dinsdag 1 april 2014

Ze moeten wel opschieten

Dit weekend kochten E. en ik drie enorme vazen voor op ons terras. We plantten er seringenstruiken in. Vandaag kwamen ze de (enorme) lamp in onze vide ophangen en als alles meezit worden ook onze stoelen eindelijk geleverd. Fijn, dat noem ik nou vooruit komen in de wereld. Het maakt me blij en dat is fijn, want dat weegt dan weer een beetje op tegen de dingen die me niet blij maken. Die zijn er namelijk ook. Je kunt rustig stellen dat ik een beetje in een dip zit. Teveel mensen te dichtbij krijgen kanker. En teveel van hen gaan daar ook nog eens dood aan. Terwijl ze toch  zeggen dat kanker steeds beter te genezen valt. Waarom merk ik daar dan niets van? Wanneer ga ik dat merken?

Deze week zag ik bij De Wereld draait door weer een interview met een wetenschapper die belooft dat kanker over een jaar of tien best eens een chronische ziekte zou kunnen worden. Door behandeling 'aan' en 'uit' te zetten, wordt het kankergezwel op het verkeerde been gezet en op die manier kan het onder controle worden gehouden. Dat is tenminste grofweg wat ik ervan begrijp. De wetenschapper is tevreden. "Zo zien de mensen ook", zegt hij, "dat het geld aan kankerbestrijding goed wordt besteed." Dat is mooi, maar in tien jaar kunnen er nog heel veel mensen in mijn omgeving doodgaan aan kanker. Doodgaan is meestal heel fout, maar doodgaan aan kanker is ronduit kloten. Ik ben het eigenlijk wel zat, ik word onderhand ongeduldig. Voor de goede zaak zal ik dan nog wat extra geld overmaken voor de kankerbestrijding. Maar dan moeten ze wel opschieten.

Vooruit komen in de wereld: lamp hangt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten