zaterdag 30 augustus 2014

Mijn tas is thuisgekomen

Ik had 'm al eerder zien hangen. Maar toen kon ik de verleiding weerstaan. Ik ben van de uitgestelde behoefte. Ik wacht even af om te zien of ik het echt wel wil. En als ik dan tot de koop overga, dan ben ik heel blij en weet ik zeker dat ik iets koop wat een blijvertje is. Zo verging het me ook met de tas.

Onze jongste is een shoe-a-holic, dus we komen regelmatig in verschillende schoenenzaken. Zo ook in de Van Haren hier ter plaatse. En daar zag ik 'm: de tas. Leuk! Maar ik had nog wel een schoudertas en ook eentje voor naar het werk, dus echt nodig was het niet. Een dergelijke aankoop zou eerder een traktatie dan een basisbehoefte zijn. Niet dat je jezelf niet eens mag trakteren, maar een traktatie is alleen maar een traktatie als het iets uitzonderlijks is. Dus moet het niet voortdurend of lichtzinnig gebeuren. Dan wordt het gewoon.

Maar deze week was ik zover. Ik wist het zeker. Doelbewust loop ik de Van Haren binnen, linea recta naar de tassen. Blijken ze ook nog eens in de aanbieding te zijn! Als dat geen teken is... Jammer genoeg zit er op de kleur van mijn keuze een hele vieze vlek. Die hoef ik dus niet. Ik spreek de schuchtere jongen achter de kassa aan: "Is die tas er ook nog zonder vlek?" Hij verschiet licht van kleur en loopt naar de tas en ziet wat ik ook zie. Hij kan er ook niet veel anders van maken. "Ik zal even achter kijken of die kleur er nog is", zegt hij. Gelukkig is hij verstandig genoeg om me de tas met vlek niet met 5 euro korting aan te bieden. Geen haar op mijn hoofd die daar over zou denken. Dan zou het geen traktatie meer zijn.

Jammer genoeg is 'ie er niet. "Maar ik kan 'm wel voor u bestellen", zegt hij. Goed idee. "Doe dat maar", zeg ik. "Wilt u 'm thuis of wilt u..." vraagt hij. Ik onderbreek hem halverwege, want ik weet het al: "Doe maar thuis", zeg ik. En zo gebeurt het. En wat blijkt? Bij Van Haren maakt het ze niet uit of ze de tas naar hun filiaal laten verschepen of linea recta naar mijn huis. Zonder verzendkosten krijg ik de tas  gewoon thuisgestuurd. En gisteren is mijn tas dus thuisgekomen. Hij was voor mij bestemd. Dat wisten ze bij Van Haren al, getuige het bijgevoegde verzendbewijs: Ship To Home. Het is geweldig. Ik krijg er bijna tranen van in mijn ogen.


zondag 24 augustus 2014

In de greep van True Detective

Het lijkt alweer heel lang geleden, maar het was toch nog maar ruim twee weken geleden dat het echt bloedheet was. Te heet om welke activiteit dan ook te ondernemen. Gelukkig had ik toen nog vakantie. Alhoewel lampen en apparaten de temperatuur in huis ook verhogen, besluiten de oudste en ik om een tv-marathon te starten. We hebben sinds kort HBO on demand, dus we kunnen kiezen. We kiezen voor True Detective. Ik was daar al aan begonnen, de oudste stak later in, maar we zijn klaar voor de laatste drie.

We kijken gebiologeerd naar drie afleveringen achter elkaar. Als de eerste is afgelopen zeggen we tegelijk: "Nog eentje?" en zo gaat het door. Wat een geweldige serie! En dat is heel bijzonder, want het druist tegen al mijn persoonlijke voorkeuren in. Doorgaans heb ik graag dat een zaak binnen een aflevering wordt afgehandeld. Ik heb er maar een hekel aan als een zaak over meer afleveringen wordt uitgesmeerd. Als ik dat van tevoren weet, kijk ik niet eens. Weet ik het niet, dan heb ik de pest in. Bovendien hou ik ervan als de gebeurtenissen zich in een hoog tempo afspelen. Als dat niet zo is, dan haak ik binnen tien minuten af. Ook ben ik geen fan van wisselingen in tijd. Ik heb graag dat een misdrijf zich in het nu afspeelt, geen uitstapjes naar het verleden. True Detective gaat tegen al deze voorkeuren in: een zaak wordt in 8 afleveringen ontrafeld, er worden binnen de afleveringen sprongen in de tijd gemaakt en het tempo is laag. Er is zo'n grote rol weggelegd voor het landschap dat het af en toe op een roadmovie lijkt. Waarom heeft deze serie mij dan zo in de greep?

Ik probeer het antwoord op deze vraag te achterhalen als we in het zwarte gat zijn beland nadat we alle afleveringen hebben gezien. Ik kan er de vinger niet echt op leggen, maar op de een of andere manier is er een magische combinatie ontstaan. Een groot deel van die magie zit 'm -behalve natuurlijk in het fantastische script- in de cast. De hoofdrollen worden gespeeld door Woody Harrelson en Matthew Mcconnaughey. Geen voor de hand liggende keuze: Woody Harrelson kende ik toch vooral als de vrolijke niet al te slimme barman van Cheers en Matthew Mcconnaughey als mooie jongen met een lijzig Texaans accent. Allebei toch een beetje oppervlakkig. In deze serie rekenen ze af met dat imago. En hoe!

De zaak wordt opgelost. En dan is het zomaar afgelopen. "Wat nu?", zegt de oudste. "Wat moeten we nu doen?" We zijn een beetje ontredderd. Als je iets hebt gezien wat je heel goed vindt, dan is dat bitterzoet. Het is geweldig dat iets je zo in beslag heeft kunnen nemen, dat je zo bent meegenomen door het verhaal. Dat wil je weer, je wilt meer. En tegelijkertijd weet je dat dit niet zo vaak gebeurt. Je hebt geen idee hoe lang je moet wachten voor je dit opnieuw overkomt - daar heb je geen greep op.

De oudste kijkt onmiddellijk op internet of er ook een tweede serie op stapel staat - en hoelang we dan nog moeten wachten voor we die kunnen zien."Er komt een tweede serie", zegt ze. "maar niet weer met Harrelson en Mcconnaughey." Daar knappen wij niet van op. Maar goed: ga die eerste serie vooral zien!

Geweldige intro -echt geweldig- met muziek van The Handsome Family:
 

De trailer
 

zondag 17 augustus 2014

Man vermist

Het zal je maar gebeuren: je staat op en je man is verdwenen. Het overkwam mij vanmorgen. Als ik wakker word is hij weg. Dat gebeurt vaker en dat kan natuurlijk: ook al ben je al heel lang bij elkaar, je bioritme is niet 100% op elkaar afgestemd. Meestal merk ik het wel, dus opmerkelijker is dat ik er niets van heb gemerkt - ook al ben ik minder waakzaam dan voorheen.

Als ik opsta, verwacht ik E. natuurlijk beneden aan te treffen. Hij heeft het druk en dat betekent voor een kleine zelfstandige dat ook zondag een werkdag is. Maar in zijn kantoor is hij niet. Ook is er geen bewijs van recente activiteit, zie ik in een oogopslag. De luxaflex zijn nog dicht, de computers nog niet opgestart. Dus verwacht ik hem in de kamer. Maar ook daar geen spoor van aanwezigheid van E. De gordijnen zitten nog dicht. Er is nog geen ontbijtje genuttigd zo te zien. Een blik in de vaatwasser leert dat daar niets is uitgehaald. Ook het toilet en de badkamer zijn niet bezet. 

Gelukkig ben ik een true detective*, dus ik heb niet veel aanwijzingen nodig. Een aanwijzing is voldoende voor mij om het hele plaatje compleet te krijgen. Er mist namelijk een banaan. Dan weet ik genoeg: E. is gaan hardlopen.

*Wat een geweldige serie. Maar daarover later meer.

zondag 3 augustus 2014

De romantiek viert weer hoogtij

Foto: Hetty Kuipers
"Welk dier zou jij willen worden als je doodgaat?", vraagt de jongste. "Ik denk niet dat ik als dier terugkom", zeg ik tegen haar. Ik geloof niet in het hiernamaals, niet in reïncarnatie, alleen in het hier en nu. "Ja, maar als het nu wel zo was, welk dier dan?"

Zelf weet ze het even niet, vertelt ze. Ze was toen ze klein was altijd dol op huisjesslakken, maar om nou als huisjesslak terug te komen... Daar heeft ze toch ook haar bedenkingen bij: "Dat lijkt me toch niks, dan gooien mensen zout op je of ze gaan bovenop je staan." Inderdaad geen genadig einde.


Ik hoef niet echt lang na te denken. "Een zilvermeeuw", zeg ik. We voeren dit gesprek bovenop een krijtrots in Noord-Frankrijk. Daar zijn ze heer en meester. Ze zijn er alom aanwezig: krijsend, drijvend vliegend, zeilend in de wind, scherp afgetekend tegen de blauwe lucht met de zee of water binnen handbereik. Mooi. "Als zilvermeeuw kun je zowel vliegen als op het water zijn. Dat lijkt me ideaal", licht ik mijn keuze toe.

Mijn gezin is verbaasd. "Zilvermeeuwen zijn toch echte rötterds", zegt E. Het zijn inderdaad geen knuffelige nobele dieren. Veel mensen vinden ze niet zo sympathiek. Maar dat interesseert me niet. "Ik vind het totaal geen probleem om een rötterd te zijn", zeg ik.  "Een zilvermeeuw heeft volgens mij amper natuurlijke vijanden." Dat lijkt me wel relaxed. Als ik dan nog een leven tegoed zou hebben, zou ik niet de hele tijd achterna willen worden gezeten door andere dieren. "Zeehonden toch?", zegt de oudste. Ik weet het niet. "Die moeten me dan toch maar eerst te pakken krijgen", zeg ik. Ik heb me inmiddels al helemaal ingeleefd. "Ik kan immers vliegen en die zeehond niet". "Wat wil jij worden?", zegt de jongste tegen haar vader. "Nou dan wil ik natuurlijk ook een zilvermeeuw zijn", zegt E. Het is wel duidelijk: de romantiek viert hier weer hoogtij.