dinsdag 3 februari 2015

De koningin van het zelfbedachte woord

kaart van Boomerang
"Wat een schijtlijer" De jongste becommentarieert vanaf de achterbank het rijgedrag van iemand die ruim beneden de maximumsnelheid voor ons rijdt. "Schijtlijster" corrigeren E. en ik gelijktijdig. "Bij ons op school zegt iedereen schijtlijer", zegt ze.

Ze is de koningin van het zelfbedachte woord hier in huis. Zo tekende ze voor de koediekoe. Aanvankelijk was dat een koosnaampje voor een huisjesslak, later werd het de benaming van een knuffel. Hoe het van een glibberig beestje een warme omhelzing werd weet ik niet meer, maar het zit inmiddels in ons actieve vocabulaire. Een andere topper is de beverdook, een duik met een bibbertje.

En natuurlijk dik dunneree, een aanduiding van de textuur van de ontlasting. Voorafgaand aan dik dunneree bedacht ze  dunneree. Dunneree is een verbastering van diarree. Dik dunneree is dunne ontlasting met stukjes, geen diarree en geen vaste ontlasting dus. Het mag duidelijk zijn: hier in huis ligt geen taboe op praten over poep. (Daarmee horen we bij een kleine minderheid in Nederland, blijkt uit recente berichtgeving van de Maag Lever Darm Stichting.)

En nu dus schijtlijer. "Het klopt wel wat ze zegt hoor.", zegt haar oudste zus. "Veel jongeren zeggen schijtlijer" Niet zelfbedacht dus deze keer, maar voor ons wel nieuw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten