. Ik kijk ernaar uit dat de puzzel weer perfect past.

zaterdag 20 oktober 2012

Kwitjen anno 2012

Gisteren gingen E. en ik -de harde kern- alleen naar de bieb. Als we klaar zijn in de bieb halen we in het winkelcentrum nog even kaas bij de nieuwe kaasboer. Bij de ingang van het winkelcentrum staat al jaren een stand met Vietnamese loempiaatjes. Een jong stel loopt in de richting van het standje. In het voorbijgaan spuugt de jonge man zijn kauwgum uit. De kauwgum wordt eruit gewerkt met een flinke straal speeksel. "Gadver", zeg ik. E. heeft het niet gezien, dus ik licht het even toe. "Die vent loopt te kwitjen", zeg ik. E. begrijpt het onmiddellijk.

Alhoewel het een onsmakelijke gewoonte is, is kwitjen is wel een heel mooi Gronings woord. "Dat woord gebruik je eigenlijk amper meer", zeg ik hardop denkend tegen E.  Ik denk nog even verder. "Misschien is dat omdat er minder gekwitjed wordt." Kwitjen, het ferm uitspugen van een waterige straal speeksel, trad vooral op bij de onsmakelijke gewoonte van het tabak kauwen. Het continu kauwen op een pruim tabak zorgde namelijk voor een overvloedige speekselproductie. Het overtollige, vaak bruine speeksel, werd met grote kracht uitgespuugd en dan had je het: kwitjen. Het gebeurde op grote schaal.

Zelf zat ik op de lagere school echter met iemand in de klas die toen al geen pruim tabak nodig had om te kwitjen. Hij miste een stukje van een voortand en had er zijn handelsmerk van gemaakt om daar tussendoor te kwitjen. Dus het mag dan op minder grote schaal voorkomen, geheel uitgestorven is kwitjen toch niet. Misschien is kauwgumgebonden kwitjen het nieuwe kwitjen: kwitjen anno 2012. 

donderdag 18 oktober 2012

Het Gat van Sappemeer is niet meer

Gisteren is een belangrijke stap gezet bij de bouw van ons huis. De vloeren zijn gelegd. Dat betekent dat de stenen nu kunnen worden afgeleverd en dat het binnenkort de lucht in gaat met ons huis. Ik kan niet wachten! Een collega, die ook woonachtig is in Sappemeer, mailde me deze week al: "Het "Gat van Sappemeer" wordt weer gevuld! Gefeliciteerd!" Het is inderdaad geweldig dat het nu zover is. 

 



woensdag 17 oktober 2012

Een saluut aan de baas

We gaan ervan uit dat we alles in de hand hebben. Die illusie houden we dag in dag uit schijnbaar moeiteloos in stand. Totdat er dan iets gebeurt. En dan is het duidelijk dat een maakbare wereld een illusie is. Ons lichaam is constant in een delicaat evenwicht. Minieme afwijkingen maken het verschil tussen vruchtbaar en onvruchtbaar, tussen gezonde cellen en kankercellen, tussen leven en dood.

In 2012 zijn er al een paar collega's overleden die mijn werkomgeving jarenlang hebben bepaald. Collega's die indruk op me hebben gemaakt en met wie ik veel plezier heb gehad. Collega's die het werken aangenaam maakten. Dit jaar staat de teller al op drie. Meer dan genoeg voor een jaar vond ik.

Maar vanavond word ik gebeld door de baas: de oude baas is overleden. Hij was op vakantie, ver van hier. We zijn er allebei ondersteboven van. Oude baas werkt al een aantal jaren niet meer, maar hij kwam regelmatig nog even langs. Natuurlijk om ons de ogen uit te steken met zijn vroege pensioen. Dat is ons, de generatie die in ieder geval tot hun 67ste door moet werken, immers niet gegund. Of om te vragen of het wel goed gaat, of hij toch echt niet terug zou moeten komen en hoe we dan een coup zouden kunnen plegen. "Bel me maar, dan ga ik er gewoon weer zitten", zei hij wel eens. Maar de laatste jaren niet meer. Het pensioen beviel hem uitstekend en hij was nog op veel terreinen actief. 

Ik ben gevormd door de omgang met oude baas, een bourgondiër, een charmante schurk, die levenslang ook een ondeugende jongen bleef. Zijn deur stond meestal open, je kon gemakkelijk bij hem binnenlopen. En dat stond ook echt ergens voor: je kon alles tegen hem zeggen.
Hoe goed we het ook konden vinden, we waren het zeker niet altijd eens. Er was een gezonde wrijving die maakte dat het uiteindelijke resultaat beter werd. Het ging soms op het scherpst van de snede. Dan zei ik altijd: "We kunnen hier allebei met een gerust hart de kamer verlaten: jij in de wetenschap dat je de baas bent en ik in de wetenschap dat ik gelijk heb." Daar kon hij smakelijk om lachen. Je kon het geweldig hartgrondig met hem oneens zijn, het werd nooit persoonlijk. Zijn vertrek was het einde van een tijdperk. Een tijdperk waar ik met ontzettend veel plezier aan terugdenk en terug zal blijven denken.

zondag 14 oktober 2012

Zuksen moeten er ook zijn

Zuksen moeten er ook zijn. Het is een uitspraak die collega vaak bezigt. Hij heeft het weer van zijn moeder. Ik vind het een mooie uitspraak, omdat het enerzijds onderscheid maakt en anderzijds mildheid en tolerantie uitdrukt. Als ik vanavond Boer zoekt vrouw kijk, realiseer ik me dat ik het eerste wel doe, maar weinig van het tweede heb.

Als ik bijvoorbeeld naar boer Aad kijk, dan denk ik helemaal niet: Zuksen moeten er ook zijn. Ik denk dan: zuksen is er overduidelijk, maar waarom eigenlijk? En wat zien die vrouwen in die man? Wat een griezel! Waarom werd boer Johan niet massaal gekozen? Die had ik liever gezien. Of boer Hans. In plaats daarvan zitten we opgescheept met Aad. En dat is de schuld van al die vrouwen die op hem hebben geschreven. Dan kun je opnieuw denken: Zuksen moeten er ook zijn. Maar dat denk ik dan dus ook niet.

Of bij boer Henk, waar Yoni zich enorm opdringt, terwijl het voor mij overduidelijk is dat Fiona voor hem de betere keus is. Dan zou ik kunnen denken: Zuksen moeten er ook zijn. Maar nee, dan denk ik: van het erf af met die Yoni, alle ruimte voor Fiona.

Volgende week wordt er gezoend en bepoteld. Aad grijpt een van zijn vrouwen in de kas. Dat lokkertje geeft BZV aan het eind van de uitzending prijs. Ik ga in ieder geval weer kijken: klaar om me kapot te ergeren.

donderdag 11 oktober 2012

Poetste iedereen maar zo goed als Jannie ;-)


Gisteren werd mijn nieuwe kroon geplaatst. Als ik aankom staat de tandarts er al klaar voor. Met een kleine haal wordt de tijdelijke kroon van zijn plek gewipt. Dan begint de voorbereiding voor het plaatsen van de nieuwe kroon: polijsten, schuren, lijmen en plamuren. Het is echt kluswerk, maar dan wel in een kleine werkruimte. Het is een mooie schone werkruimte, begrijp ik als de tandarts verzucht: "Poetste iedereen maar zo goed." En dat resultaat behaal ik dan ook nog zonder mijn supersonische waterflosser, die jammerlijk verloren ging in de brand, nog maar twee weken oud. Die is nog niet weer aangeschaft en zo te horen hoeft dat ook niet. Blijkbaar is het resultaat met handwerk ook al voorbeeldig. Nou ja, handwerk; ik gebruik natuurlijk wel een elektrische tandenborstel voor het poetsen.

Als ik weer naar huis ga, krijg ik de afdruk van mijn gebit mee. Die staat nu te pronken in onze pronkkast. Grappig om te zien; ik dacht dat mijn tanden veel groter waren. Jammer alleen van de zalmroze kleur. "Ik denk dat ik 'm nog even zilver ga spuiten", zeg ik tegen E. "Dit is toch geen gezicht?"

woensdag 10 oktober 2012

Most perbaaiern, collectaaiern

Gisteravond wordt er hier aan de deur gebeld. De man aan de deur komt niet collecteren, maar werft collectanten voor verschillende goede doelen voor de wijk. "We wonen hier nog maar een paar maanden", zeg ik. "En binnenkort vertrekken we ook weer naar ons eigen huis." Hij is niet uit het veld geslagen. "In november is de collecte voor de Alzheimer Stichting", zegt hij. "Oh, daar ben ik al jaren donateur van", zeg ik enthousiast. Ik zie dat als een diepte-investering. Laten ze maar veel onderzoek doen, zodat ik later als ik oud ben, of mijn kinderen als zij oud zijn, een pilletje tegen Alzheimer kunnen krijgen. Het lijkt me namelijk verschrikkelijk om jezelf bij leven al te verliezen. De werver raakt dus duidelijk een gevoelige snaar. "Oh, waarom ook niet?", zeg ik. "Ik heb tenslotte jarenlang in november langs de deuren gelopen voor Sint Maarten, dan kan ik ook wel eens een keer voor Alzheimer lopen." De man kijkt me verbaasd aan. Zo te zien vindt hij mijn motivatie wel heel erg dun. Maar goed, hij is natuurlijk blij met iedere vrijwilliger en noteert mijn naam opgetogen. Zo gemakkelijk gaat het vast niet vaak. "Noteer me dan maar als eenmalige collectant.", zeg ik. En zo is het gebeurd.

In november ga ik hier dus langs de deuren. Ik ga het meemaken en me van mijn innemendste kant laten zien om het mensen zo moeilijk mogelijk te maken om nee tegen mij te zeggen. Zo leer ik dan misschien ook mijn buurtgenoten nog eens kennen. Ik verheug me er nu al op.

Wordt vervolgd.

Voor iedereen bij wie ik niet persoonlijk langs de deuren kan komen voor Alzheimer, overmaken kan ook op de site van Alzheimer Nederland.
Lijkt het je ook te gek om te collecteren? Dan kun je je hier aanmelden als collectant voor Alzheimer.

zondag 7 oktober 2012

Lekker jeuzelen is er niet bij

De zondag is toch een prima dag om vreemd te moede te zijn. Het is mijn minst favoriete dag van de week. Vrijdag, dat is pas een topdag: het begin van het weekend. Twee vrije dagen voor de boeg. Heerlijk. Maar goed, hij komt iedere keer weer, die zondag.

Vandaag overvalt het me ineens dat de kinderen zo snel groot zijn geworden. Over het algemeen vind ik dat meer dan prima. Het betekent immers ook dat ik meer tijd voor mezelf heb en dat E. en ik meer tijd voor ons samen hebben. Maar goed, vandaag weegt vooral wat voorbij is. Aan het eind van de middag vertrekt de oudste naar Enschede. Onze zoon torent hoog boven me uit en zelfs de jongste is al net zo groot als ik ben. Voor mij dus geen eindeloze knuffelpartijen meer met lekker ruikende kinderen die niets liever willen dan hun moeder onder snotteren of kwijlen. Ik zou er gemakkelijk in kunnen zwelgen, maar daar krijg ik hier bar weinig ruimte voor. "We worden oud E.", jeuzel ik. "Nou zijn de kinderen alweer groot en wonen we hier in een vreemd huis." E. doet niet echt lekker mee. "Wat wil jij dan?", zegt hij. "Een graf bestellen? Een plek reserveren in het Sint Jozef?" Er zit niks anders op: ik pak mezelf maar weer bij elkaar. Lekker jeuzelen is er hier toch niet bij.

zaterdag 6 oktober 2012

Hier geen kaalslag

Vanmiddag fiets ik nog even naar het winkelcentrum. Ik bracht gisteren een slof van E. weg, omdat ik ook toen al naar het winkelcentrum ging. "Neem mijn slof dan even mee", zegt E. Het zijn de sloffen waar hij op naar buiten is gekomen na de brand. Van tijd tot tijd laat het stiksel los. Volgens de schoenmaker als gevolg van gebrekkig onderhoud. Het stiksel moet namelijk vet gehouden worden. We konden ze gisteravond al ophalen, toen we naar de bieb gingen. Maar helaas: mijn tasje met het bonnetje lag thuis en de man die 's avonds de schoenen lapte was weer een andere dan de schoenlapper van die ochtend.

Vandaar dat ik me vanmiddag nog in ons overdekte winkelcentrum waag. Normaal gesproken mijd ik winkelcentra op een zaterdagmiddag. Vanmiddag wist ik weer precies waarom. Stapvoets lopen rijen mensen door het winkelcentrum. Af en toe is er een oponthoud, omdat er een treffen is tussen vrienden en bekenden of familieleden. Ik manoeuvreer er snel tussendoor. Ik weet tenslotte waar ik voor kom. Terwijl ik me zo door de rijen worstel bedenk ik dat het toch best nog meevalt met die kaalslag als gevolg van internetshoppen. Deze mensen komen lekker ouderwets live shoppen. Toegegeven: ze shoppen niet allemaal, maar ik zie toch veel mensen met aankopen voorbij komen. Dus hier lijkt het nog mee te vallen met die kaalslag, alhoewel de doorloop van winkels wel hoog is. Ze zijn er nog maar goed en wel, of ze zijn ook alweer verdwenen. Het winkelcentrum heeft zo te zien nu nog zeker bestaansrecht. En wat zouden al die mensen anders moeten doen op hun vrije zaterdagmiddag?

vrijdag 5 oktober 2012

Lakrok? Toch maar niet!

In mijn zoektocht naar herstel van mijn garderobe is internet mijn rechterhand. Op dit moment heb ik twee dezelfde zwarte broeken, een rok en een spijkerbroek. Als ik naar het werk ga, wissel ik beide zwarte broeken af, maar het lijkt dus alsof ik steeds in dezelfde broek loop. Zo nu en dan draag ik mijn zwarte rok. Een extra broek of een extra rok lijkt me dus best handig. Omdat ik onderhand de bekende sites al ken en daar niets heb gevonden dat en naar mijn zin en in mijn maat is, zoek ik op google. En tot mijn stomme verbazing krijg ik dan de volgende hit: Lak mini rok -Kunstvagina kopen? Wat heeft het een in vredesnaam met het ander te maken, vraag ik me dan af. Dus uit nieuwsgierigheid toch maar even klikken. Een pagina vol schaars geklede vrouwen verschijnt.  Sommigen met topje, maar veel meer met een ontbloot bovenlijf met strak naar voren gerichte borsten. Dan weten we genoeg of niet? Een kunstvagina is nergens te bekennen. Het betreffende lakrokje met topje is voor de vriendenprijs van €42,75 al voor mij. Toch nog maar even verder kijken denk ik.

donderdag 4 oktober 2012

Schuren en raspen

Vanavond ga ik naar mijn wekelijkse aquajogles. Voor deze keer heeft onze trainer een deel van de bodem van het zwembad omhoog gezet. In het ondiepe deel moest er gerend worden. Dus wij rennen. "Wat is die bodem ruw", zegt een van mijn sjokgenootjes. Pas als ze het zegt, realiseer ik me dat ik de bodem inderdaad ook steeds meer voel. We zijn dan al tig keer heen en weer gerend en de les is nog niet voorbij. De bodem schuurt en raspt. Als we aan het eind van de les de cooling down doen, zie ik het: lappen vel die zachtjes meedobberen in het water, los- of weggeschuurd door de ruwe bodem. Gelukkig hoef ik niet lopend naar huis.

dinsdag 2 oktober 2012

E - broek - pashokje

Nu er een enorm gat in onze fotocollectie is geslagen, moeten we beeld missen bij een aantal belangwekkende zaken. Ik heb zes albums gered uit de brand, maar die van de ontluikende en zich ontwikkelende romance tussen E. en mij zaten daar niet bij. Gelukkig kan ik erover vertellen- en dat probeer ik dan zo beeldend mogelijk te doen. Ik doe het bovendien bijzonder graag - ook voor de brand al. Ik hou van het vertellen van een mooi verhaal. Dus grijp ik iedere gelegenheid aan.

"Van wie heeft F. dat eigenlijk, dat ze zo tenger is?", vraagt onze zoon als we aan tafel zitten dit weekend. Dat heeft ze van E. "Toen jullie vader en ik bij elkaar kwamen had hij broekmaat 28", vertel ik. Toegegeven, het is bizar dat ik dat wist en nu nog weet. Maar ik weet het. "Toch was hij niet iel, hij was en is bijzonder goed gebouwd", vervolg ik."Ik weet nog dat we een keer broeken gingen kopen, toen we nog in de stad woonden." Ik zie het nog zo voor me. De enorme binnenpret die zich opbouwt zal zo naar buiten komen. Daar is geen houden aan. Ik voel het aankomen. "En toen kwam jullie vader uit de paskamer en toen zei die verkoopster: Meneer vult hem mooi op..." En dan klinkt het in koor: "Ook van voren!" Okee, dat verhaal had ik dus al eerder verteld.

Als ik het voorval gisteravond na onze aquarobicles aan mijn zus en haar dochter vertel, schieten ze in de lach. "Nou", zegt nicht "als je gezegd had E. - broek - pashokje, dan had ik het ook geweten. Ik heb dit verhaal al zeker vijftig keer gehoord en ik woon niet eens bij jou in huis."

Nou ja, een goed verhaal kun je nooit te vaak vertellen.

zondag 30 september 2012

Een gelopen race

Mijn instincten laten me dus toch niet in de steek: Henrieke ziet Bert echt wel zitten. Ik neem alles terug wat ik een aantal dagen geleden schreef in Jaaaaa, jaaaaa. Het was gewoon een staaltje manipulatie van de bovenste plank van de redactie van Boer zoekt vrouw die met een misleidende cliffhanger ons trouwe fans op het verkeerde been wilde zetten. Bert is niet vertrokken, ondanks zijn aanbod om het Henrieke gemakkelijk te maken. Hij is niet vertrokken, omdat Henrieke hem wel ziet zitten. Ik zeg: het is een  gelopen race. Het eerste setje is een feit. Rick Jan loopt er voor spek en bonen bij.

Dierendag en burenplicht

Ik ben alweer met vooruitwerkende kracht goed bezig geweest voor dierendag. En in het kader van de burenplicht natuurlijk. Even verderop komen namelijk nieuwe mensen wonen. We hadden ze nog niet gesignaleerd, maar vanmiddag belt de nieuwe buurvrouw bij ons aan de deur. Wat blijkt? Samen met haar man, een vriend en hun honden zijn ze hier aan de wandel geweest. En tijdens die wandeling zijn ze met z'n allen door een wespennest gewandeld. Met als gevolg talloze wespensteken voor mens en dier.

De nieuwe buurvrouw heeft zelf ook een flink aantal steken, maar daar is ze niet zo van onder de indruk. Ze is overstuur omdat haar hond apatisch is en niet meer wil gaan staan. Ze hebben zoveel wespen uit zijn vacht geborsteld, dat ze vreest voor het ergste. Ze komen uit het zuiden van het land en hebben dus geen idee waar ze hier een dierenarts kunnen vinden. Ze heeft al bij verschillende huizen aangebeld, maar wij zijn de eersten die de deur opendoen. We nodigen haar uit om binnen te komen en zoeken het adres van de dichtstbijzijnde dierenarts. Die bellen we, maar dan blijkt dat die geen dienst heeft dit weekend. Daarvoor moeten ze naar Zuidlaren. En tja, ze weten natuurlijk ook niet hoe ze in Zuidlaren moeten komen.

Dat weet ik natuurlijk maar al te goed; ik rij er immers dagelijks heen om naar mijn werk te gaan. Onze dochters printen snel uit waar de dierenarts woont en samen met de buurvrouw en haar vriend en twee honden rijd ik naar Zuidlaren. Gelukkig valt het allemaal mee. De hond is alleen enigszins verdoofd door zoveel steken, maar gaat het wel redden. En de nieuwe buurvrouw is weer gerustgesteld.

zaterdag 29 september 2012

Drie gelukkige vrouwen

Het is een belachelijke reclame, daar is geen twijfel over mogelijk. Ik heb het over de reclame van Zalando, waarin schoenen worden bezorgd op een nudistencamping. Maar er zit wel een kern van waarheid in: vrouwen worden heel gelukkig van nieuwe schoenen. Vandaag hebben we onszelf weer heel gelukkig gemaakt. De oudste en ik gingen samen met mijn zus en haar dochter op schoenenjacht in Duitsland. Nadat onze volledige collectie in vlammen opging, kunnen we ons helemaal uitleven op een nieuwe collectie. Niet dat dat zo eenvoudig is. Comfortabele, ingelopen schoenen zijn nou eenmaal een groot goed. Eerst leek het voor mij niet te gaan lukken, maar uiteindelijk verliet ik het schoenenwalhalla met een paar lange en een paar halflange laarzen. Mede dankzij het volhardend zoeken van mijn zus. De oudste kocht ook een paar halflange laarzen. 

De jongste was deze week in Wenen, dus zij ging niet mee. Ze kwam vanavond pas weer terug. Maar begin deze week werd er voor haar al een grote doos bezorgd. Niet van Zalando, maar van Schuurmans Schoenen. De door haar zo felbegeerde lange Mustanglaarzen waren in de filialen in de omgeving niet meer in haar maat voorradig. Internet bracht uitkomst. Halverwege de week sms'te ze al: zijn mijn laarzen al binnen? Voor ze vertrok had ze me bezworen de doos niet te openen. Dat wilde ze graag zelf doen. Vanavond was het na haar aankomst een van de eerste dingen die ze deed. En ook haar laarzen waren helemaal goed.

Dus nou zitten we hier: drie gelukkige vrouwen.


donderdag 27 september 2012

Jaaaaa, jaaaaa

In een vlaag van verstandsverbijstering ben ik bij de vorige reeks fan geworden van Boer zoekt vrouw. Als fan werd er in vooruitblikkende filmpjes voor mij dan al halverwege de week een tipje van de sluier gelicht. Destijds maakte ik daar ook gebruik van, maar inmiddels ben ik mijn wachtwoord natuurlijk allang vergeten. Maar ik krijg nog wel steeds nieuwsflitsen van Boer zoekt vrouw. Die heb ik in de periode dat er geen afleveringen waren zo'n beetje genegeerd. Maar nu de afleveringen weer zijn begonnen, is mijn interesse gewekt.

Al moet ik eerlijk zeggen dat ik het wel een beetje kwijt ben. Ik vind de boeren ook minder leuk. Bij de vorige reeks kon ik goed voorspellen wie er zouden worden gekozen en wie er verder zouden gaan. Maar deze keer laten mijn koppelcapaciteiten me behoorlijk in de steek.

Want wie had ik aan Henrieke gekoppeld? Bert, de veearts, leek mij de ideale partner. Maar laat ik nu net een nieuwsbrief krijgen met een koppeling naar een filmpje waarin Bert haar verzoekt om hem bij het keuzemoment weg te sturen!?! En dan komt hij met een lullig tekstje als "Het gaat niet om jou, maar om de hele situatie." Jaaaa, jaaaa, zeg ik dan als rechtgeaarde Groningse.

Kijk zelf maar. http://boerzoektvrouw.kro.nl/seizoenen/2012/afleveringen/30-09-2012.

woensdag 26 september 2012

De geschiedenis van mijn mond

Vandaag had ik een afspraak bij de tandarts. Een van mijn gouden kronen was na meer dan 30 jaar intensief gebruik tot op de draad versleten. Herstellen was niet meer mogelijk, dus de enige oplossing was een nieuwe laten aanmeten. Vandaag was het zover. Het kroonloze stompje dat nu al geruime tijd in mijn mond staat, werd deels verwijderd en geprepareerd. Over twee weken wordt de kroon geplaatst.

Dertig jaar geleden werden mijn kronen onverdoofd geplaatst. Dat leek de tandarts en de assistente nu niet verstandig. Er zou namelijk ruim anderhalf uur geboord, geschaafd en gebrand (tandvlees) worden. Dus kreeg ik een verdoving. En wat voor een: tot halverwege de middag was het rechterdeel van mijn gezicht totaal gevoelloos.

Het is druk bij de tandarts als gevolg van een aantal spoedgevallen. Dus behandelt de tandarts snel nog een andere patiënt terwijl het bitje met rubber in mijn mond ligt te drogen. Na het bitje onder, volgt het bitje boven. Een bit afgestreken met blauw rubber wordt terwijl ik achterover lig tegen mijn gehemelte gedrukt, met een spontane kotsreactie tot gevolg. Het kotsbakje blijft gelukkig leeg. De assistente drukt mijn willoze mond in alle gewenste hoeken. "Toen ik deze kronen kreeg, werd ik niet verdoofd", vertel ik later. "Ik herinner me nog dat de tandarts een minicirkelzaagje gebruikte", ga ik door. De assistente kijkt me ongelovig aan. "Ja die gebruikten ze vroeger om gouden kronen te slijpen", zegt de tandarts. "Levensgevaarlijk. Volgens mij heb ik er nog een liggen." Niet dat hij ze zelf ooit gebruikt heeft, benadrukt hij nog.  Ondertussen wordt de kleur van mijn tanden bepaald naar aanleiding van een staaltje, want goud wordt het niet weer. Bij mij moet het een mixje van C3 en C3A worden. Het zegt me niets. "Je mond vormt een mooi staaltje van tandheelkundige geschiedenis", zegt de tandarts terwijl hij een laatste tevreden blik op zijn werk werpt. Het is een twijfelachtige eer.