donderdag 31 januari 2013

Reputatieschade

Gisteren was onze auto de hele dag in de garage voor het maken van een reservesleutel. Als ruilauto kregen we een Fiat Brava mee. Dat riep allemaal goede herinneringen op, want voor deze auto hadden we er ook zo een. Ik was al even op de fiets op pad geweest, maar 'for old times sake' pak ik ook de Brava nog even om boodschappen te halen. Al onze auto's voelden aan als een verlengstuk van mijn lichaam. Dus even kijken of dat bij deze nog steeds goed voelt.

Op de parkeerplaats naast het huis stap ik in de auto. Het voelt vertrouwd. Achteruit de parkeerplaats maar af dan. Maar dat lukt niet. Ik ga de versnellingen langs: 1,2,3,4,5 en achteruit... Maar die vind ik niet. Ik ben niet voor een gat te vangen, dus ik zet de auto in zijn vrij en zo rolt hij zachtjes achteruit. Het loopt hier namelijk een beetje af. Een beetje wrikken en dan rij ik vooruit de parkeerplaats af.

Het rijden gaat als vanouds. De auto stuurt licht en de versnellingspook glijdt als een warm mes door het boter. Met een zwierige draai parkeer ik de auto. Maar even later moet ik natuurlijk weer weg. En dan herhaalt het zich weer: 1,2,3,4,5, maar achteruit, ho maar. Ik probeer dezelfde truc: vooruitrijden en 'm dan achteruit laten rollen. Ondertussen parkeert er een man met een Mercedes naast me. Hij kijkt verwonderd naar mijn acties. Ik zie hem denken: "waarom zet ze 'm niet gewoon in de achteruit?" Ja, hallo. Maar de truc die de eerste keer zo goed werkte op de parkeerplaats lukt me geen tweede keer. Ten einde raad bel ik E.: "Ik krijg de auto niet in z'n achteruit". E. weet raad: "Je moet dat ringetje onder de pook omhoog trekken." En inderdaad als een warm mes in het boter schiet de auto in zijn achteruit. Dat had onze Brava dan weer net niet.  

Ik ben niet ongezien gebleven, dus ik ben bang dat er toch wel wat reputatieschade is aan mijn imago als 'excellent driver'.

woensdag 30 januari 2013

Een onmogelijke opdracht

Als je er zelf ooit een gehad hebt, dan herken je 'm feilloos: de onmogelijke opdracht. Bijvoorbeeld: raadpleeg 10 drukbezette mensen die niet gestoord kunnen of mogen worden binnen een uur, of maak iets wat iedereen mooi vindt, of lever topkwaliteit, maar we hebben geen budget. Allemaal dingen die lastig of onmogelijk te realiseren zijn.

Eergisteren voelde ik er eentje aankomen bij minister Rutte. Hij gaat het namelijk beleven dat in zijn ambtstermijn een historische gebeurtenis plaatsvindt: de koningin maakt plaats voor de koning. Of je nou voor of tegen het koningshuis bent, een ding is zeker: dit belandt in de geschiedenisboeken. Bij de inhuldiging van de nieuwe koning zijn de ogen van de hele wereld op ons gericht. En wat gaan we dan doen volgens Rutte? Hij wil de inhuldiging groots vieren op een manier die past bij deze sobere tijd. En daar heb je 'm dan: de onmogelijke opdracht. 

Waarom dit naar mijn idee een onmogelijke opdracht is? Ik zet de definities van groots en sober even op een rij:

groots (bn):
fantastisch, fenomenaal, geweldig, grandioos, heerlijk, luisterrijk, magnifiek, ontzaglijk, ontzagwekkend, prachtig, schitterend, subliem
groots (bn):
breedopgezet, enorm, groot, grootschalig, grootscheeps, indrukwekkend, omvangrijk, weids
groots (bn):
majestueus, monumentaal, statig, verheven, vorstelijk

Terwijl sober het volgende betekent:
sober (bn):
bescheiden, eenvoudig, frugaal, hard, ingetogen, kaal, matig, nuchter, onopgesierd, onopgesmukt, sobertjes, spartaans
sober (bn): gering, karig, schraal

Je zegt niet voor niks: het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Of natuurlijk: je kunt niet blazen en het meel in de mond houden. Een grootse viering betekent de knip trekken.

Elly, Lucas, Ria, Trine, Thomas en Caije

Een tijd geleden zei iemand tijdens een presentatie: "Ik ben heel vaak verbaasd." Die verbazing dreef hem voort en stuwde hem tot grote hoogten. Ik herken die verbazing. Bij mij is die verbazing echter heel vaak triviaal. Mijn verbazing helpt me niet echt bij het maken van een flitsende carrière, maar ik heb er wel veel lol van.

