vrijdag 9 mei 2014

Vlinderknippen, diedelandaantjen en tuutjefloiten


Collega A. neemt binnenkort afscheid op het werk. Ze gaat vervroegd met pensioen. Daarbij sluit ze aan bij een lange rij collega's die ik liever niet zag gaan. Niet dat het ze niet gegund is natuurlijk, maar met hun vertrek sluit je ook een tijd af. Het was een mooie tijd. Zo af en toe ben ik weemoedig.

Bovenste beste 

Boezemvriendin noemt A. altijd bovenste beste A. En daar heeft ze een goed punt. Ooit praatte A. me het bestuur van een Groninger culturele vereniging in. Het begon met samen Gronings praten op het werk en toen bleek dat we nog eens prima konden samenwerken waaierde de samenwerking uit naar ons privéleven. Het was een leuke tijd. Inmiddels zijn we daar allebei alweer zo'n tien jaar mee gestopt, maar de samenwerking op het werk is onverminderd goed. Ik zie nu al op tegen het gemis van die goede samenwerking en verstandhouding.

Maar goed, zo gaat dat. De tijd vliegt voorbij en voor collega A. nadert het pensioen rap. De tijd tussen het moment van beslissen en vertrekken verdampt razendsnel en voor ze gaat wil ze nog heel veel doen, vertelt ze.

Wat is dat? 

Op het werk praten A. en ik altijd Gronings met elkaar, ook in het bijzijn van andere collega's die dat niet doen. Het is een automatisme: zodra ik haar aankijk gaat de knop om. "Dus din begunt t grode vlinderknippen?", zeg ik tegen haar. "Vlinderknippen, wat is dat?", vraagt een collega. "Diedelandaantjen", zeg ik - wel wetend dat ook dat woord natuurlijk niet bekend is. "Of tuutjefloiten", zegt A. "Lanterfanten?", zegt een andere collega. Inderdaad, lanterfanten. Ook wel een mooi woord, maar het heeft toch bij lange na niet de flair en luchtigheid van vlinderknippen, diedelandaantjen of tuutjefloiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten