zaterdag 31 augustus 2013

Erg vermakelijk

Je kunt je natuurlijk ergeren aan de reclame die dagelijks voorbijkomt. En dat doe ik dan ook wel, behalve die op facebook. Die vind ik toch wel erg vermakelijk. Soms ben ik zelfs in de verleiding om erop te klikken. Maar tot nu toe heb ik me weten te beheersen. Anders word je voor je het weet overspoeld met reclame over het onderwerp. Niet dat dat nu niet het geval is, want rimpelreclames en afvalreclames vliegen me ook zonder een enkele klik om de oren.
Aangezien ik me er zo over vermaak is het natuurlijk jammer dat ik daar alleen maar van kan genieten. Dus deel ik het graag.
 
Vet Verbrandende Vruchten

Met name die gekke tip maakt dat ik zou willen klikken.


Als dit fruit is...


Zelfs mijn eventuele hond verdenken ze van overgewicht.

Met deze vrouw is toch meer aan de hand.

1 tip? JONGERE HUID!
Dit ziet eruit als kit. En ik ken kit. Nou heeft dat natuurlijk de eigenschap om kiertjes te dichten, maar om het dan maar op je gezicht te smeren...



Ontdek de kleur nagellak die bij jou past en Win een ICI Paris XL cadeaubon t.w.v. €450!
Leuk! Nooit over nagedacht dat je nagellaktesters had! In plaats van op dieren dan zeker.



Hij is wel leuk, maar niet zo leuk als E. natuurlijk. Te metro voor mij denk ik. Gezien de uitsnede van de foto: zou hij lijden aan mannelijke kaalheid? Ik denk het. Niet dat dat verkeerd is: een beetje kerel verliest zijn haar.

vrijdag 30 augustus 2013

Niet meer van de Boomgaard

Vandaag hebben we een periode afgesloten. We hebben vanmorgen de sleutels van ons huurhuis ingeleverd. We zullen het niet missen. Niet dat het huis nou zo verkeerd was. Het was kleiner dan we gewend waren, maar we hadden ook minder spullen dan we gewend waren. Dus dat was geen probleem. De  wijk was anders dan we gewend waren: al meer dan 20 jaar woonden wij in het bruisende hart van Sappemeer City. Nu kwamen we terecht in een rustige woon-/slaapwijk. Dat was anders, maar alles was anders.

Andere mensen zullen in die wijk vast heel gelukkig zijn of worden. Voor ons was het een jaar van overleven, een pauzejaar. Niet dat we er niet gelukkig zijn geweest, maar dat kwam niet door de wijk, dat was omdat we bij elkaar waren. Dàt we er allemaal nog waren. Daarom was vandaag ook zo'n fijne dag: het was het eind van een pauzejaar, het afsluiten van een periode. Vanaf nu gaan we weer vooruit. En dat is een van mijn favoriete bezigheden: vooruitkomen in de wereld.

E. kan niet vooruitkomen in de wereld zonder kaas. Dus haalden we vanavond kaas bij de plaatselijke kaasboer. Het is een van de winkels die zich nieuw vestigden in ons winkelcentrum in het afgelopen jaar. Omdat we vaste klanten zijn, hebben we er zelfs een stempelkaart. E. heeft een veelvoorkomende achternaam en hij is dus ook niet de enige met die achternaam bij de kaasboer. Toevallig is de ander E's broer. Dus heeft de kaasboer een ezelsbruggetje bedacht om te weten wie wie is. "Oh ja", zegt de kaasboer. "Van de Boomgaard." "Daar wonen we inmiddels niet meer", zegt E. "Zo onthou ik het, dus ik laat het maar zo", zegt de kaasboer. Als we terugrijden denk ik daar nog even aan. Volgende week zal ik het zeggen: hij mag het wel als ezelsbruggetje gebruiken, maar hij moet het niet meer zeggen. Dat hebben we achter ons gelaten. Wij zijn niet meer van de Boomgaard.

donderdag 29 augustus 2013

Goud waard: iemand die luistert

Nou poeh poeh, hè hè, we zijn er weer. Vanaf nu weer volop in de ether, want sinds vanmorgen hebben we weer internet. Na 13 dagen bellen, zeuren en vele explosies verder, is het gelukt. We hebben verbinding. Vanmorgen kwam er voor tienen een monteur binnen die het zaakje binnen vijf minuten gefikst had. "Geen idee waarom het zo lang moest duren", was zijn tekst. "Het was eigenlijk heel simpel." E. vertelt het me als hij -een tevreden man- weer belt met de vaste lijn. "En heb je hem met een windbuks van het erf geschoten?", vraag ik. Nee, dat had hij niet gedaan. En dat doe je ook niet: daar ben je gewoon te opgelucht voor.

