zondag 5 juli 2015

Toen wij van Schier vertrokken

Ik wil graag weg kunnen op het moment dat ik weg wil - dat ik kan gaan en staan waar ik wil wanneer ik wil. Dat is altijd al zo geweest. Daarom is het ook zo fijn om de beschikking te hebben over een fiets en een auto. Dan ben je niet afhankelijk van anderen.

Vertrekken van een eiland is voor mij dan ook een spanningspunt: je bent namelijk afhankelijk van een enkel transportmiddel waar je laag frequent gebruik van kunt maken. Gelukkig kon ik dat na een week intensieve ontspanning aan, maar toch. Vanaf Schiermonnikoog kun je geen plaatsen op de boot reserveren, tenzij je met een auto gaat. Maar daar moet je dan weer speciale ontheffing voor hebben op het eiland. En wie wil nou een auto mee naar Schier als het niet nodig is? Als je gewoon als passagier of -zoals wij- als fietspassagier gaat, is het niet mogelijk om te reserveren. Vaak is het ook niet nodig.

Maar zaterdag had natuurlijk net die ene dag in het jaar kunnen zijn dat een reservering wel nodig was. Het was het begin van de schoolvakanties in het Noorden en het zou bovendien bloedheet worden. Het plan was om met de boot van half elf te vertrekken. "Wat nou als de boot vol is?", zeg ik vrijdagavond tegen E. E. is hierin mijn tegenpool: die denkt dat alles vanzelf wel goed komt. "Dat lijkt me niet", zegt hij."Ik denk dat er dan meer mensen naar Schiermonnikoog vertrekken dan van Schiermonnikoog." "Maar stel", zeg ik "en we moeten wachten tot de volgende boot, die van half twee, dan zitten we wel op het heetst van de dag op een volstrekt onbeschutte plek te wachten." Met storm, regen en slecht weer kan me dat minder schelen, maar sinds ik in mijn puberteit een zonnesteek heb gehad, mijd en haat ik de gloeiende zon als de pest. Na enig tegensputteren van E. besluiten we dan maar om met de boot van half acht te gaan.

Foto: Frouke Kuipers
Zaterdagmorgen is het nog fris en rustig op Schier. Colonnes fietsers of wandelaars komen we niet tegen. Als we het laatste stukje naar de veerboot fietsen, zien we dat er verder nog niet veel mensen staan te wachten. Twee Duitsers op ligfietsen zijn nog voor ons. Verder vooral meeuwen, veel meeuwen. Hun ijle gekrijs benadrukt de stilte. "Nou, het valt reuze mee met de drukte hè?", zegt E. Hij heeft dikke pret. Maar goed: het lukt ons dus om op de boot van half acht op zaterdagmorgen een plekje te bemachtigen. En nu zijn we weer thuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten