woensdag 2 december 2015

Niet slikken en knikken maar denken

Gisteravond zag ik een fragment van het programma Van hagelslag naar halal. Het gaat over een reis die drie moeders met hun tot de islam bekeerde dochters maken. De moeders hebben moeite met de bekering van hun dochters. Een van de dochters draagt een nikaab. Haar moeder herkent haar niet meer. Kiezen tussen het geloof en de familie? Zonder aarzelen kiezen alle dochters voor het geloof. Het is vervreemdend.

Automatisch vraag ik me af: hoe zou ik dat eigenlijk vinden? Ik hoef er niet lang over na te denken: ik zou het maar niks vinden. Ik zou moeite hebben met iedere vorm van 'bekering' door mijn kinderen. Of het nou gaat om een religie of een ideologie. De reden daarvoor is dat ik wars ben van iedere vorm van onderwerping. En je overgeven aan een religie of ideologie betekent altijd een zekere onderwerping. En daarbij hoort voegen en niet vragen. 

Boomerangkaart van Ahtnemas
Het zou niet zo moeten zijn, maar ook schoolsystemen dwingen soms onderwerping af. Onze zoon sprak gisteren toevallig met een klasgenoot over een van de fundamentele uitgangspunten van zijn opvoeding: niet slikken en knikken, maar denken. "Ze willen je leren om te buigen", zei ik ooit eens naar aanleiding van een incident op school. "Dat hoef je niet te doen, je moet zelf blijven nadenken. Niet slikken en knikken, maar denken." Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Hij denkt en slikt niet - in de wetenschap dat wij daar achter staan.

Onderwerping zet de deur open voor blind volgen. En dat leidt tot niets dan ellende.

vrijdag 27 november 2015

Joa of nee? Nait of geern

Wij Nederlanders zijn heel rechtstreeks. In de rest van de wereld wordt dat wel eens als onbehouwen bestempeld, maar wij vinden het fijn. In het Noorden van het land zijn mensen nog net iets rechtstreekser dan in de rest van Nederland. En in Groningen spannen we de kroon. En van alle Groningers zijn de Oost-Groningers de kampioenen.

Iedere communicatiespecialist weet dat er altijd sprake is van 'ruis' bij het communiceren. Die ruis zorgt ervoor dat we elkaar net niet goed begrijpen. Ruis is dat kleine beetje onduidelijkheid dat bijvoorbeeld kan ontstaan doordat mensen beleefd willen zijn, of omdat ze de waarheid liever in het midden houden. Nou, daar is hier geen sprake van. Niks, 0,0 ruis. Ik zal een voorbeeld geven.

Deze week bezocht ik een plaatselijke supermarkt voor een paar kleine boodschappen. Ik schuif aan bij de kassa. "Dat is dan negen euro en vijf cent", zegt de kassière tegen de vrouw voor mij in de rij. "Vief sint derbie?", vraagt de vrouw. De kassière aarzelt. Ze hoeft die vijf cent duidelijk niet, maar vanuit haar culturele achtergrond is het onbehoorlijk om dat zo rechtstreeks te zeggen. "Joa of nee?", vraagt de vrouw. Ze haalt amper adem tussen de woorden, zodat het bijna klinkt alsof het een woord is: joa-of-nee. Ik schiet in de lach, het meisje bloost - ze voelt zich duidelijk ongemakkelijk onder deze directe confrontatie, maar ze komt er niet onderuit. Ze neemt de vijf centen van de vrouw aan en bedankt haar netjes. Tussen de lippen door mompelt de vrouw nog licht verontwaardigd "Joa, wel eevm zeggen". Hier is geen plek voor twijfel. Het is nait of geern.

En op zulke momenten weet ik het weer: wat is het toch een voorrecht om hier te wonen. Wat ben ik hier toch op mijn plek.

woensdag 25 november 2015

Over schimmels en het bruin bakken

Vagijnbroodje? Zou het er zo uitzien?
Kom, denk ik, nog maar weer eens een blogje schrijven. Ik typ Blogger in en word dan direct afgeleid door het tweede bericht. 'Klik' gaat het bijna reflexmatig. Feministische blogger bakt brood met gist uit vagina. Daar moet ik meer over weten. Dit onderwerp ligt middenin mijn interessegebied. Ik ben vrouw -dus voorzien van vagina met bijbehorende schimmels-, feministe -toch wel, ook al krijg ik meer last van schimmelvorming door het beeld dat het woord inmiddels oproept- en ik wilde ooit bakker worden. Een blogster genaamd Another Angry Woman wil een zuurdesembroodje bakken met schimmels uit haar vagina, begrijp ik uit het artikel in de Metro. Over het hele proces van het oogsten en verwerken van de vaginale schimmels rept het artikel niet. Teleurstellend. Met deze snipper informatie kan ik natuurlijk geen genoegen nemen. Wat weet ik nou helemaal? Recepten wil ik zien, drijfveren. 'Klik'  gaat het nu doelbewust. Met een 'touch' lees ik alles wat ik weten wil -en meer- op de blog van de angry woman die er ook behoorlijk angry uitziet. Zaterdag oogstte de angry woman de vaginale gisten met behulp van een dildo. Daar schraapte ze vervolgens ongeveer een vork vol vaginale schimmels af. Samen met een kopje meel en water staat dat nu in huize angry woman te rijzen. Zondag voegde de angry woman nog weer een kopje water en meel toe en het plan is dat ze dat nog een aantal keren gaat herhalen. Net zolang tot ze genoeg heeft voor een zuurdesembroodje.
 
Haar drijfveer voor de productie van dit vagijnbrood is vrij willekeurig. Zo komt het verhaal op mij tenminste over: zaterdagmorgen werd de angry woman wakker met een brandend en jeukerig gevoel in het kruis. 'Ha, candida albans', dacht ze en direct daarop: 'kom, laat me er een broodje van bakken'. Ik word op zaterdagmorgen ook wel eens wakker met gedachten, maar dit moet je de angry woman dan toch nageven: in al die 54 jaar heb ik dit nog nooit bedacht.

Gezien de reacties op haar blog zie ik dit nog geen hype worden. En ook hier in huis zie ik het nog niet gebeuren. Voor ons geen vagijnbroodje. Zo bruin bakken wij het nou ook weer niet.


Foto van Flickr Christian Haselbach

 



woensdag 21 oktober 2015

Dochters en leutje zeunen

Mijn vader en ik, toen ik ongeveer een half jaar oud was
Mijn vader heeft drie dochters, geen zoon. Er zouden misschien mannen van zijn generatie zijn geweest die dat vervelend hadden gevonden. Maar dat geldt niet voor mijn vader. Hij is en is altijd blij geweest met zijn dochters. En dat hebben wij altijd gevoeld. Hij is dan ook een echte vrouwenman. Geen Casanova of charmeur, maar een leukerd. Daar is een groot verschil tussen. Hij kan koketteren met het feit dat hij het maar moeilijk heeft tussen al die vrouwen, maar daar meent hij niets van. En dat weten wij natuurlijk. Wij stellen wel eens dat wij hem door het leven dragen, omdat wij hem op handen dragen. En dat is ook zo, maar daar zit natuurlijk ook een wederkerigheid in. Zoals wij hem dragen, droeg en draagt hij ons allemaal.

Inmiddels heeft mijn vader al grote kleinkinderen, drie kleindochters en twee kleinzoons. Onze zoon belt zijn opa vanmorgen op. Hij is deze week vrij en de sloten rondom het huis van mijn ouders moeten worden schoongemaakt. Dat doen hun kleinzoons altijd en vandaag is het zover. Hij belt met mijn vader. "Moi opa, mit joen leutje zeun*. Wie kommen eerst eevm kovviedrinken en din moaken wie sloten eevm schoon. Goud? Moi."

Uiteindelijk zijn ze er dan toch gekomen, de zoons - in de vorm van leutje zeuns (en nog meer dochters natuurlijk in de vorm van leutje dochters). 

*Mijn zoon houdt van een rechttoe rechtaan vertaling van het Nederlands in het Gronings. En dit is zijn variant van kleinzoon.  

woensdag 23 september 2015

Allang niet meer 'peachy'

"The WOMAN is ALWAYS the most important part of any OUTFIT." Deze zin staat in de folder van Steps die vandaag bij ons op de mat valt. Ik ben het er hartgrondig mee eens.  Het is een beetje het tegenovergestelde van Kleren MAKEN de VROUW (of de man natuurlijk). De vrouw maakt de kleren mooi. Ik zeg: meer van dit soort zinnen. Eerlijk gezegd heb ik het er ook wel even aan toe. Sinds kort kijk ik namelijk naar Sophie in de kreukels. In het programma valt Sophie van de ene verbazing in de andere in de wereld van botox en fillers, de wereld van doorgeslagen uiterlijk vertoon, de maakbare wereld. Rimpelen, inzakken en vervallen, het mag niet meer. We moeten er altijd fris en 'peachy' uitzien. Aangezien dat voor geen mens is weggelegd, moet daar een spuit aan te pas komen.

Hopeloos verloren

Detailbeeld; zie voor het totaalbeeld de foto boven mijn blog.
Ik ben inmiddels een midvijftiger en dus hopeloos verloren. Dat was ik tien jaar geleden ook al, maar toen had ik het nog niet in de gaten. En eerlijk gezegd was er ook voor het programma Sophie in de kreukels een zeer laag bewustzijn van mijn totale gebrek aan 'peachyness'.

Tien jaar geleden stond ik een keer met boezemvriendin in de lift -dat deden we toen nog gewoon- en toen liet ik haar zien dat ik het vel tussen mijn ooglid en wenkbrauw recht vooruit kon zetten. Veerde het tien jaar daarvoor nog gewoon terug, nu bleef het piekende vel in ieder geval tijdens de liftgang vooruit staan. En als ik de truc vandaag doe, dan kan ik denk ik een behoorlijk stuk van het Pieterpad lopen met piekend vel. Ik vond het een leuke truc, echt wel de moeite waard om even te demonstreren. Voor de zekerheid probeer ik het nu nog eens. "Oh my God, wat creepy", zegt de jongste. "Het zit er nu nog. Dat moet je echt niet weer doen! Dat is toch erg! Het ziet er gewoon ranzig uit." Ik vind het wel meevallen. En gelukkig maar. Het is niet anders. Ik zal niet naar de spuit grijpen, dus krijg ik rimpels. Misschien hoor ik wel bij de laatste generatie die dat nog gewoon vindt.

maandag 14 september 2015

Toilet voor exhibitionisten


Bij ons op het werk zijn we van alle gemakken voorzien. Op iedere hoek staat een koffieautomaat en we hebben fijne toiletten met de benodigde privacy. En daar blijft het niet bij. Sinds twee weken hebben we namelijk ook speciale toiletten voor exhibitionisten, toiletten zonder enige privacy. Dat is geen vooropgezette actie, maar een logisch gevolg van het feit dat ons gebouw rondom in de steigers staat. Die steigers vormen riante wandelpaden direct voor de meest gewilde toiletten langs, namelijk die met een raam. Die toiletten zijn zo gewild omdat het raam ventilatiemogelijkheden biedt en dat is sinds de spuitbussen bij ons in de ban zijn beslist geen overbodige luxe.

Vorige week werd al duidelijk dat de toiletten voor exhibitionisten niet erg in trek zijn. De 'druk' op de overige toiletten liep zichtbaar op met alle gevolgen van dien. Vanmorgen vroeg bezoek ik nog even een toilet zonder inkijk. Het toilet voor exhibitionisten ernaast is niet goed gesloten. Daar heeft iemand duidelijk een haastige nummer 1 afgewerkt. En dan moet de dag nog beginnen...

Bij ons op de gang zitten voornamelijk vrouwen die een uitstekende toilethygiëne hebben en een goed gevoel voor privacy. Ons stuit zoiets dan ook tegen de borst. Gelukkig zijn we behalve netjes ook inventief. Collega was er klaar mee en deed het verzoek om ons eigen discrete toilet te blinderen. Binnenkort kunnen wij dus weer discreet en geventileerd plaatsnemen. Ik zeg: HULDE!


donderdag 30 juli 2015

In overtreding

Deze week keken we op HBO naar de film Get on up over het leven van James Brown. We zagen hoe James vanuit een onmogelijke positie iets van zijn leven wist te maken. Zijn talent en ondernemerszin maakten hem tot een succesvolle entertainer. Mr. Brown was 'the hardest working man in the Show business' en natuurlijk de Godfather of soul. Zijn karakter en perfectionisme maakten Mister Brown niet tot een gemakkelijke man. Hij liet een spoor van vernielingen na en kwam door zijn opvliegende karakter in de gevangenis terecht. Voor zijn bandleden was hij een veeleisende en moeilijke man. Zo deelde hij links en rechts boetes uit als ze iets deden wat niet naar zijn zin was. Dat gebeurde gewoon tijdens het optreden: een vinger was 10 dollar, 5 vingers 50.

Wij hebben hier thuis onze eigen James Brown. Onze zoon deelt namelijk ook boetes uit voor door hem gesignaleerde overtredingen. Dat deed hij al voor hij de film had gezien. Als zijn zussen bijvoorbeeld liggen of hangen op 'zijn bank' -nee, niet die op zijn kamer, maar die in de woonkamer- dan worden zij door hem bestraft met een boete van maar liefst €2700,-. Hoe dat bedrag tot stand is gekomen, is onduidelijk. 

Geïnspireerd door James Brown loopt hij hier nu voortdurend vingerwijzend door het huis. Zijn jongste zusje eet een broodje filet Americain, dat vindt hij niet om aan te zien: €20,-; zuchten om een opmerking die hij plaatst: weer €20,-. Eten van 'zijn' schuddebuikjes: €50,-; grappen over hem maken: €50.-. En natuurlijk de meest begane en ernstigste overtreding van allemaal: het plaatsnemen op 'zijn' bank. Daarvoor komt hij vingers tekort. Al met al tikt het lekker aan. Als alle boetes zouden worden betaald, dan had hij binnen de kortste keren een vette bankrekening. Maar vooralsnog wil dat nog maar niet op gang komen.

zondag 5 juli 2015

Toen wij van Schier vertrokken

Ik wil graag weg kunnen op het moment dat ik weg wil - dat ik kan gaan en staan waar ik wil wanneer ik wil. Dat is altijd al zo geweest. Daarom is het ook zo fijn om de beschikking te hebben over een fiets en een auto. Dan ben je niet afhankelijk van anderen.

Vertrekken van een eiland is voor mij dan ook een spanningspunt: je bent namelijk afhankelijk van een enkel transportmiddel waar je laag frequent gebruik van kunt maken. Gelukkig kon ik dat na een week intensieve ontspanning aan, maar toch. Vanaf Schiermonnikoog kun je geen plaatsen op de boot reserveren, tenzij je met een auto gaat. Maar daar moet je dan weer speciale ontheffing voor hebben op het eiland. En wie wil nou een auto mee naar Schier als het niet nodig is? Als je gewoon als passagier of -zoals wij- als fietspassagier gaat, is het niet mogelijk om te reserveren. Vaak is het ook niet nodig.

Maar zaterdag had natuurlijk net die ene dag in het jaar kunnen zijn dat een reservering wel nodig was. Het was het begin van de schoolvakanties in het Noorden en het zou bovendien bloedheet worden. Het plan was om met de boot van half elf te vertrekken. "Wat nou als de boot vol is?", zeg ik vrijdagavond tegen E. E. is hierin mijn tegenpool: die denkt dat alles vanzelf wel goed komt. "Dat lijkt me niet", zegt hij."Ik denk dat er dan meer mensen naar Schiermonnikoog vertrekken dan van Schiermonnikoog." "Maar stel", zeg ik "en we moeten wachten tot de volgende boot, die van half twee, dan zitten we wel op het heetst van de dag op een volstrekt onbeschutte plek te wachten." Met storm, regen en slecht weer kan me dat minder schelen, maar sinds ik in mijn puberteit een zonnesteek heb gehad, mijd en haat ik de gloeiende zon als de pest. Na enig tegensputteren van E. besluiten we dan maar om met de boot van half acht te gaan.

Foto: Frouke Kuipers
Zaterdagmorgen is het nog fris en rustig op Schier. Colonnes fietsers of wandelaars komen we niet tegen. Als we het laatste stukje naar de veerboot fietsen, zien we dat er verder nog niet veel mensen staan te wachten. Twee Duitsers op ligfietsen zijn nog voor ons. Verder vooral meeuwen, veel meeuwen. Hun ijle gekrijs benadrukt de stilte. "Nou, het valt reuze mee met de drukte hè?", zegt E. Hij heeft dikke pret. Maar goed: het lukt ons dus om op de boot van half acht op zaterdagmorgen een plekje te bemachtigen. En nu zijn we weer thuis.

vrijdag 3 juli 2015

Wij houden van schoon

"Je moet je aanmelden voor die actie Wij houden van schoon mam." We lopen over het strand van Schiermonnikoog. Ik vond een plastic zak in de branding en die vul ik met zwerfvuil terwijl we teruglopen naar de fietsen. "Waarom zou ik me daarvoor aanmelden? Ik kan het toch ook gewoon doen?", zeg ik. Hoogstwaarschijnlijk ontvouwt zich hier een generatiekloofje. Ik hou wel van schoon, maar ik hoef dat niet zo nodig in groepsverband te delen. "Het is een heel goed initiatief", zegt ze. "Je geeft ermee aan dat je meedoet aan het schoonhouden van publieke ruimtes." Ik vind het ook een goed initiatief.

In het opvoedingspakketje
Ik heb denk ik al een essentiële bijdrage geleverd aan een schonere samenleving. Onze kinderen zullen namelijk nooit rotzooi achterlaten. Dat is het begin. Heel simpel: als iedereen zijn eigen troep opruimt, heb je geen rotzooi. Het is bovendien arrogant en over het paard getild om het maar gewoon te vinden dat een ander jouw troep opruimt. En waarom zou je het je kinderen niet aanleren: het is namelijk helemaal niet moeilijk.  Het is me dan ook een raadsel waarom ouders dit niet in hun opvoedingspakketje stoppen.

Geen excuus
"Ik vind het echt compleet achterlijk dat je dat achterlaat", zeg ik terwijl ik een Spa blauw flesje in de plastic tas gooi. "Dit is zo'n mooi strand en dat plastic verdwijnt nooit meer." "Ze zouden hier ook wel wat meer prullenbakken neer kunnen zetten.", zegt de jongste, die eerder dan ik geneigd is te zoeken naar verontschuldigingen. "Dat is geen excuus, ze hebben het ook meegenomen, dan kan het toch ook mee terug?", zeg ik. Daar zijn we het over eens. 

Vandaag zie ik een foto van Stefan van der Kamp op Facebook van het strand van Scheveningen nadat alle vrolijke strandgasten zijn vertrokken. En dan kun je maar een conclusie trekken: de mensen die van schoon houden zijn duidelijk in de minderheid. Onvoorstelbaar. 



Stefan is met deze foto een actie gestart om niets anders op het strand achter te laten dan je voetafdruk. Ik heb het geliked en gedeeld. Kijk op Facebook bij Oneforone.

dinsdag 30 juni 2015

Schaamteloze toeristen

We zitten met de jongste een weekje op Schiermonnikoog. En ik zeg het maar direct eerlijk: we hangen hier schaamteloos de toerist uit. We maken ons schuldig aan allerlei delicten waar de modepolitie ons onmiddellijk voor op de bon zou slingeren. En dat niet alleen: we staan echt in de hoogste aankeutelstand. Een dergelijke vorm van ontspanning kan mijn lichaam maar moeilijk verdragen. Ik ben dus traditiegetrouw niet fit, maar dankzij de aankeutelstand been ik het nog net allemaal bij. 

A perfect day


Ik schets het verloop van de dag even. We komen langzaam op gang. De jongste slaapt uit. Zover zijn E en ik nog niet. Wij beginnen op tijd met het lezen van een boekje. Kopje thee, kopje koffie,even douchen. Een greep in de tas voor alweer zo'n bepaald geen lichaamomhelzende outfit (waar ik anders wel heel erg voor ben!). Rond het middaguur - de jongste is dan inmiddels ook ontwaakt- fietsen we naar de Spar. Dat doen we niet doelgericht, maar echt piano-aan. Inmiddels hebben we onze outfit dan gecompleteerd met een hoedje en een zonnebril - ook als die uitrusting strikt genomen nog niet echt nodig is. In de Spar maken we het leven van de echte Schiermonnikogers tot een hel door ongericht rond te dolen en te overleggen over elke aankoop: 'Zullen we...?', ' Hebben we...?'. Ondertussen zijn die echte Schiermonnikogers allang blij dat wij ons tenminste aan de grondregels van basislichaamsbedekking houden. Die regels worden hier namelijk op grote schaal overtreden door mensen die het echt niet kunnen hebben. Na een korte siësta -waarin de jongste nog even weer naar het dorp fietst om de boodschappen op te halen die we ondanks goed overleg zijn vergeten- stappen we op de fiets om na een rondje over het eiland terecht te komen bij de zee. En daar gaat het natuurlijk allemaal om. Daar storten we ons vol overgave in. Na een hapje eten hier of in een plaatselijk etablissement, kakken we dan opnieuw in. Boekje, tv, bankhangen en naar bed.

En vandaag hebben we weer zo'n dag.



vrijdag 26 juni 2015

Vanuit de broekzak

Woensdag is mijn vrije dag. In de loop van de dag loop ik de tuin even in om alles even weer bij te werken. Als ik in huis terugkom, heb ik twee gemiste oproepen van de baas. Eentje via facetime en een gewoon telefoontje. Dat lijkt dringend, dus ik bel direct terug. De baas neemt op dat moment niet op. Ondertussen ben ik al zover dat ik klaar ben voor een crisis. Ik check mijn mail: niks, vervolgens schaal ik op naar RTV Noord, ook daar niks wat met mijn werk te maken zou kunnen hebben. Dan maar naar Nu.nl en de NOS app. Maar ook daar geen calamiteiten die verband zouden kunnen houden met het werk. Ik besluit het er maar even bij te laten en wacht een telefoontje af. Maar er gebeurt verder niks die dag.

Controleverlies


De volgende dag komt de baas achteloos binnenlopen. "Oh ja, die twee telefoontjes, die kwamen vanuit mijn broekzak". Direct er achteraan als om zichzelf te excuseren: "Dat heeft G. ook vaak". Collega G. is met vakantie en hem kan nu van alles worden aangewreven.  "Wat gebeurt er dan in vredesnaam in je broekzak?", zeg ik.  Dat blijft een beetje vaag. Het was duidelijk een momentje van controleverlies in die nauwe broekzak. Misschien toch overstappen op een bigasspocket?




zaterdag 20 juni 2015

Het is de passie

Alweer mooi geheeld, dankzij de SOS-crème
Ik kom met een lelijke kras op mijn arm op het werk. "Wat is er gebeurd?", vraagt collega. "Het is de passie", zeg ik. Ik hou ervan om de werkelijkheid een beetje op te leuken. In werkelijkheid is de kras veroorzaakt door een pruimenboom. Ik ben tegenwoordig namelijk druk in de weer in de tuin. Dat is mijn nieuwe hobby geworden en daarmee werk ik er hard aan om een droom uit te laten komen: ik wilde namelijk altijd al graag groene vingers hebben. Ik heb ze nog niet, die groene vingers: regelmatig help ik iets om zeep en ik kom vaker wel dan niet geschonden uit de tuin. Maar eerlijk: dat kan de pret echt niet drukken. Bovendien doet een beetje SOS-crème wonderen.


Met passie heeft zo'n kras helemaal niets te maken. Inmiddels weet ik dat. Ik ben namelijk aan het binge-kijken naar de serie Masters of Sex. De (geweldige!) serie gaat over de onderzoekspioniers Masters en Johnson. Zij deden vanaf de jaren '60 baanbrekend onderzoek naar de menselijke seksualiteit. Met hun onderzoek namen zij allerlei vooroordelen over met name de vrouwelijke seksualiteit weg. Een van de dingen die ik en passant opdeed tijdens een binge-kijk-sessie is dat het zetten van je nagels in je partner niet echt iets met passie te maken heeft. Het is een onwillekeurige reflex van je lichaam, een fysiologisch verschijnsel, net als het samenknijpen van je handen en het strekken van je voeten tijdens een climax. Maar mijn drijfveer om de werkelijkheid op te leuken is nou eenmaal sterker dan die wetenschap.






woensdag 17 juni 2015

Wachten op de mum bod hype

Kijk ook naar het bij deze foto behorende artikel over de dad bod.
Mannen kunnen opgelucht ademhalen. Ze kunnen stoppen met hardlopen en sportschoolbezoekjes. Wat blijkt? Een gezellig buikje, A-cup man boobs en weelderig borsthaar zijn helemaal in. Als je echt in de smaak wilt vallen bij vrouwen, dan cultiveer je het 'papalichaam', ofwel de dad bod.  Het atletische lichaam is uit - het wasbordje schrikt vrouwen zelfs af. Niet om naar te kijken, maar wel bij je (potentiële) partner. De dad bod is de laatste internethype, overgewaaid uit Amerika.

Bodytalk

Hoe ik aan die wijsheid kom?  Ik kreeg een voorgesteld bericht van Libelle op facebook. De voorgestelde berichten zijn in plaats van de advertenties gekomen. Libelle pikte deze trend op en attendeerde mij erop - ook al ben ik niet bevriend met Libelle. Maar dit gebaar stel ik natuurlijk op prijs. Ik ben graag op de hoogte van de laatste trends als het gaat om bodytalk en ik deel dit dan ook graag. 

Binnen handbereik 

Ik ben blij met deze hype: hoe heerlijk is het als het ideaalbeeld voor alle mannen binnen handbereik ligt? Ook het deel over lichaamsbeharing spreekt me aan. Als flitsbezoeker van het programma Adam zoekt Eva verbaas ik  me namelijk al langer over de trend om je te ontdoen van alle lichaamshaar. Een volledig kaal lichaam - in de meeste gevallen met uitzondering van de hoofdhuid- maakt een geweldige eerste indruk bij de deelnemers van dit programma. De deelnemers vinden het 'netjes' als er geen schaam- of okselhaar te bekennen valt. Tot mijn verbazing. Tot nu toe weet ik dat aan het feit dat ik overduidelijk niet tot de doelgroep behoor. Ik vind het namelijk een uiterst onnatuurlijk, buitengewoon onvolwassen, onmannelijk en a-seksueel gezicht. Het mannelijke geslachtsdeel knapt er echt niet van op als het ontdaan van alle haar in ontspannen toestand als een naaktslak aan het lichaam bungelt.

De terugkeer van het schaamhaar

Maar ook bij Adam zoekt Eva zag ik dit seizoen de kentering. "Heeft hij nou schaamhaar?", vraag ik aan E. als ik de potige Denis in beeld krijg. Bij nadere beschouwing blijk ik gelijk te hebben: Denis heeft een gecontroleerd bosje schaamhaar. En alhoewel hij de enige is, staat dat kleine bosje schaamhaar zijn populariteit niet in de weg. Integendeel! Verder heeft Denis overigens beslist geen dad bod.  De Eva's kunnen de druk van een perfect mannenlichaam blijkbaar goed aan.

En nu afwachten...

E. maakt zich klaar om te gaan hardlopen terwijl ik dit schrijf. Hij trekt zich niks aan van dit soort trends en trekt zijn eigen plan. En waarom zou hij ook? Met de E bod is namelijk nog nooit iets mis geweest. Ondertussen wacht ik rustig af tot de eerste tekenen van de mum bod hype zich gaan aftekenen. Er is tenslotte maar een iemand nodig om een hype te beginnen.




woensdag 6 mei 2015

En andere opmerkingen

Eergisteravond gingen E. en ik naar de bioscoop om daar de film Boyhood te zien. Onze zoon ging mee. De film maakte onderdeel uit van het programma van de filmclub van Hoogezand-Sappemeer. In de film volgen we de jongensjaren van Mason gedurende 12 jaar - 12 echte jaren, geen filmjaren. Je ziet Mason dus eerst als zesjarige en aan het eind van de film is hij 18 jaar en gaat hij uit huis. Ondertussen is er van alles gebeurd, zoals dat gaat in het leven.

We zijn op tijd. In de foyer delen de dames en de heren van de filmclub een evaluatieformulier uit. Vonden we de film goed, ging het wel of vonden we het slecht. En er is natuurlijk ook ruimte voor andere opmerkingen. Ook krijgen we een formulier waarop we kunnen aangeven welke films wij het volgend seizoen graag zouden willen zien.

We zoeken op ons gemak een mooie plaats ergens midden in de zaal in het midden van een rij. We installeren ons. "Wat zitten die stoelen ja bagger", zegt onze zoon, die geen regelmatige bioscoopbezoeker is. "Veel te rechtop." Hij wijst met zijn vinger naar de rij voor ons: "Kijk maar eens, ze staan bijna voorover." Zijn voorkeur om meer achterover te zitten is geen verrassing voor ons. "Je kunt toch een beetje onderuit zakken?", zeg ik. "Gaan die rugleuningen daar dan minder rechtop van staan?" pareert hij. Hij kijkt op het evaluatieformuliertje. "Heb je een pen?", vraagt hij. De film is nog niet begonnen, dus ik snap het verzoek niet helemaal. "Ik zal even opschrijven dat ze daar iets aan moeten doen." Dat de antwoordmogelijkheid 'Andere opmerkingen' daar niet echt voor bedoeld is, interesseert hem geen bal. Ik vind een pen en hij schrijft. "Ik heb er direct even bijgeschreven dat ze de rugleuning met 30 graden moeten laten zakken. Ze hebben er blijkbaar niet veel kijk op, dus dan kun je maar beter duidelijk zijn. Daar hebben ze tenminste iets aan.", aldus onze zoon. E. en ik vinden het zeer vermakelijk.

In de pauze nemen onze zoon en ik een bitter lemon. "Valt het je wel op hoe goed dit flesje in je hand ligt? Wat een fantastische pasvorm", zeg ik tegen hem.. "Zal ik dat dan maar even bij de 'Andere opmerkingen' opschrijven?", opper ik. "Moet je er ook even bij zetten dat het volume wel te wensen overlaat", pareert hij en daarmee heeft hij natuurlijk weer het laatste woord.

De film beoordeelden we trouwens allemaal met een 'goed'.

zaterdag 18 april 2015

Dagelijkse dilemma's

Boezemvriendin en ik huizen met ons kantoor naast het toilet. Bij ons op het werk doen we niet aan gescheiden toiletten: het is dus een gemengd toilet. Of moet ik nou zeggen: een geïntegreerd toilet? Afijn, zowel mannen als vrouwen bezoeken het bewuste toilet. Regelmatig doen zich dilemma's voor rond het toiletbezoek.Sinds de luchtverfrissers bij ons op het werk in de ban zijn gedaan is de zaak toch al op scherp gesteld.

Laatst trof ik remsporen aan in het toilet. "Wat doe je dan?", zeg ik tegen boezemvriendin. "Ik kan het laten zitten en dan denkt de volgende dat ik zulke sporen achterlaat, of ik ga de troep van een ander opruimen." Geen van beide opties stond me eigenlijk aan. Het dilemma was daar. In het toilet had ik even een kort (het waren nog verse remsporen en de lucht in het toilet was navenant) en bewust keuzemoment: ik koos ervoor om het toilet toch maar even te borstelen. "Gadver, ze kunnen toch wel even achterom kijken?", zegt boezemvriendin. "Vast een kerel geweest". Bij ons op het werk heb je namelijk uitsluitend nette -geen sporen achterlatende- vrouwen. "Misschien een vooroordeel, maar toch.", vervolgt ze. "Tja, vooroordelen komen ook ergens vandaan hè?", zeg ik. Ook al is de  aanleiding onsmakelijk, het blijkt toch een fijn 'bonding' momentje voor boezemvriendin en mezelf: we zijn het weer roerend eens.

donderdag 16 april 2015

NS-humor

Foto: Flickr Roel Hemkes
Eergisteren reisden collega en ik af naar Bussum. We zijn in ons team geen echte congresgangers, maar voor dit congres maakten we een uitzondering. Collega pikte me voor dag en dauw op op een parkeerplaats. Zij reed me in haar luxe bolide, waarvan het dashboard beslist niet onderdeed voor een cockpit van een handzaam vliegtuig, van hier naar Bussum. Aan het begin van de avond zat de intensieve, maar zinvolle dag erop. Ze zette me af bij het station in Groningen.

Het laatste stukje naar huis leg ik af met de trein. Niet te vergelijken met het luxe vervoersmiddel van collega, maar daarom geen minder groot genoegen. Het gebeurt niet vaak dat er op dat korte stukje wordt gecontroleerd, maar deze keer gebeurt dat wel. Twee conducteurs checken onze kaartjes. Dat verloopt zonder incidenten, ook al reist er wel iemand mee zonder geldig vervoersbewijs. Dat zou heel gewoon moeten zijn, maar dat is het erg genoeg niet. Dat blijkt wel uit de onvervalste cynische Groningse NS-humor. Bij binnenkomst in de coupé zegt een van hen met een fijne Groningse tongval, terwijl hij zijn vuisten balt: "Goedenavond dames en heren. Zegt u het maar, moet ik de gevechtshouding aanneemn, of hoeft dat vandaag niet?" Direct vooraan in de coupé zit de jongen zonder geldig vervoersbewijs. Een van beide conducteurs handelt die kwestie met hem af, terwijl de ander verder gaat met controleren. "Wij moetn beter met de reizigers omgaan dames en heren, wat vindt u dervan? Hoe gaat het tot zover" Wij vinden dat het prima gaat. Een -hoogstwaarschijnlijk bekende-  reiziger met veel piercings in zijn gezicht wordt begroet met: "Kijk nou toch eens eevm wat hier voor n gevechtsmachine zit." Tegen 2 jongens met een hockeystick: "Dag jongelui. Gaan jullie hockeyen?" De jongens bevestigen het. "Okee, anders was t namelijk n slagwaapn en dat moet ik dan weer rapporteren hè?" Ondertussen is zijn andere collega bezig met de jongen zonder geldig vervoersbewijs. De procedure nadert de afronding."Ik moet je der ook nog eevm op wijzen dat je n advocaat kunt raadplegen." En dan rondt hij het gesprekje af. "Nou Thijs, bedankt dat je me niet in elkaar geslagen hebt." En hij verlaat de coupé met de volgende woorden: "En u ook bedankt dames en heren dat u me mijn werk liet doen en dat ik vanavond gewoon weer naar huis kan."

We lachen er allemaal om, maar het is belachelijk en diep triest. Dat hebben deze conducteurs in ieder geval duidelijk gemaakt. 

maandag 6 april 2015

Dag en tot ziens

Al een poosje ben ik bezig met opruimen. Toegegeven: de brand heeft een flink handje geholpen. Veel rommel hebben we niet meer, maar na drie jaar begint de rommel zich toch weer op te hopen. Ik richt kastjes opnieuw in, ben creatief in de weer met klemstangen en organiseer het allemaal logisch. Ik schuw daarbij een goede hack niet: ik zet een flessenrek onderin de la waarin ik vervolgens de rollen plastic zakken plaats. Kortom: ik ben de vleesgeworden natte droom van IKEA, een waardig boegbeeld voor de campagne Dag rommel.

Ik word heel blij van opruimen. Dat geeft me veel energie en het vervult me met hoop voor de toekomst: ik zal in een ordelijk en opgeruimd huis wonen. Dat ik daar zo opgetogen over ben zegt natuurlijk al wel het een en ander: het komt bij mij niet vanzelf. Maar als iets lukt wat niet vanzelf komt is de euforie des te groter.

In die staat van euforie kom ik E's kantoor aan huis binnenzeilen. E. houdt niet van gerommel in huis. Hij geeft de voorkeur aan rommel boven mijn gerommel. "Ik ben echt ontzettend goed bezig", zeg ik. Hij kijkt bedenkelijk. Ik: "Het is hier compleet Dag rommel." "Nou eerder Tot ziens rommel", zegt hij. Hij kent mij erg goed.

zaterdag 4 april 2015

Niks mis mee

Moet je kinderen eigenlijk nog wel leren schrijven met de hand? Die discussie popte een tijd geleden ineens op. Of doe je er beter aan om ze direct te leren typen? Schrijven doen we steeds minder met de hand. Ik kan al heel lang beter typend nadenken over een tekst dan schrijvend. 

Schrijven doe ik eigenlijk alleen nog als ik een kaartje schrijf, als iemand met een lijst langs de deur komt, of als er in een winkel om je emailadres of je persoonlijke gegevens wordt gevraagd. Dat laatste gebeurt regelmatig. Soms - als ik een hele goede aankoop heb gedaan- heb ik dan wel eens zwakke knieën en dan vul ik zo'n formuliertje in. Zoals een tijd geleden bij de Steps in Winschoten. Daar scoorde ik een groen jasje. Ik was blij - heel blij. Dat was ik ook toen bleek dat het jasje met enorme kortingen in de opruiming ging, omdat ik blijkbaar een van de weinigen was die het een mooi jasje vond. En dat ben ik nog steeds.

Zo nu en dan krijg ik post van de Steps. Daar besteed ik meestal niet zoveel aandacht aan. Deze keer haalde de oudste de post uit de bus. Ik zit in de kamer te lezen. "Nee hoor mam, je hebt helemaal geen beroerd handschrift", zegt ze. Ik kijk haar enigszins bevreemd aan. Waar komt die opmerking nou weer vandaan? We hebben het er wel vaker over: ik vind dat ik een mooi karakteristiek handschrift heb, niks mis mee. Zij noemt het onleesbaar. Haar punt wordt duidelijk als ze me wijst op de adressticker van Steps. Mijn achternaam is daar gespeld als Shrijt. Ook leuk. Gelukkig kan ik ter verdediging aanvoeren dat het adres wel duidelijk was. Tenminste bij de Steps...

zondag 15 maart 2015

Pelvis like Elvis

Met een beslist gebaar legt onze zoon het visitekaartje naast me op de leuning van de bank. Hij komt van de naastgelegen sportschool, gerund door een fysiotherapeute in opleiding. Ze zoekt voor haar afrondende onderzoeksopdracht nog mensen met chronische lage rugklachten. "Ik weet niet of ik daar wel een geschikte kandidaat voor ben", zeg ik. Onze zoon denkt van wel en een paar dagen later bel ik. "Ik heb op het moment geen klachten", meld ik ook aan de zus van de fysiotherapeute. "Dus ik vraag me af of ik wel een geschikte kandidaat ben." Ze zal het met haar zus overleggen en als ze denken dat ik geen goede kandidaat ben, dan nemen ze wel weer contact met me op.

Er wordt geen contact met me opgenomen en dus fiets ik woensdagmiddag naar de sportschool. Ik word verwacht. "Ik heb op dit moment geen klachten hoor", zeg ik nog eens. Ook meld ik nog maar eens dat ik ernstige twijfels heb of ik wel een geschikte kandidaat ben. Ze glimlacht minzaam en geeft aan dat we gewoon maar even moeten beginnen. Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen, een aantal vragenlijsten en oefeningen op een flexichair. "We beginnen op de flexichair." De flexichair is een superflexibele zadel die gekoppeld is aan een scherm. Het is de bedoeling dat ik het blauwe balletje op het scherm in de groene baan hou, vertelt ze.

Vol vertrouwen stap ik op het zadel; ik doe tenslotte niet voor niks aan aquarobic en aquajogging. Met mijn pelvis like Elvis zal ik dat blauwe balletje wel even over die groene baan rondjagen denk ik zo. Eerst doe ik een aantal eenvoudige oefeningen: ik moet het blauwe balletje overtikken door mijn rug hol en bol te maken. Dat gaat nog goed. Wel merk ik heel snel waar het probleem ook alweer zat. Het is dus toch niet helemaal over met die rugklachten, bedenk ik me terwijl ik aan het overtikken ben. Langzaam wordt de moeilijkheidsgraad opgevoerd en als ik uiteindelijk een achtje moet maken, vlieg ik regelmatig uit de bocht. Aan de kant waar mijn rugklachten zitten, klettert het balletje met donderend geweld uit de baan. Ik concentreer me tot het uiterste. "Hij telde 'm net niet", zeg ik tegen de fysiotherapeute. Erg competitief ben ik niet, maar toch wel een beetje. "Dat komt omdat je in de rode baan zat, dan telt 'ie 'm niet,", vertelt ze. Aan het eind van de oefening is het wel duidelijk: ik was een uitstekende kandidaat, want mijn rugklachten zijn echt nog niet over.

Enigszins gedesillusioneerd kom ik thuis. "Ik dacht dat het over was", zeg ik teleurgesteld tegen E. terwijl ik onderuitgezakt in de bank hang. "Ik ga er even over nadenken wat ik hieraan ga doen." Ik denk er diep over na: is het zo erg? Wil ik in het dagelijks leven mijn heupen met een dergelijke precisie kunnen bewegen? Vorige week was ik eruit: het antwoord is ja, ik ga eraan werken. Vorige week vond ik de ultieme work-out voor mijn probleem: een sport hoelahoep! Ik heb 'm online besteld en inmiddels zitten de eerste sessies erop. Ik heb er hoge verwachtingen van.

donderdag 5 maart 2015

Zing het leven

Eergisteravond gingen E. en ik naar een concert van Frazey Ford in de Oude Remise in Nieuweschans. Het was in een woord fantastisch: Frazey was onnavolgbaar en de locatie is geweldig. Al met al een topervaring.


De topervaring ebt nog een beetje na in de week: ik ben in opperbeste stemming. Frazey zit me nog in het hoofd: gedachteloos neurie ik liedjes van haar CD Obadiah. Ook zing ik voortdurend alledaagse teksten op haar nummers. Als E. en ik aan tafel zitten bijvoorbeeld. "Zal ik dat botterbakje mor votgoeien?", zegt E. En ik zing op de melodie van Bird of Paradise: "Joahoa, wat een goud idee, goei dat bakje mo-hoar vo-hot oehoeoe, ohoho yeah". En zo blijkt echt bijna alles te passen op de melodie van Bird of Paradise.  Als ik even later naar fysiotherapie ga zing ik: "Ik, ik trek mien sportbroek aa-haan, joa-hoa ik dou mien sportbroek, Sportbroek sportbroek aa-haan, om te beknovvelen, joa te beknovvelen*." Ik word er bovendien niet snel flauw van. Sterker nog: ik word er erg gelukkig van om nepteksten op een fijne melodie te zetten en zo het alledaagse leven te bezingen. Daarbij voel ik me volstrekt niet gehinderd door het feit dat ik niet kan zingen. Gêne is mij wat dat betreft vreemd.

Onze zoon heeft dezelfde voorliefde voor het zingen van nepteksten op een melodie. Hij heeft een vaste tekst die het volgens hem bijna overal goed op doet. De inspiratie voor die tekst deed hij op op de middelbare school. Een jongen uit zijn klas verdween midden op de schooldag even. Ze hadden geen idee waar hij was geweest. Toen ze hem vroegen waar hij was geweest, was zijn antwoord tot grote hilariteit van zijn klasgenoten: "Ik ga hier toch niet schijten jong". Hij was dus thuis even naar de wc geweest. En deze toptekst circuleert hier nu dus al jaren en wordt te pas en te onpas op een melodie gezet.

En eerlijk is eerlijk: hij doet het ook goed op Bird of Paradise. "I-hik ga hier toch niet schij-hijten. Absoluut niet, nie-hiet schij-hijten oehoeoe, ohoho, yeah."
 
Dat zingen van alledaagse teksten op een melodie heeft ook een naam: freestylen. Dat klinkt natuurlijk wel even heel anders dan 'nepteksten zingen'. Ik schreef er ooit al een stukje over.

*Groningse term voor fysiotherapie -binnen onze familie in elk geval.

woensdag 18 februari 2015

Wat is DIT?

Boomerang kaart gemaakt door Mark
Vernieuwend of fantasierijk koken wordt hier niet op prijs gesteld. Toch doen we dat soms. Gisteravond trok E. de stoute schoenen aan: hij maakte pasta arrabiata. Bij de luxe pastaverpakking die ik vorige week scoorde werd een zakje arrabiata geleverd. Kan niet fout gaan zou je denken.Ware het niet... dat het een beetje heet was. Wat heet! Het zweet gutste van ons hoofd.

Onze zoon is meestal de eerste die aanvalt op de maaltijd. Ik schets het verloop van de maaltijd met de bijbehorende dialogen en commentaren hierna.
"Wat is DIT?"(De eerste hap pasta met arrabiata toucheert de smaakpapillen van onze zoon.) 
 "Het is pasta arrabiata", zeg ik.
"Wat is die rommel ja heet" (Na een hap heeft de pasta al geen schijn van kans meer. Hij gaat enkel nog door om zijn vader niet voor het hoofd te stoten. Die heeft tenslotte de moeite genomen om te koken)
Het duurt maar even of we zitten allemaal te snuffen aan tafel. E. kan het best tegen heet eten, maar ook hij vindt het wel erg heet. Nog even later zijn onze monden gevoelloos. Het tintelt eerst een beetje aan de randen en langzaamaan breidt zich dat uit naar de hele mondholte. Die van onze zoon tintelt het eerst. Hij is tenslotte ook als eerste begonnen met eten.
"*&^@##@@!!!#  jong!"(Hij drukt zich het best uit in krachttermen.Om de ernst van de zaak te onderstrepen verheft hij zijn toch al luide stem. )
"Je zou zo naar Hans kunnen gaan." (Hans is onze tandarts.)
"Die zou je hele gebit er van voor naar achter uit kunnen rooien zonder verdoving." (Uit deze opmerking wordt duidelijk dat zijn favoriete stijlfiguur de overdrijving is. Dat blijkt dominant over te erven. En ja, ik beken direct schuld.) 
(Uit het gebruik van het woord rooien spreekt bovendien zijn diepe voorliefde voor de akkerbouw.)

E. en ik eten naar behoren van de pasta, maar onze kinderen gooien de handdoek al snel in de ring. De jongste haalt het tosti-apparaat tevoorschijn en zo worden de magen dan toch nog gevuld. Terwijl de jongste de tosti's bakt, komt onze zoon met de uitsmijter. Hij richt het woord tot mij.
"Weet je wat jij eens moet doen?"
"Je moet eens even aan je zus vragen hoe zij macaroni maakt".  
(We snappen het: die kookt tenminste normaal).


zondag 15 februari 2015

Het zusje van Al Capone

Mugshot van Al Capone van Wikipedia
Vorige week leerde ik weer iets nieuws over mezelf: ik zou namelijk het zusje van Al Capone kunnen zijn. Even opfrissen wie Al Capone ook alweer was: "Alphonse Gabriel (Al) Capone was een beruchte Amerikaanse gangster in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw.
Hij werd geboren in de wijk Brooklyn in New York City, maar verhuisde later naar Chicago (Illinois).
Tijdens de periode van de drooglegging beheerste Al Capone in Chicago het leeuwendeel van de misdadige activiteiten met betrekking tot het uitbaten van casino's, het organiseren van prostitutie en illegale handel in alcohol. Hoewel de politie van zijn misdaden op de hoogte was kon Capone lange tijd ongestraft zijn activiteiten voortzetten. Uiteindelijk werd hij gearresteerd en veroordeeld op beschuldiging van belastingontduiking en moest hij zijn straf uitzitten in de gevangenis op het eiland Alcatraz." (Wikipedia)
Al was, zoals wij het hier dan altijd zeggen: "gain beste".


Op het werk moesten we een testje invullen om onze persoonlijke stijl te ontdekken. Ik blijk de promotor in ons team te zijn. Dat was Al op zijn manier ook. De eigenschappen die bij mijn type horen zijn: probleemoplossend, realistisch, hartelijk, communicatief, onbevreesd, actiegericht, objectief en stressbestendig. De probleemoplossende, realistische, onbevreesde, actiegerichte en stressbestendige componenten zullen me wel tot het zusje van Al maken.


Met Al liep het overigens niet goed af. Hij werd al jong dement en overleed toen hij nog maar 48 jaar was.

dinsdag 3 februari 2015

De koningin van het zelfbedachte woord

kaart van Boomerang
"Wat een schijtlijer" De jongste becommentarieert vanaf de achterbank het rijgedrag van iemand die ruim beneden de maximumsnelheid voor ons rijdt. "Schijtlijster" corrigeren E. en ik gelijktijdig. "Bij ons op school zegt iedereen schijtlijer", zegt ze.

Ze is de koningin van het zelfbedachte woord hier in huis. Zo tekende ze voor de koediekoe. Aanvankelijk was dat een koosnaampje voor een huisjesslak, later werd het de benaming van een knuffel. Hoe het van een glibberig beestje een warme omhelzing werd weet ik niet meer, maar het zit inmiddels in ons actieve vocabulaire. Een andere topper is de beverdook, een duik met een bibbertje.

En natuurlijk dik dunneree, een aanduiding van de textuur van de ontlasting. Voorafgaand aan dik dunneree bedacht ze  dunneree. Dunneree is een verbastering van diarree. Dik dunneree is dunne ontlasting met stukjes, geen diarree en geen vaste ontlasting dus. Het mag duidelijk zijn: hier in huis ligt geen taboe op praten over poep. (Daarmee horen we bij een kleine minderheid in Nederland, blijkt uit recente berichtgeving van de Maag Lever Darm Stichting.)

En nu dus schijtlijer. "Het klopt wel wat ze zegt hoor.", zegt haar oudste zus. "Veel jongeren zeggen schijtlijer" Niet zelfbedacht dus deze keer, maar voor ons wel nieuw.

zaterdag 31 januari 2015

Het zal je maar gebeuren

Het zal je maar gebeuren: het is donderdag 29 januari, je bent portier bij de NOS en ineens staat er iemand voor je neus met een pistool. Toen je van huis ging was het een dag als alle andere. Een werkdag: voorspelbaar misschien wel. Tot het onvoorspelbare en onvoorstelbare gebeurt: je leven wordt bedreigd. Ineens is niets meer vanzelfsprekend: niet of je die avond laat wel thuis zult komen uit je late dienst, of je je vrouw en kinderen wel weer zult zien, of er nog een morgen is. Je voelt je verantwoordelijk voor al die anderen in jouw gebouw. Het is immers jouw taak om bij de poort ook over hun veiligheid te waken. Je blijft in gesprek met de jongeman die jou bedreigt. Zo moet het geweest zijn voor jou, de portier van de NOS. Achteraf blijkt het pistool niet echt, maar dat wist jij niet al die tijd dat je de kalmte wist te bewaren en in gesprek bleef met de jongeman met het warrige verhaal.

Het zal je maar gebeuren: je bent jong, slim en je staat voor een nieuwe fase in je leven. Na een zwaar jaar waarin je vader ernstig ziek werd, ga je nu studeren. Langzaamaan voel je dat je de grip op je leven verliest. Of misschien voel je het ook wel helemaal niet. Misschien voelt het alsof de wereld vergaat en iedereen om je heen de grip op de realiteit verliest, waarbij jij de enige bent die het helder ziet. En  alleen jij kunt voorkomen dat het helemaal misgaat. Dat kun je met niemand delen: je staat er alleen voor. Je moet mensen doordringen van de ernst van je verhaal en van de situatie. Je bent zonder dat je het beseft in een psychose terechtgekomen. Je herkende de voortekenen en het toenemende gevoel van onbehagen niet. Hoe zou je ook: het is je eerste psychose. Wat wel duidelijk is: je missie. Je moet iedereen zo snel mogelijk informeren over de vreselijke dingen die staan te gebeuren. Het journaal lijkt daar het uitgelezen medium voor, 20.00 uur het juiste tijdstip. Je koopt een bedrieglijk echt lijkend neppistool en bedreigt de portier van de NOS. Die blijft gelukkig rustig en loodst je naar een studio. Daar word je -zonder dat je dat weet- gefilmd. En zo is heel Nederland getuige van het feit dat jij je eerste psychose doormaakt. Allemaal zien wij dat jij wordt overmeesterd door de politie.

Wat een drama.

woensdag 21 januari 2015

Aanrechtcommunicatie


Eergisteravond gingen E. en ik naar de bioscoop. Ons nog thuiswonende kroost bleef samen thuis achter. Bij onze terugkeer uit de bioscoop lagen ze allebei al in bed. Op het aanrecht zaten twee briefjes geplakt. Het eerste briefje is van de jongste. Ze schrijft precies zoals ze is: vriendelijk, aanhankelijk en belangstellend. Ik heb er even een foto van gemaakt.

Voor degenen die het niet goed kunnen lezen zal ik het even transcriberen:

Lieve pap en mam,

Ten eerste: morgen is mijn dag zoals normaal (valt nix uit)
Ten tweede: hoe was de film? Zoals gehoopt? Ik hoor graag verslag.
Ten derde: Welterusten

xxx



Het briefje ernaast is van onze zoon. Het is een reactie op het briefje van zijn zusje. Ook hij schrijft precies zoals hij is: nuchter en kort voor de kop. Hij gebruikt graag krachttermen om zijn punt te maken.

 En opnieuw een transcriptie:

1. <---------------------
2. Dit is toch godverdomme niet gewoon.
3. Moi


Wat zijn kinderen toch een bron van vreugde.

zondag 18 januari 2015

Wil jij mijn Anton zijn?

Anton Heijboer maakte in hoog tempo kunstwerken. Zijn vier (of waren het er nou vijf ) vrouwen waren er allemaal druk mee om zijn kunstwerken aan de man te brengen. In zijn eentje kon hij zijn harem aan het werk houden. Ik heb ooit een documentaire gezien over het ontstaansproces van zijn kunstwerken. Een aantal van zijn vrouwen prepareerden het doek en vervolgens ging Anton al hummend tekeer met zijn ogen dicht. Ik vond het fantastisch. De kunstwerken leken misschien een beetje op elkaar, maar ze zagen er verrassend goed uit voor iemand die met zijn ogen dicht werkt. 

E. zit thuis ook altijd te tekenen. Hij lijkt verder in niets op Anton. Hij heeft maar één vrouw, hij maakt geen geluid als hij tekent en ik heb hem er nog nooit op kunnen betrappen dat hij met zijn ogen dicht tekent. Maar hij maakt wel mooie tekeningen. Al jaren tekent hij wat wij een 'zwikman' noemen: een rennend, zeer flexibel mannetje met een vrolijk bungelend geslachtsdeel. "Daar moeten we iets mee doen", zeg ik allang. E. houdt er echter niet van om zijn eigen dingen in huis tegen te komen en hij houdt het nu al jaren tegen.

Maar daar is nu verandering in gekomen. Een tijdje geleden vond ik dat de tijd rijp was: E. en ik zijn met zwikman in de keramiek gegaan.

Op het moment dat ik besluit dat de tijd rijp is, weet E nog van niks. Ik bereid me zorgvuldig voor. In de kringloop tik ik een aantal bordjes op de kop en bij de plaatselijke kantoorboekhandel scoor ik keramiekstiften. Ik besluit dat we een miniserie zwikmannen in het bos gaan maken.

Ik heb twee bordjes en die prepareer ik -net als de vrouwen van Anton. Ik teken voor het bos. E. komt -net als Anton- na al het voorbereidende werk binnen en doet dan zijn ding. Zo stel ik het me voor. Ondertussen fantaseer ik over Zwikman in de stad, Zwikman op de maan en op nog veel meer plekken. Ik bak de van een bosrand voorziene bordjes in de oven en dan overval ik E. "Wil jij mijn Anton zijn?", vraag ik hem. "Dit is onze collectie Zwikman in het bos", zeg ik. Uiteraard staat er dan alleen nog maar een bos. Het zwikmannetje ontbreekt nog. Die moet E. er nog bij tekenen. "Vooruit dan maar", zie ik hem denken en hij tekent een eenvoudig zwart zwikmannetje op het bordje. Op mijn verzoek voorziet hij de bordjes aan de onderkant van de geschreven tekst Zwikman. Ik bak ze af en inmiddels zijn ze ook al in gebruik.


Het begin is er. Ik ben tevreden.

zondag 11 januari 2015

Zwaitstift en poedielok

Het zat allang niet meer in mijn actieve vocabulaire: het woord zwaitstift. Maar ooit was dat wel het geval. Ik weet niet wanneer ik overgestapt ben van zwaitstift naar deo. Deo klinkt natuurlijk frisser, maar zwaitstift komt dichter bij de waarheid. Het woord is hier weer in zwang geraakt na 5 december. Mijn moeder bracht het woord toen ter sprake. Zij had namelijk een verlanglijstje gekregen met daarop een deodorant als ultieme wens. Dat vond mijn moeder amusant: "n Zwaitstift?" Met name onze zoon werd geïnspireerd door deze reactie van zijn geliefde grootmoeder. Het was direct een hit: bijna dagelijks komt de zwaitstift wel even voorbij.

Zoals vanmorgen bijvoorbeeld. De afgelopen twee dagen was hij ziek en had hij niet zoveel praatjes. Vanmorgen staat hij zingend onder de douche als ik wakker word. "Hij is weer beter", zeg ik tegen E. Als ik hem even later tref in de badkamer, beaamt hij dat. "Jazeker", zegt hij. En onmiddellijk wordt het niveau van persoonlijke verzorging ook weer opgekrikt met deo en een geurtje. "Zo, eevm de zwaitstift en de poedielok* derbie", zegt hij tevreden. Hij is helemaal terug. 


Poedielok is het Groningse woord voor een mannengeurtje.

vrijdag 9 januari 2015

De barbaar in mij

Ooit sprak ik met iemand die zich verbaasde over de oergevoelens die loskwamen als gevolg van sport. Ze woonde een sportwedstrijd bij waar iemand vol fanatisme riep: "Moak m òf". 

Zou dit haar zijn: de barbaar in mij? Uit de film Ronal Barbaren
Woensdag betrap ik me erop dat ik hetzelfde denk als ik de beelden zie van de twee terroristen die koelbloedig een agent executeren in naam van Allah. Blinde razernij overvalt me. Hoe durf je, hoe kun je? Zo weinig respect voor een mensenleven. Maak ze af. Oog om oog, tand om tand. Pak je een van ons, dan pakken wij er een van jou. Het is de barbaar in mij die spreekt.

Als ik even nadenk, dan weet ik dat je dat zo niet doet. Ik hecht aan beschaving. Zodra het verstand gaat spreken, raakt de barbaar in mij op de achtergrond. Ik wil natuurlijk dat ze de terroristen pakken. Ik wil dat ze lang en akelig boeten voor hun vreselijke daad. Ik wil dat ze beseffen wat ze hebben gedaan, voelen wat de mensen voelen die hun naasten op zo'n afgrijselijke manier verloren hebben. Dat diepe verdriet, de pijn. Levenslang. En dat ze zich realiseren dat zij daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat- en gevangenisstraf natuurlijk.Als je niet om kunt gaan met de vrijheid, dan verdien je die ook niet.

Als ik even nadenk, dan weet ik dat denken in wij en zij niet opschiet. In een samenleving leef je samen. Als je daar deel van uitmaakt, dan respecteer je de normen en waarden in die samenleving. Doe je dat niet, dan is er geen plek voor je in die samenleving. Met hun barbaarse daad plaatsen de daders zich buiten de samenleving. Ze namen het leven van twaalf mensen en meer. Ze beroofden ons van veiligheid en van ons laatste restje onbevangenheid. Ze zetten bovendien met hun aanslag de plek van miljoenen vredelievende moslims in de westerse samenleving verder onder druk.

Een barbaarse daad brengt de barbaar in je naar boven. Maar laat dat voor even zijn. Het is erg genoeg dat twee mannen twaalf levens namen. Meer kunnen wij ze niet laten nemen. 

zondag 4 januari 2015

100 % nachtmerriemateriaal

Zo nu en dan heb ik een akelige droom: ik ben de hele tijd aan het inpakken of redderen, maar ik kom niet verder - ik zit vast. Ik kom nergens. Of zoals laatst, toen ik droomde dat ook ons nieuwe huis was afgebrand. En soms is het niet zo grijpbaar, maar dan word je toch wakker met de gedachte: "Gelukkig, het was maar een droom."

Al mijn dromen kunnen niet in de schaduw staan bij wat boer Gert-Jan vanavond in de eerste aflevering van Boer zoekt vrouw overkwam. Hij deed een oproep, legde zijn ziel bloot en verwoordde zijn diepste wens voor miljoenen televisiekijkende Nederlanders: hij wil namelijk nog zo graag een vrouw. 37 jaar oud, een bedrijf, net een nieuwe koeienschuur. Een prima leven, maar met die ene missende schakel:die lieve aardige vrouw. Vanavond bleek dat Gert-Jan slechts bij twee van al die miljoenen kijkende en gewillige vrouwen een gevoelige snaar had geraakt met zijn oproep. Als dat geen eersteklas nachtmerriemateriaal is...

Ik hoop van harte dat hij met een van de twee heel gelukkig wordt. En als dat niet lukt, dat er dan toch nog een hele leuke spijtoptant opduikt. Dat verdient hij wel omdat hij zich zo kranig heeft gehouden. Misschien dat er een van de vrouwen van Willem bij nader inzien toch liever voor Gert-Jan wil gaan. Willem had namelijk 56 brieven en dat viel hem zelf heel erg tegen. De teleurstelling dat hij niet door was, was zo groot dat hij zijn tranen bijna niet kon bedwingen.