Op 15 augustus verhuisden we naar ons nieuwe huis. Heerlijk! En de volgende dag zouden we weer internet hebben. Dat hadden we zo afgesproken met de KPN. Dat lukte natuurlijk niet van de ene op de andere dag, dus E. had netjes 16 dagen van tevoren contact opgenomen om het keurig in te plannen. Maar helaas, dat lukte niet. Kan gebeuren, er gaat wel eens iets mis. Wel balen natuurlijk, maar in de verwachting dat het de maandag erop weer in orde zou zijn, vergaven we dat de KPN, dankzij de algehele jubelstemming als gevolg van onze verhuizing.

's Avonds kreeg ik een sms'je dat het klusje was geklaard. Mocht ik daar anders over denken, dan kon ik 'verhuis' sms'en naar KPN. Dat heb ik natuurlijk onmiddellijk gedaan - en niet een keer. Iedere dag hebben we wel met helpdeskmedewerkers gesproken. Dan E. weer, dan ik. Of allebei op een dag meerdere keren. We hadden geen van beiden het idee dat het ook maar enig effect sorteerde: we hadden net zo goed tegen een staande lamp kunnen praten. Maar je doet wat, je wilt toch het idee hebben dat je er iets aan gedaan hebt. "Ik begrijp het, heel vervelend voor u", vertelt een begripvolle medewerker me op een avond. Maar ik geloof haar niet: ze begrijpt het helemaal niet, want dan zouden ze er als de wiedeweerga werk van gaan maken. "Ik wil helemaal niet vriendelijk te woord worden gestaan", zeg ik. "Ik wil dat ons probleem opgelost wordt". Maar dat gebeurde niet. Het leek alsof de medewerkers waren getraind om klanten vriendelijk af te poeieren in plaats van om hun probleem op te lossen. Ze konden geen enkele uitspraak doen over de termijn waarop het probleem opgelost zou zijn, of over de planning die daar op gezet was. Het schoot geen meter op.

Gisteren belde ik nog maar eens zonder me al te veel illusies te maken.  We dachten eigenlijk dat er maar een uitweg mogelijk was: overstappen naar Ziggo. Maar deze keer kreeg ik iemand aan de telefoon die luisterde. Echt luisterde. Je merkt het verschil onmiddellijk. Hij viel even stil toen hij hoorde dat we al 13 dagen zonder internet zaten. Net als al zijn collega's voor hem, vroeg hij me om even geduld te hebben terwijl hij het uitzocht. Met een ongekende openheid van zaken gaf hij aan dat er al diverse monteurs betrokken waren geweest. "Maar ze hebben het niet afgemaakt", zegt hij nog steeds licht ontdaan. "Ik ga er direct achteraan." Echt geloven doe ik dat eerlijk gezegd niet. Maar wie schetst onze verbazing als E. door de KPN gebeld wordt? Jammer genoeg zit hij op dat moment in vergadering en drukt het gesprekje weg voor hij er erg in heeft door wie hij wordt gebeld. Gelukkig volgt er een sms'je en vanmorgen volgde de monteur.

En nu zit ik hier dan: lekker onderuitgezakt op mijn laptop te bloggen. Heerlijk. Als ik zou willen zou ik de televisie ook nog aan kunnen zetten en ik zou ook kunnen gaan bellen. We hebben namelijk een alles-in-één-pakket met internet, telefoon en televisie. Bellen kon gelukkig mobiel. Voor de tv hadden we een digitenne aan kunnen schaffen. Maar alhoewel ik dol ben op tv-kijken, daar kan ik ook wel zonder. Internet heb ik het meest gemist: een potje surfen en een stukje bloggen? Dat moet eigenlijk wel doorgaan. Daar wordt het leven toch een stuk leuker van. En het enige wat daarvoor nodig is, is een medewerker die echt luistert en dan vervolgens iets doet. Collega zou het -geïnspireerd door zijn moeder- zo verwoorden: zulksen zijn goud waard.


donderdag 22 augustus 2013

Sappemeer, the city that never sleeps



We zijn weer terug in Sappemeer, the city that never sleeps. Onze eerste nacht hier was ik vroeg wakker. Om een uur of half drie lag ik al wakker in onze goed verduisterde slaapkamer. Ik had me er enorm op verheugd: na een jaar slapen op een open zolder eindelijk weer een slaapkamer met een deur die je dicht kunt doen. Lekker de wereld buitensluiten. 

Maar eindelijk weer terug op deze vreemde maar toch vertrouwde plek, was ik te opgewonden om te slapen. Net als de nacht na de geboorte van onze kinderen. In de slaapkamer met verduisterende gordijnen is het roetdonker. Ik heb moeite om me te oriënteren. Des te meer omdat E. ons bed zo heeft opgesteld dat we met de voeten naar de straat en met het hoofd naar de deur liggen. Totaal niet feng shui natuurlijk en zeker niet mijn idee. Maar goed, ik geef het het voordeel van de twijfel. In het donker bedenk ik wat er allemaal nog moet gebeuren: morgen eerst maar een kledingrek halen voor de jassen die nu nog onderaan de trap liggen. En die kasten die onder de schuine wand staan, kunnen misschien wel aan het hoofdeind van ons bizar opgestelde bed staan. Ondertussen wandelen mensen opgewekt pratend voorbij. Dat hoor ik, omdat we het raam open hebben staan. Het is drie uur in de nacht. We zijn in Sappemeer. Wat zal ik morgen nog meer gaan doen? Achter die stoelen aanbellen die zouden komen en toch niet kwamen. Werk maken van een deurbel. Dit soort gedachten brengt de slaap natuurlijk niet dichterbij. Maar even naar het toilet dan. Dat is altijd goed. Tastend vind ik mijn weg in het donker. Het is nog niet zover dat ik die blindelings vind.

Even later wordt E. wakker van mijn gedraai. Ook hij gaat nog maar even naar het toilet. “Donker he?”, zeg ik.  Dat zijn we niet meer gewend. “Zal ik je even naar de deur klakken?” en ik voeg de daad bij het woord en maak een klakkend keelgeluidje. “Je weet wel, dat doen vleermuizen ook toch? Dan weerkaatst het geluid tegen de muur”, zeg ik in de richting waar ik E. in het donker verwacht. “En dolfijnen toch ook? Of waren het walvissen?”, zeg ik al klakkend. Ik ben goed wakker. Hoe laat zal het zijn? Een uur of vier? Het is ondertussen toch iets rustiger geworden in Sappemeer, the city that never sleeps, afgezien van mijn geklak dan. E. kan mijn geklak niet waarderen. Ik vind het zelf eigenlijk ontzettend grappig en krijg de slappe lach. Ook dat brengt de slaap niet dichterbij.

Tegen een uur of half vijf rijden de brommers voorbij: de eerste mensen gaan alweer naar hun werk. Rond zes uur valt de krant op de mat. De brievenbus klinkt metalig in de vide. Dat doet me eraan denken dat ik nog beslag voor de binnenkant van de brievenbus moet bestellen. Morgen maar, als we tenminste internet hebben. Ik sta rond zeven uur op. Genoeg te doen, zo’n eerste dag na de verhuizing.



Waarom ik dit bericht niet plaatste op vrijdag 16 augustus? Dat weten jullie inmiddels: omdat internet het niet deed natuurlijk. Dat betekende niet alleen geen internet, maar ook geen telefoon en televisie. E. is vrijdag al op tijd begonnen met bellen, omdat het vertrouwen dat het vanzelf goed zou komen van tevoren al niet geweldig was. Waarom internet het dan niet deed? Tja, dat kon een monteur pas na het weekeinde uit gaan zoeken. Inmiddels hebben we nog steeds geen internet. Er is wel heul goed nieuws: iemand is bij het kastje geweest. Merken wij daar iets van? Tuurlijk niet. Er moet namelijk ook nog een draadje worden getrokken. En dat doet weer iemand anders. Ze hopen dat het allemaal voor het weekend lukt, maar garanties kunnen ze daar natuurlijk niet voor geven...
Hoe ik dan toch dit stukje blog? Niet weer op mijn telefoon, maar met een dongel. Die heeft E. maar even gehaald. Want ja, hij heeft ook nog een bedrijf hè. Dus ik leen 'm even.