Een van mijn favoriete bezigheden is het doorspitten van het wekelijkse folderaanbod. Bij voorkeur niet digitaal, ook al heb ik daar een app voor, maar lekker ouderwets: papier snuiven. Bij het doornemen van het folderaanbod word ik ineens weer overvallen door een triviale verbazing. Ik heb het ongetwijfeld al honderdduizend keer gezien, maar pas vandaag verbaas ik me erover. Bij het doornemen van de folder van Jysk vallen de opmerkelijke namen die producten krijgen ineens op. Aan merknamen zijn we gewend, maar dit is anders. Sommige producten krijgen een vrouwennaam: de Amia sierkussensloop, zitkussen Ria, vouwbed Trine. Andere een mannennaam: de Thomas klapstoel, de Caije zeepdispenser, de Jesse eettafelstoel, de Johan eettafel en eetstoelen. En dan zijn er nog de geografische namen: de Colorado verstelbare stoel, de Alabama eetkamerstoel, de Santa Fe eettafel, een Kilimanjaro dekbed. Bij het dekbed kun je je er nog iets bij voorstellen: zo'n dekbed beschermt je tegen extreme temperaturen denk ik dan maar. En vooruit: de zeepdispenser, daar kan ik ook nog wel iets bij verzinnen. Maar verder ontdek ik er geen lijn in: wanneer een vrouwennaam, wanneer een mannenaam en wanneer een geografische naam?

In mijn familie geven we spullen ook namen. Zo heeft onze oudste de fiets Elly, genaamd naar de gulle gever van de fiets. Mensen die niet weten dat ze het over haar fiets heeft, zullen denken dat Elly een van haar beste vriendinnen is.


Zo mooi was Lucas.
En ver voor haar deden wij het bij ons thuis al. Jarenlang had ik een eigen stoel genaamd Lucas, genoemd naar zijn oorspronkelijke baas. Mijn vader kreeg 'm ooit van Lucas toen hij last van zijn rug had. Lucas werd uitgeleend aan mijn tante. En op een gegeven moment deed die 'm naar de rommelmarkt. Daar kocht ik 'm vervolgens weer,zonder dat ik wist dat de bewuste stoel onze Lucas was. Lucas was mijn favoriet en zou mij hebben overleefd, ware het niet dat ik de brand wel overleefde en Lucas niet.

Bij ons is het dus gewoon een kwestie van vernoemen. Zou dat bij de Jysk ook zo zijn? Vernoemt de ontwerper van het vouwbed gewoon zijn vrouw, en bedacht de maker van de Colorado stoel zijn stoel in Colorado? Zoals ik al zei: het is geen verbazing die me verder helpt. Het blijft speculeren.



zondag 27 januari 2013

De luxe van een reservesleutel

Deze week krijgen we weer een reservesleutel van de auto. Sinds de brand doen we het met een sleutel en dat is natuurlijk le-vens-ge-vaar-lijk. Vooral voor mij. Het was zeer alert van de oudste dat ze onze autosleutels uit het brandende huis meenam. Dat scheelde een hoop vervoersproblemen. Maar met een sleutel is het toch allemaal wel kwetsbaar. Zeker als ik een van de gebruikers ben. Ik ben namelijk nogal eens een sleutel kwijt. Dat wil zeggen: dat was ik, want nu we er maar een hebben, kan ik me dat niet permitteren en nu komt het dus ook minder vaak voor.

Maar toch: van onze vorige auto brak ik tweemaal een sleutel af. Zoiets zal je maar gebeuren als je maar een sleutel hebt. Dan zit je zonder auto - en ik weet niet eens of ze dan nog een sleutel bij kunnen maken. Het is natuurlijk ook niet leuk als het gebeurt als je twee sleutels hebt, maar dan kun je tenminste nog verder.

De eerste keer dat mijn sleutel afbrak stond ik bij het vertrekcentrum in Ter Apel. Daar hadden we een bijeenkomst gehad, we hadden nog wat nagepraat en vervolgens wil ik de deur van de auto openen en breekt de sleutel af. Samen met een collega van het vertrekcentrum ben ik nog naar de plaatselijke sleutelmaker in het dorp geweest, maar die kon ons niet helpen. Achteraf gelukkig maar, want dat kan helemaal niet bij die computergestuurde auto's van tegenwoordig. Gelukkig had E. nog een sleutel. Dus die kwam me uit Ter Apel halen en toen was alles weer dik voor mekaar.

De tweede keer dat mijn sleutel afbrak zat hij in het contactslot. Ik had de kinderen van de crèche gehaald en wilde vertrekken toen de sleutel afbrak. Gelukkig reed de auto me nog naar huis toen ik het stompje in het slot stak. Eenmaal thuis lukte dat geen tweede keer weer.

Het zijn dit soort incidentjes die me bij de garage de bijnaam 'de sloper' hebben opgeleverd. Na twee keer de sleutel te hebben afgebroken - volgens mij trouwens het resultaat van metaalmoeheid of een constructiefout van de sleutel- hebben ze me bij de garage een stoomcursus sleutel-in-het-slot-steken- gegeven. De kern van de boodschap was: eerst de sleutel rustig en volledig in het slot steken en dan pas draaien. En niet: de sleutel half in het slot steken en dan alvast beginnen met draaien.

Blijkbaar heeft de cursus effect gehad, want ik heb nog nooit weer een sleutel gebroken. Maar hoe dan ook: een tweede sleutel is toch wel fijn.  

vrijdag 25 januari 2013

Geouwehoer op de werkvloer

Vrijdag is een heerlijke werkdag. Vanmorgen groepen we voor de werkdag begint even samen in de kamer van collega. We hebben het over dromen. De baas en collega dromen als ze druk in het hoofd zijn veel over het werk. Ze lossen hele vraagstukken op tijdens hun slaap. Collega-die-mijn-dochter-zou-kunnen-zijn en ik hebben vreemde dromen. Onsamenhangende dromen waar geen touw aan vast te knopen valt. In die dromen figureren bij mij ook regelmatig collega's. Zo droomde ik vannacht dat een donkerharige mannelijke collega die gisteren een gesprek onderbrak tussen de baas, collega-die-mijn-dochter-zou-kunnen-zijn en mezelf, zijn haar had geblondeerd. Geen aanrader, kan ik zeggen. Hij had geen grote rol in mijn droom: hij kwam enkel even binnenvallen, maar nu met een geblondeerd hoofd.

Die terloopsheid is typerend voor de manier waarop bij mij voorvallen in een droom worden verwerkt. Ooit maakte ik de grote fout om de baas te vertellen dat ik over hem had gedroomd. Het ontglipte me. Het liep op een teleurstelling uit, want de baas verwachtte een heroïsch optreden van zijn kant, terwijl hij in mijn droom slechts met grote ogen zat te kijken. (De baas heeft namelijk van nature best wel grote ogen). Later op de dag loopt hij bij me binnen: "En nog even over die droom van jou. Ik ben ontevreden over mijn rol: gewoon maar een beetje met grote ogen zitten kijken. Misschien moet ik eens wat meer optreden. Dan heb ik de volgende keer misschien een betere rol."

Heerlijk is dat. Door de week hollen we wat af, maar op de vrijdag kan het nog even: geouwehoer op de werkvloer.

woensdag 23 januari 2013

Klik hier, lik hier

Gisteren volgde ik een cursus schrijven voor het web. Alhoewel ik een ervaren schrijver ben, was het toch leerzaam. De basis van het schrijven is hetzelfde, of je nu schrijft voor het web of op papier. Ook het structureren en het trekken van de aandacht van de lezer verschilt niet wezenlijk. Maar er zijn natuurlijk verschillen: de volgorde in de tekst, de omvang van de tekst. Ook terugverwijzen doe je niet in een webtekst. Je probeert het in hapklare brokken op te delen, of -zoals de lerares het verwoordde- te 'chunken'. Dat klinkt goed, alhoewel het me volstrekt niet aan schrijven doet denken. Eerder denk ik dan aan brokken voedsel, met name zoetigheid zoals toffee en chocola of bokkevet (ook wel Borsthoning, koekzoet, sikkenvet, wit snoepgoed of massé genoemd).

Natuurlijk kregen we ook lijstjes met don'ts. Ik wist het al, maar de presentatie van deze don't vond ik toch wel te gek: Zeg nooit klik hier, maar verbind een link aan inhoud, want we weten inmiddels wel dat er geklikt kan worden en waar je kunt klikken. Bij een postzegel zeg je toch ook niet: lik hier

dinsdag 22 januari 2013

Ruimte voor verbetering

Ik verbeter mezelf graag. Het was een van de redenen waarom ik begon met bloggen. Schrijven is immers een ambacht en door dat ambacht iedere dag uit te oefenen, word je beter. Ik doe dat nu een aantal jaren en ik vind inderdaad dat ik beter schrijf. Ik schrijf gemakkelijk over ieder willekeurig onderwerp. Het is heel fijn dat ik dat bereikt heb. Ik blijf gewoon bloggen, want dat vind ik leuk, maar het is ook tijd voor een nieuwe uitdaging.

"Ik wil beter leren tekenen", zeg ik tegen E. "Ik ga iedere dag een tekening maken. En als ik dat vijf jaar doe, dan kan ik dan tekenen." "Waarom moet jij jezelf altijd verbeteren?", zegt E."Het kan toch ook wel gewoon leuk zijn?" "Ja, maar dat vind ik ook leuk", zeg ik. E.'s vraag zet me wel even aan het denken. Waarom wil ik mezelf altijd verbeteren? Allereerst: ik ben nog niet 'af', ik kan nog meer. Ik hou er bovendien van om dingen onder de knie krijgen. Ik wil eruit halen wat erin zit. Dat geeft me het gevoel dat ik 'vooruitkom' in de wereld. En dat is een fijn gevoel.

Mijn 'opdracht' voor vandaag
Dus teken ik nu. Ik scheur plaatjes uit de krant en die moeten me dan het houvast geven voor een tekening. Speciaal voor dit doel heb ik me een dummy aangeschaft. Van de jongste kreeg ik een mooi grafietpotlood cadeau en nu ben ik dus 'los'. Ik ga eerst door tot de dummy vol is en dan kijk ik of er kans is op substantiële verbetering, of dat het bij een beetje knoeien blijft. Daar moet ik toch zo ongeveer zicht op hebben als de dummy vol is. Desgevraagd geeft E. me commentaar:
  • Er is nog ruimte voor verbetering
  • Je moet goed kijken
  • Eerst het totaalbeeld en de vorm grofweg schetsen
  • Dan pas invullen.

Hoe ik dit nog zo precies weet? Dat commentaar schrijf ik ook in mijn dummy; jezelf verbeteren is tenslotte een serieuze zaak.

zondag 20 januari 2013

Het-geboren-voor-de-kunst-zaakje

De jongste kocht gisteren een mooie doos Rembrandt pastelkrijtjes. Als we thuis zijn gaat ze enthousiast aan de slag. Het resultaat mag er zijn, dat vindt ze zelf ook. Ze plaatst 'm op Tumblr en ik mag 'm van haar op mijn blog plaatsen. Ze laat het vol trots zien. "Laten we 'm inlijsten", zeg ik. Maar voordat we dat kunnen doen moet de tekening gefixeerd worden.

"Heb je fixeer meegenomen?", vraagt E. haar. "Oh nee, vergeten", zegt ze. "We hadden wel fixeer", zeg ik. "Ja, en vernis", zegt de jongste. Voor de brand hadden we inderdaad een goed gesorteerde voorraad kunstbenodigdheden. "Wat is vermis?", zegt onze zoon. "Oh, jij hebt ook wel een zeer laag niveau dat je niet weet wat vernis is.", zegt de jongste. Dat laat onze zoon zich natuurlijk niet zeggen. "Okee, dan zal ik jou nog even een vraag stellen als ik een laag niveau heb.", zegt hij. "Wat is de spanningsrelaxatie in een kunststof?" "Ik bedoel gewoon dat jij een laag niveau hebt op het gebied van de kunst.", zegt de jongste. Ooit vertelde ze haar wiskundeleraar dat zij is geboren voor de kunst. "Maar ik ben dan ook niet geboren voor de kunst", zegt onze zoon. "Nee, jij bent geboren voor de techniek", zegt ze.

Zelf ben ik aan het schetsen in een dagboekje. "Wil jij niet weer een boekje waar je in kunt schetsen?", zeg ik tegen de jongste. "Ja, ik had zo'n boekje van papa gekregen", zegt ze. "Die hadden we gekocht in zo'n speciaal kunstzaakje." Die opmerking is voor onze zoon reden om nog even verder te gaan op het geboren-voor-de-kunst-verhaal. "Ja, daar kom ik niet in natuurlijk", zegt onze zoon. "Daar komen alleen mensen in die geboren zijn voor de kunst. Dan staan ze bij de deur en dan zeggen ze: hier mag je alleen binnenkomen als je weet wat vermis is. Dus kom ik niet binnen in het geboren-voor-de-kunst-zaakje. Tenzij papa natuurlijk zegt: Hai heurt bie mie." "Ja niet iedereen kan zo'n gave hebben", zegt de jongste.

Daarmee is het gesprek eerst afgelopen. Ik zeg eerst, want de ervaring leert dat dit nog niet het laatste is wat erover gezegd is. Sterker nog: ik voorspel dat vernis, laag niveau en geboren voor de kunst in de komende weken in de top 100 van veelgebruikte woorden of woordcombinaties hier in huis zullen belanden.

zaterdag 19 januari 2013

Zijn jullie een tweeling?

"Broers en zussen zijn het merg van je bot", zeggen Surinamers. "Het is de langstlevende relatie die je hebt", aldus familietherapeute Else-Marie van den Eerenbeemt. "Samen met hen vorm je als kind het laboratorium van het leven." Ik doe deze inzichten op in een Flow die ik gisteren meenam uit de bibliotheek. Ik heb zelf twee zusjes, allebei jonger dan ik. Veel mensen zien wel dat we zussen zijn. Van mijn jongste zusje kan ik me nog herinneren dat ze geboren werd. Dat herinner ik me, omdat mijn middelste zusje stampij maakte: ze wilde erbij zijn. Mijn jongste zus is zes jaar jonger dan ik. Dat is best veel. Mijn middelste zus en ik schelen twee jaar. Wij deden alles samen. Soms denken mensen dat we een tweeling zijn. Deze week gebeurde dat nog.

"Zijn jullie een tweeling?" De vraag komt als we naast elkaar voor de kluisjes in het zwembad staan. De vraag wordt gesteld door iemand van onze aquarobicles.

Heel vroeger leken we niets op elkaar, mijn zusje en ik. Op de lagere school hoorde ik nooit dat we veel op elkaar leken. En dat was ook niet zo. Wel waren we twee handen op één buik. We vulden (en vullen) elkaar naadloos aan. Ook al hadden we ieder een bed, we sliepen veel liever samen in één bed. We speelden veel samen: poppenkast bijvoorbeeld. Ik moest spelen, zij was van de organisatie. Juist omdat we zo verschillend waren, werkte het goed. Zij pushte mij, ik durfde samen met haar veel meer dan alleen. Zij kon haar organisatietalent op mij uitproberen en durfde dingen omdat ik haar niet zou laten zitten. 

Het tweelingding begon op en net na de middelbare school. Ik kwam eens uit de stad en zij stapte even later in Appingedam bij dezelfde buschauffeur in de bus. "Ik heb net al net zo ain in Ten Boer òfzet", zei de buschauffeur tegen mijn zusje. En vanaf dat moment gebeurt het regelmatig dat mensen mij voor haar aanzien of haar voor mij. Als ik gegroet word door mensen die ik niet ken, dan groet ik extra vriendelijk terug, omdat ik er rekening mee hou dat ze denken dat ik haar ben. Een meisje dat me vriendelijke groet: "Hoi, ik zag je nog in de manege vanmiddag!" Mij niet dus. Of een vrouw die ik eigenlijk niet ken, maar die een heel verhaal tegen me houdt. Tot ik in de gaten krijg dat ze denkt dat ik mijn zusje ben. Ze blijkt de vrouw van een jager te zijn die mijn zusje kent.


"Nee", zeggen we, "we zijn geen  tweeling, wel zussen". Geen twijfel mogelijk. "De volgende keer zeggen we gewoon ja", zeg ik later tegen mijn zusje. We hebben dan wel niet samen bij mijn moeder in de baarmoeder gezeten, maar we hebben daarna altijd heel dicht op elkaar geleefd.

donderdag 17 januari 2013

Spermcount

Ik ben geen groot liefhebber van humor op tv. Cabaret, Comedy Train, Dit was het nieuws; het is aan mij niet besteed. Dat is nog duidelijker geworden nu we digitale tv hebben. Het humorkanaal, waar we nu over beschikken, is bij ons geen veelbekeken kanaal. Met een uitzondering: Jerry Seinfeld. Dat vind ik echt geweldig. E. en ik keken er al eerder naar, jaren geleden. Maar het blijft leuk. Echt leuk. Gisteravond keken we naar deze aflevering, waarin Kramer zijn ballenknijpers moet inruilen voor een boxershort om zijn spermcount op te krikken .

woensdag 16 januari 2013

Het is niet best met mij

Ik hang regelmatig rond op facebook. En zonder dat je er erg in hebt, wordt je aandacht toch getrokken door de reclame die langszij geplaatst wordt. Die advertenties zijn gepersonaliseerd, dus speciaal voor mij geselecteerd. Wat ik er uit leer? Het is niet best met mij: ik ben een te dikke eenzame vrouw op leeftijd. Er komen behalve datingsites namelijk vooral ook allerlei tips en tricks voorbij om er op mijn 'hoge' leeftijd nog goed uit te zien.

Allereerst zie ik deze toch wel belachelijke foto met daarbij de volgende tekst. Aan de fouten te zien is het rechtstreeks vertaald met een vertaalmachine.

1 regel om een platte buik
Volg deze eenvoudige dieettips en verliezen 4 kg lichaamsvet per week

Ik twijfel er niet aan dat je gegarandeerd een platte buik krijgt als je regelmatig dit soort oefeningen doet. En kom maar weer eens uit de knoop als je een tijdje zo zit. Dat gaat zomaar niet natuurlijk. Geen wonder dat je dan 4 kg per week afvalt. Jammer genoeg ben ik niet op dit soort stunts gebouwd. Anders had dit me heel aantrekkelijk geleken.


Onder deze foto staat een advertentie tegen rimpels.

Rimpels?
Hoogwaardige ANTI-AGING creme. De absolute doorbraak. Nu 35% KORTING.

Ik klik nog een aantal keren om de pagina te verversen. Even kijken of er een lijn in zit. En ja hoor: weer eentje met een kromme tekst.

De huidartsen haten-haar vrouw met rimpels
Volg deze merkwaardige truc en verwijder gratis de rimpels van 25 jaar.

Dit maakt natuurlijk wel nieuwsgierig: deze merkwaardige truc?

En dan deze (looks zijn duidelijk belangrijker dan taalvaardigheid):



Moeder 40 lijk 30
Moeder ontdekt simpele rimpel truc wat cosmetische artsen woedend maakt.  

Het oogt als een behoorlijk smerige truc. Ik word niet echt verleid om door te klikken.



Anti veroudering truc
Leer hoe TV-beroemdheden er 18 jaar jonger uitzien.


Errug!




Dan toch liever dit.






En dan de klapper. In het Gronings is er een heel toepasselijk gezegde: Doar vaalt gain zaalf meer aan te strieken. (Niets helpt meer).  As der din toch gain zaalf meer aan te strieken vaalt, dan...dit is de advertentie onderaan de pagina:

Is uw uitvaart op orde?
Kies voor een lage premie. Kies voor DELA. Bereken hier uw premie.


dinsdag 15 januari 2013

Hoezo koud?

Het is nu toch wel flink koud. Vanmorgen was ik maar wat blij dat ik de voorruit had afgedekt, want er zat een flinke laag ijs op de auto. Onderweg naar huis kom ik verscheidene jongeren tegen. Hen lijkt de kou niet te deren. Gisteren zag ik een meisje achterop een scooter waar je zonder helm op mag rijden. Zij zat in een ronduit luchtig jackje, haar handen diep in de mouwen teruggetrokken met wapperende haren weggekropen achter een jongeman. Hoezo koud? Ook hij droeg geen handschoenen en geen muts of iets anders wat hem zou kunnen beschermen tegen de bittere kou. Vanmiddag rij ik voorbij een groep meisje die uit school komen. Ook daar geen muts of handschoenen te bekennen. Met wapperende haren en blote oren trotseren ze de kou. Het taboe op mutsen en handschoenen geldt niet voor de sjaal. Die zie je in allerlei soorten en maten: van een gigantische col tot ellenlange sjaals. Ik signaleer het en herken het. Sommige dingen doe je gewoon niet, ook niet als het niet zo comfortabel is. Net als een regenpak bijvoorbeeld. Heel praktisch natuurlijk, maar je wilt er vanzelfsprekend niet in gezien worden. Dan maar liever nat. Op een gegeven moment verdwijnt dat. Dan wordt het opeens belangrijker dat je warme handen en oren hebt, dat je niet nat wordt. Wel zo comfortabel. En natuurlijk een teken dat je ouder wordt. 

maandag 14 januari 2013

Met de trotse eigenaar van...

Je hebt van die dagen: de dagen dat je telefoon je beste vriend is. Afgelopen woensdag was zo'n dag. Ik bel zelfs internationaal. Onze zoon heeft namelijk een buitenmaat schoenen en na een tevergeefse expeditie in de stad, weken we uit naar Duitsland. Hij kocht er een paar, maar zijn favoriete paar was niet in zijn maat voorradig. Die zouden ze proberen te bestellen. Als ik bel om te informeren of het is gelukt, krijg ik te horen dat ze helaas 'ausverkauft' waren. Omdat ik eerst was vergeten het landennummer in te toetsen, krijg ik even later telefoon van Johan. Johan had ons nummer namelijk in zijn display staan. Johan is afkomstig uit het zuiden des lands en hij neemt er de tijd voor om de zaken even recht te zetten. Hij heeft een vlotte babbel. "Zou het Johan Vlemminx zijn geweest?", zeg ik tegen E. We weten het niet; hij zei zijn achternaam namelijk niet.

's Middags heb ik het leukste telefoontje van de dag. Na een paar tevergeefse pogingen krijg ik verbinding: "Met de eigenaar van de telefoon", klinkt het aan de andere kant van de telefoon. Eerlijk is eerlijk: ik val even stil. Ik check of ik de juiste persoon aan de telefoon heb en vervolgens heb ik een prima gesprek met de eigenaar van de telefoon. Waarom zou je je telefoon zo opnemen? Ik speculeer erop los: duistere zaakjes, overspel, een telefoonfobie? En ik ben geïnspireerd natuurlijk. "Weet je", zeg ik tegen E. "Dat ga ik hier ook doen." Maar ik zou wel een beetje meer franje aanbrengen, Ik zou zeggen: "Goedemorgen, met de trotse eigenaar van de Home Vox 2400 thuisinstallatie."


vrijdag 11 januari 2013

ja"ie strie"e kist eem noe kiekn eaejeaoeejojdoajdo

Gisteren kreeg ik een e-mail van onze zoon. De titel van het bericht luidde: ja"ie strie"e  kist eem noe kiekn eaejeaoeejojdoajdo. Het mailtje was verder leeg, afgezien van een bijlage. Het verzoek was om het document even na te kijken. Dat kon ik ook nog zo ongeveer afleiden: eem kiekn is Gronings voor even kijken. Verder bedient hij zich van de volgens hem typische Veenkoloniaalse kunst van het weglaten van letters. Zo is het volgens hem in de Veenkoloniën not done om je te bedienen van de dubbele k: de dubbele k is stom, die spreek je dus niet uit. Een aantal voorbeelden: n di'e auto. Als hij goed op dreef is wordt dit n di'e au'o. Of dat is le'er, of wat n di'e tre'er. En soms draaft hij door. Dat herken ik dan wel weer.

donderdag 10 januari 2013

Happy wife, happy life

Ik kijk graag naar bouwprogramma´s. Dat was ook al zo voor mijn eigen leven een groot bouwprogramma werd. Ik kijk bij voorkeur naar bouwprogramma´s die zich afspelen in Groot Brittannië, maar die zijn 'op'. Nu zijn het bouwprogramma's die zich afspelen in Australië. Minder leuk, ik krijg het alleen al warm van het kijken naar die bouwactiviteiten in de moordende hitte. Gelukkig wordt dat gecompenseerd door de Australiërs. Die zijn enorm ontspannen als gevolg van hun doeltreffende en eenvoudige levensmotto. Ik hoorde het al een aantal malen voorbij komen: Happy wife, happy life. De mannen in het bouwprogramma zorgen ervoor dat hun vrouwen blij zijn met wat er gebeurt, met maar een doel voor ogen: zelf een prettig leven hebben. En dat lukt aardig. Ook E. heeft deze Australische wijsheid opgepikt: vanavond schenkt hij me een kop koffie in, alles in het kader van de happy wife.

Niet iedereen heeft het zo goed voor elkaar. Vanmorgen las ik in de krant dat een man uit Oss zijn vrouw vergat op een parkeerplaats in Gelsenkirchen. Hij kwam er pas na 40 kilometer achter toen zijn 10-jarige dochter vroeg waar mamma was. Die man kan een happy life eerst wel op zijn buik schrijven.

dinsdag 8 januari 2013

Grensverleggende communicatie

Ik ben een groot liefhebber van social media en moderne communicatiemogelijkheden. Ik probeer alles wat op mijn pad komt. Niet alles is een even groot succes. Net als veel mensen vind ik Whatsapp ideaal. Ik whatsapp intensief met de oudste. En ook boezemvriendin en ik whatsappen er lustig op los.

Al dat werken met social media maakt dat grenzen verschuiven. Je deelt snel en gemakkelijk iets. De vorm van het medium verandert ook de inhoud van de communicatie. Een tijd geleden las ik een personeelsblad uit het begin van mijn carrière. Eindeloze interviews hadden we destijds. Dat moet nu allemaal veel korter. En het gaat nog korter worden. Vervolgens komt natuurlijk onherroepelijk de roep om verdieping en dan wordt het weer trendy om het the old fashioned way te doen, maar dan net een beetje anders.

Grenzen verschuiven niet alleen, ze vervagen ook. Zo vond ik een aantal jaren geleden het gebruik van emoticons infantiel. Ik vond het iets voor pubers, maar zeker niet voor een rijpe en verstandige vrouw zoals ik. Een smiley of een knipogende smiley plaatsen? Geen haar op mijn hoofd! Maar die barrière heb ik doorbroken. Zeker met het whatsappen vliegen de smileys, de opgestoken duimen en allerlei andere symbolen over het scherm van mijn iphone. De oudste stuur ik wel eens louter iconische berichten. Toegegeven: dat is meestal vrij flauw, maar ik geniet er erg van.




maandag 7 januari 2013

Kussen of handen schudden?

Vandaag hadden we bij ons op het werk de nieuwjaarsreceptie. Dat noemen we Happen bij de baas. De receptie is namelijk inclusief een ontbijtje. En daar ontdekte ik een nieuwe trend: de nieuwjaarswens met kus, maar zonder de hand te schudden. Op zich niet zo vreemd natuurlijk. Want wat blijkt? Aan zo'n hand zitten veel meer bacillen dan op je gezicht, mond, tong en de rest van je lichaam bij elkaar. We kennen allemaal het verhaal van die pinda's in het café. Dat schijnt zo ongeveer het smerigste te zijn wat je kunt eten. Laatst trof ik iemand op een receptie die een theorie had: hij at altijd alle bakjes leeg. Voor het goede doel zeg maar: om ervoor te zorgen dat een ander geen 'gebruikte' pinda's voorgeschoteld krijgt.

De besmetting bij de pinda's gaat ook via de hand. Die handen komen namelijk overal! Je moet er niet teveel over nadenken. Stel je voor: je schudt iemand de hand die het met de toilethygiëne niet zo nauw neemt. Zonder dat je er erg in hebt, laat zo iemand sporen na op je handen. Ervan uitgaand dat jouw norm voor persoonlijke hygiëne door iedereen wordt gedeeld, graai je ongeremd in de gesmeerde broodjes. Je schudt handen, en zo breidt het zich enorm uit. Ook las ik ooit eens dat je beter een toiletbril af kunt likken dan, ja wat ook nog maar? Dat ben ik dan weer vergeten. Maar het was ook iets heel gewoons en dat kun je van het aflikken van een toiletbril toch niet zeggen.

Ik denk dat al die mensen die wel kussen maar geen handen schudden ook over deze informatie beschikken en leven volgens het motto: lebber er vrolijk op los, zolang je je handen maar thuis houdt. Ik begeef me onbevreesd in het sociale verkeer, ook als daar handen schudden bij komt kijken. Dat verhoogt de weerstand weer, denk ik dan maar. Maar goed, ik ben dan ook een echte waaghals.

zondag 6 januari 2013

Roofvogel Mcdrive

Toen ik naar de middelbare school ging fietste ik dagelijks een kleine 40 kilometer door het vlakke Groninger land. Omdat ik van mijn lichting de enige was die naar mijn middelbare school ging, fietste ik regelmatig alleen. Dat vond ik helemaal niet erg. Onderweg naar huis keek ik graag een beetje rond en liet ik mijn gedachten lekker dwalen. Het weids kijken waardeerde ik toen ook al: je ziet dan namelijk van alles. Zo zag ik ooit eens een paard een veulen krijgen. Daar parkeerde ik mijn fiets dan even voor, ook al was het een stromende regen. Echt bijzonder was het destijds als ik eens een roofvogel zag.

Hoe anders is dat nu! Je hoeft maar even in de auto stappen en over een afstand van een kilometer of 20 spot je zonder er je best voor te doen toch zeker vijf buizerds. Majestueus in de lucht, maar vaker nog roerloos op een paaltje naast de snelweg, de enige echte roofvogel Mcdrive, geduldig wachtend op een hapklaar brokje. Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Of zoals boezemvriendin het graag verwoordt: Is dat makkelijk of is dat easy?

vrijdag 4 januari 2013

De tik van een zachtaardige man

Met verwondering lees ik over de breuk tussen Rafaël en Sylvie van der Vaart. Er is een einde aan het sprookje gekomen. Een scheiding is altijd een groot persoonlijk drama, maar in dit geval lijkt het ook nog eens wereldnieuws. En niet alleen in de bladen en kranten waar je dat verwacht. Mijn moeder is nog altijd niet over de breuk tussen Jan en Yolanthe heen. Niet om Jan en Yolanthe, maar vanwege het feit dat onze minister-president destijds, Jan Peter Balkenende, zich hierover uitsprak. Alsof het een zaak van landsbelang was!

De manier waarop er over de breuk wordt geschreven is een nadere beschouwing waard. Wat is er namelijk gebeurd? Op het nieuwjaarsfeestje dat Sylvie en Rafaël -of Raf, zoals Sylvie hem ook wel liefkozend noemde- gaven, liep het dusdanig uit de hand dat Rafaël Sylvie een tik verkocht. Inderdaad, terwijl hun vrienden aanwezig waren. Het was geen klein corrigerend tikje, want Sylvie ging neer. Daar is misschien niet heel veel voor nodig, maar het moet toch wel een tik zijn geweest. Dat valt op geen enkele manier goed te praten zou je zeggen. Toch gebeurt dat. De sympathie lijkt naar Rafaël te gaan. Overal lees je dat 'de zachtaardige Rafaël' of 'de evenwichtige Rafaël', Sylvie een tik heeft gegeven. Dus tussen de regels door staat er eigenlijk: je moet die buitengewoon aardige vent wel heel erg tergen, wil je een tik krijgen. En dat is natuurlijk belachelijk. Wat ook opmerkelijk is, dat is dat Sylvie overal laat weten dat ze het hem allang heeft vergeven. Waarom? Voor haar zoon? Dat lijkt me toch niet. Het is onvergeeflijk als een man een tik uitdeelt. Die boodschap zou ze haar zoon moeten geven. En direct daarop: ik laat me niet slaan- onder geen enkel beding. Een hele spontane tik retour tussen de mooie bruine ogen van Raf, zou wat mij betreft een goede spontane eerste reactie zijn geweest.

Hoe kan het dat de tik van Rafaël wordt vergoelijkt? Wat gebeurt hier? Ik heb geen speciale sympathie voor Sylvie, maar het lijkt me duidelijk dat dat niet deugt. Je slaat je vrouw niet. Daar is geen excuus voor. Nooit.






donderdag 3 januari 2013

'Jank' naar het veen

Ook al zitten we nu vlakbij onze oude stek, toch is het een wereld van verschil. Onze zoon wijt het allemaal aan het verschil tussen zandgrond en veengrond. In Hoogezand heb je zandgrond en in Sappemeer zitten we op het veen. Dat hebben de graafwerkzaamheden wel duidelijk gemaakt. Hij vindt zichzelf een echte Veenkoloniaal, iets om trots op te zijn. "Wij horen op het veen", is een van zijn favoriete uitspraken. En inderdaad, we zien er erg naar uit om weer terug te gaan naar het veen, we hebben 'jank'* naar het veen. Zolang dat niet zo is houden we ons groot op het zand en troosten we ons met de muziek van Bert Hadders en de Nozems, die tot groot genoegen van onze zoon in onversneden Veenkoloniaals zingen. Heel mooi, vind ik ook. Deze hoort absoluut thuis in de bovenste regionen van de lijst van Alle 50 goud van RTV Noord van 2013: 180 kilometer, afkomstig van de CD de Coöperoazie, een prachtig liefdesliedje. En er staan meer potentiële top 10 nummers op De Coöperoazie (Domnee, domnee en Poolse Bruid). Het is duidelijk: ik ben fan.




*Gronings voor heimwee.