woensdag 29 oktober 2014

Vastgesteld onbekend

Nu de kinderen iets groter zijn, heb ik de handen een beetje meer vrij. Aangezien meer werken er in mijn sector in deze tijd niet inzit, besluit ik om er weer freelance bij te gaan werken. Ik heb er veel plezier in. En na een paar opdrachten besluit ik maar eens in overleg te gaan met de Kamer van Koophandel om erachter te komen hoe ik de zaken aan moet pakken.

Om een afspraak te maken vul ik een e-formulier in. Ik vul onder andere mijn naam, mijn bedrijfsnaam en mijn domeinnaam in. Het gaat gesmeerd. Dan kom ik bij een belangrijke sleutelvraag: mijn geslacht. Eenvoudig zou je zeggen: man of vrouw. Hij staat standaard op man (!) dus ik klap het menuutje uit. En dan blijkt dat er nog meer te kiezen valt dan alleen man of vrouw. De derde keuzemogelijkheid is 'vastgesteld onbekend'. Ik verplaats me even in de positie van iemand die deze keuzemogelijkheid moet aanvinken. Je moet sterk in je schoenen staan om te kunnen verdragen dat je geslacht onbekend is. Dan hoor je nergens bij. En als het dan ook nog eens vastgesteld is, dan is er ook geen hoop meer dat het ooit nog eens bekend zal worden. Dan kun je er niet meer onderuit; je zit vast in onbekendheid. Dat lijkt me moeilijk te verteren. Ik deel het met E.  Die is deze optie ook nog nooit tegen gekomen. Wat we wel weten: ik ben vrouw. Dat heb ik voor de zekerheid nog even gecheckt. E. tekende voor de dubbelcheck.

zondag 26 oktober 2014

Worden wij comfortabel?

Foto: Roel Hemkes, Flickr
Het is toch een genot om met het openbaar vervoer te reizen. Deze week was ik weer eens in de gelegenheid. Treinen rijden alleen als het rendabel is, dus was het 's middags op de terugreis hutje mutje vol.Veel mensen in de trein betekent doorgaans veel te kijken. Aangezien ik retour kwam van de oogarts, die verschillende zalfjes en drupjes in mijn ogen had gegooid, hield het kijken niet over. Gelukkig staan de andere zintuigen dan op scherp.

Een paar bankjes verderop zit een jonge moeder. Ze is met een kind. Ik zie natuurlijk niet hoe oud het kind is. Eerst hoor ik ze niet, maar het begint met een bons op de grond. De ipad van de moeder valt op dat moment op de grond. Of preciezer: het zoontje laat de ipad van de moeder op de grond vallen. En dan begint het: de moeder barst los. "Foei, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt. Nu is mama boos." Aan de manier waarop de moeder het kind toespreekt leid ik af dat het nog een klein kind is. Het kind begint te huilen en te jengelen, want hij wil de ipad terug. "Nee, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt." Ik schat het gejengel in op dat van een jongetje van ongeveer twee jaar. De moeder wordt steeds bozer: "Nu gaan wij ook niet naar de kermis. Heb je dat begrepen? Geen kermis voor jou." Inmiddels heeft ze de aandacht van de hele coupé. Ik vind het sneu: je kunt dat kind van twee jaar toch niet verwijten dat een ipad valt? Dat is het risico bij jonge kinderen. Je kunt het jezelf dan verwijten dat je dat niet voorziet. Dan was dit hele drama niet nodig geweest.

Het jongetje gooit er nog even een tandje bij op. Hij loeit erover. Inmiddels heeft de moeder aan elk oor een zweetdrup. Het is natuurlijk zeer oncomfortabel om in zo'n volle coupé door iedereen bekeken te worden. Dat blijkt ook wel uit haar volgende opmerking. Ze grijpt het jongetje bij zijn arm (ik zie inmiddels weer een beetje) en bijt hem toe: "Worden wij comfortabel? Nou? Worden wij comfortabel?" Achter die vraag gaat een hele wereld schuil. Een wereld waar het comfort van ouders voorop staat. Het jongetje blijft loeien. Een vier lettergrepen-woord is misschien ook een beetje hoog gegrepen voor een tweejarige. Hij begrijpt er niets van. En de moeder begrijpt er natuurlijk ook niets van.

maandag 20 oktober 2014

K.I.D.Z.

Begin van dit jaar had ik het ineens: lichtflitsjes in mijn rechterooghoek. Niet helemaal gewoon natuurlijk. Typisch iets om even de opticien voor te raadplegen dacht ik zo. Op het moment dat ik op de fiets stap, heb ik nog geen idee dat ik nog geen uur later in het ziekenhuis zal zitten. De opticien stuurt me door naar de huisarts, die raadpleegt de oogarts en die wil me onmiddellijk zien. Het lichtflitsje duidt namelijk op gedonder aan je netvlies (mijn vrije vertaling). De lichtflitsjes kunnen gaatjes of scheuren veroorzaken. Dat kan leiden tot zichtverlies en dat wil je natuurlijk niet. Gelukkig valt het allemaal mee. Een aantal uren later loop ik als een echte Japanse manga -met gefixeerde wijde pupillen- het ziekenhuis uit. Geen gaatjes of scheurtjes in het netvlies. Na twee weken bliksem keerde de rust terug in mijn rechterooghoek.

Tot vanmorgen. Het is nog donker als het eerste lichtflitsje knettert in mijn linkerooghoek. Ik besluit gewoon naar het werk te gaan. Vanmiddag kan ik de lichtflitsjes niet meer negeren, dus ik bel de huisarts. Die neemt direct contact op met de oogarts. Gezien het verloop de vorige keer hoef ik niet acuut te komen, maar er volgt wel een spoedverwijzing. Ze willen me deze week zien: morgen of overmorgen. Verder moet ik het maar even rustig aan doen. Dat wil zeggen: beter niet sporten tot de rust is weergekeerd.

Als goede vrouw meld ik de ontwikkelingen natuurlijk even aan mijn man. Ik mail hem de stand van zaken. Ik krijg een mail retour met de onderwerpregel K.I.D.Z. K.I.D.Z.? Ik open het mailtje, maar daar word ik niet veel wijzer van. K.I.D.Z. is namelijk de enige tekst in het mailtje. Ik mail retour ?. Even later volgt het antwoord: Kat in de zak.


zondag 19 oktober 2014

Onrustige dromen

Bang ben ik niet geworden na de brand. Maar er is wel degelijk sprake van verhoogde waakzaamheid. En dat is misschien ook niet zo vreemd als je ooit eens wakker bent geworden in een brandend huis. Toen ik destijds buiten stond in mijn ochtendjas dacht ik: "Kan ik ooit nog weer gewoon gaan slapen?" Maar dat kon. Sterker nog: ik heb geen nacht wakker gelegen van de brand. Echt niet. Gelukkig niet. Wel spookt het toch wat meer in mijn achterhoofd nu de houtkachels weer aangaan.

Ik ben extra waakzaam. Vorige week schrok ik wakker van een brandlucht. Dat was voor het eerst na de brand. Het was mistig. En hoogstwaarschijnlijk hadden onze buren de houtkachel gestookt. Met mistig weer blijft de brandlucht lang hangen. Ik weet natuurlijk dat de lucht hoogstwaarschijnlijk wordt veroorzaakt door die houtkachel. Maar dat wil ik dan wel graag even zeker weten. Dus sta ik op. Ik hang uit het raam en kijk of ik vuur zie. Ik ga naar beneden, kijk voor of ik vuur zie, achter of ik vuur zie. Dat is niet het geval, dus kan ik weer rustig gaan slapen.

Of het met al die brandluchtjes te maken heeft weet ik niet, maar ik droomde vorige week ook over brand. Dat wil zeggen: ik droomde dat ik thuiskwam van het werk en dat ons nieuwe huis was afgebrand. Het dak was eraf, de ramen waren gesprongen en ons hele interieur lag geblakerd en verpieterd in huis. Geen spoor van E. of de kinderen. Paniek! Als ik E. bel, blijkt hij op zijn dooie gemak bij zijn ouders te zitten. Ik ben natuurlijk hoogst verontwaardigd: "Ons huis brandt af en jij belt me niet eens?", vraag ik aan E. "Ik heb je wel geprobeerd te bellen, maar je nam je telefoon niet op", antwoordt hij onverstoorbaar. Om een lang verhaal kort te maken: het draait op een scheiding uit. Ik kan me er niet overheen zetten dat hij me niet eens even op de hoogte heeft gesteld van het afbranden van ons huis.

Gelukkig is het maar een droom, alhoewel E. ook realistische aspecten in mijn droom ontdekt: "Dat gedeelte van het niet opnemen van je telefoon is natuurlijk wel heel realistisch..."

Deze is voor E. natuurlijk. Je kunt 'm kopen bij: http://www.stickeridee.nl/kussensloopdromen

woensdag 8 oktober 2014

Hulde aan RTV Noord

Laatst zaten we in het weekend gezellig bijeen in de woonkamer. Dat gebeurt niet elke dag. Onze zoon heeft op dat moment de afstandsbediening en dan wordt er afgestemd op de regionale zender. Het is weer erg gezellig op de regionale zender. Wybe gaat in Damop op bezoek bij de familie Zwaagstra. De familie reist al jaren langs kermissen met hun oliebollenwagen. Natuurlijk krijgt Wybe -ook al is het nog lang geen oud en nieuw- een oliebol.

Op een gegeven moment zitten we te kijken naar een stilstaand beeld van de regionale zender met een vrolijk muziekje eronder. "Zitten we nou serieus te kijken naar een stilstaand beeld?", vraagt de oudste, die dit weekend thuis is. En inderdaad: we zitten in afwachting van het nieuws te kijken naar een stilstaand beeld. "Jazeker", zegt onze zoon, die in het bezit is van de afstandsbediening. "Te gek toch?" En inderdaad, eigenlijk is dat te gek. Wanneer maak je dat nog mee? Waar maak je dat nog mee? Twee hele minuten rust op tv, niet opgevuld met reclame. Dat is toch onbetaalbaar. Na het briljante concept van De bijrijder is ook dit een verademing in pauze-tv. Hulde aan RTV Noord.  

zondag 5 oktober 2014

Rekenen in kipfilets of Klippans

Ik reken graag in tastbare eenheden. Als ik bijvoorbeeld een kilo groei of afval, dan reken ik in kipfiletjes. Een kilo meer of minder? Dat klinkt niet zo heftig, maar zes kipfiletjes? Dat zijn toch maar weer zes kwakjes vlees die er ergens bijkomen of afgaan. Dat maakt veel meer duidelijk. Voor lichaamsgewicht is een kipfilet voor mij de ideale rekeneenheid.

Een andere rekeneenheid die ik graag hanteer is de Klippan, de goede en goedkope bank van Ikea. Ik reken met name meubels om in Klippans. Dit weekend waren E. en ik op bankenjacht. De twee Klippans die we na de brand aanschaften zijn na twee jaar intensief gebruik namelijk op. En dat mag ook. Ze kosten immers praktisch niks. Voor €169,- heb je er al eentje. 

Een aantal weken geleden gingen we ook al eens op bankenjacht. Toen zagen we een bank waarvoor we maar liefst 38 Klippans konden kopen. Als we iedere twee jaar twee nieuwe Klippans kopen, dan kunnen we 38 jaar vooruit. Dan ben ik 91 jaar. En ook dit weekend zagen we een mogelijke kandidaat, goed voor 16 Klippans. Tot nu toe hebben we nog geen bank gezien die beter is dan zoveel Klippans bij elkaar. Ik ben bang dat dat ook lastig zal worden. Rekenen in tastbare eenheden maakt veel duidelijk.