zaterdag 20 januari 2018

Inspector Ironing is iets op het spoor

verdachte zaken
Ik ben een ervaren detectivekijker. Ooit begon het met Inspector Columbo. Later volgden Morse, Dalgliesh, Banks, Lynley en nog veel meer. Ik kijk er graag naar - met een duidelijke voorkeur voor Engelse detectives.

Meer dan entertainment

Het is pure ontspanning en toch steek ik van al dat tv-entertainment ook een hoop op. Om een aantal voorbeelden te noemen: ER en Grey's Anatomy trainden me zover dat ik mijn hand niet meer omdraai voor een kleine medische ingreep als het uitspuiten van oren. En als het er op aan komt? Wie weet. Dokter Pol heeft mijn diagnostische vaardigheden op grote en kleine dieren enorm verbeterd. Niet dat dat de rugzwemmende vissen van onze jongste heeft kunnen redden, maar toch.

Speurdersinstinct

En onlangs was ik in de gelegenheid om mijn speurderskwaliteiten te demonstreren. Vorige week ontvingen we namelijk een envelop retour. Het was een envelop die niet door ons was verzonden, maar waar wel een adressticker met ons adres op was geplakt. De verzender kennen we niet. Ook is het niet iemand die ooit op dit adres heeft gewoond. "Dat is toch vreemd", zegt E. "Dat iemand een stickertje maakt met ons adres erop. Waarom zou je dat doen?" De envelop is geadresseerd aan iemand in de Verenigde Staten. Inderdaad vreemd. Mijn speurdersinstinct wordt acuut wakker geschud. "Ik ga die persoon even googelen", zeg ik. Geen enkele hit op internet.

Onderbuikgevoel

"Ik ga de politie bellen", zeg ik tegen E. "Stel je voor dat iemand bezig is met illegale praktijken en ons adres daarvoor gebruikt?" E. vindt het op zijn minst licht overtrokken. Maar hij kijkt dan ook niet zoveel detectives als ik. "Zullen we de envelop openmaken?", stel ik voor. Het kan natuurlijk ook gewoon een verkeerd geadresseerde kerstkaart zijn. Zo gezegd zo gedaan. Uit de envelop komt een blanco kerstkaart met daarin twee blanco gevouwen A4-tjes. Tussen die A4-tjes zit een klein plastic zakje met een strookje - zo op het oog gewoon een kleurrijk papiertje. "Hier gaat het dus om", zeg ik tegen E. We houden het strookje tegen het licht, maar zien niets. De opwinding stijgt. Ik heb een onderbuikgevoel: dit deugt niet. Geen enkele serieuze speurder negeert het onderbuikgevoel. Dus: "Ik ga toch de politie bellen", zeg ik.

Wat is het?

"Eigenaardig", zegt de mevrouw van het centrale politiebureau. "Misschien toch goed om het even bij het plaatselijke politiebureau af te geven." Daar lijkt de receptioniste volstrekt niet onder de indruk. "Het is een stukje papier", zegt ze. "Ja, maar waarom zou je dat verpakt in plastic naar Amerika sturen?", vraag ik. Daar heeft ze niet van terug. Ze schakelt een collega in.

Verdacht pakje

Even later komt er een vriendelijke agent opdraven. "U komt een verdacht pakje melden?" Te gek - dat ik dat nog eens mag meemaken."Nou, dat is misschien een beetje overdreven", zeg ik en ik doe voor de derde keer mijn verhaal. De agent opent het zakje en steekt zijn neus erin. Hij ruikt geen chemische substantie, maar zijn speurdersoog vertelt hem dat het papiertje al geruime tijd in het plastic zakje zit.

Mysterie

En dan volgt de onvermijdelijke anticlimax: het mysterie blijft een mysterie. Alles wordt genoteerd en als we nog weer een verdacht pakje krijgen, dan moeten we dat zeker naar het politiebureau brengen. Geen mooie afgeronde speurtocht voor mij. Als ik Inspector Ironing was geweest, dan was deze envelop toch op zijn minst het begin geweest van de ontdekking en het oprollen van een heus drugskartel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten