zondag 22 april 2018

ID - nee

of is mijn bankpasje ook goed? 
Je hebt van die mensen die met gemak een ontbijtje overslaan. Zo eentje ben ik er niet. Laatst moest ik bloed prikken en daarvoor moest ik nuchter zijn. Dus moest ik mijn ontbijt uitstellen. Ik haast me naar het lokale bloedprikpunt. Dat gaat niet vanzelf, want ik vergeet bijna het papier waarop staat waar het bloed op moet worden onderzocht. Ik kan nou eenmaal niet goed nadenken als ik niet heb gegeten.

Dat zal me leren...

Ik ben bij de eerste lichting, niet de eerste, maar toch mooi vooraan in de rij. Er zijn mensen die voor de deur gaan staan wachten, maar dat gaat me net iets te ver.
Het duurt even voordat ik aan de beurt ben. "ID", zegt de medewerkster van de bloedbank. "Oh", zeg ik. Daar heb ik even niet van terug."Heb ik niet bij me. Wel een bankpasje." Die heb ik altijd bij me; ik ben niet graag zonder geld op pad. Maar daar is ze niet van onder de indruk. "Nou, een volgende keer wel meenemen", zegt ze. In haar stem klinkt een milde terechtwijzing door. Ik ben geen geroutineerde bezoeker van de bloedbank. Dus ik had er niet aan gedacht. "Kan gebeuren", zegt ze. Vervolgens geeft ze me een prik waar ik nog weken last van heb. Dat zal me leren...

ID mee

Het stuit me tegen de borst dat je werkelijk voor alles je ID moet laten zien."Sinds wanneer is dat eigenlijk?", zeg ik later tegen E. "dat je voor iedere scheet die je laat je ID moet laten zien? Alsof iemand mijn papier mee zou nemen en voor mij bloed zou gaan prikken." Kijk, als het nou een dopingcontrole was geweest. Dan had ik het nog gesnapt, want dan is oplichting natuurlijk aan de orde van de dag.

Toonplicht

We weten het eigenlijk niet. Maar dan is er gelukkig altijd nog Wikipedia. En nou weet ik het dus wel.

  • Tot de Tweede Wereldoorlog kenden we in Nederland geen identificatieplicht. Dat was nog ruim voor mijn tijd. 
  • In 1940 wees de regering een systeem  met identificatiebewijzen van de hand, aldus Wikipedia omdat dit in strijd met de Nederlandse tradities was. Het argument tegen de algemene identificatieplicht was, dat men daarmee zou veronderstellen dat elke inwoner een potentiĆ«le misdadiger is. Ook voor mijn tijd. 
  • We weten allemaal dat het er in de Tweede Wereldoorlog wel van is gekomen. Godzijdank voor mijn tijd. 
  • De weerstand die ik voel tegen het identificeren bleek tot 1994 in Nederland dan ook vrij universeel. Sinds juni 1994 bestond een identificatieplicht in het geval van gegronde verdenking en bij financiĆ«le transacties (de Wet op de identificatieplicht). Dit betekende dat er naar een identiteitsbewijs mocht worden gevraagd bij bijvoorbeeld vreemdelingentoezicht, verdenking van zwartrijden, toegang tot voetbalstadionsDe eerste 33 jaar van mijn leven was het dus nog niet gewoon om je overal voor te moeten identificeren. 
  • Sinds 2005 is het hek helemaal van de dam.  Burgers moeten op verzoek van een daartoe bevoegd ambtenaar een identiteitsbewijs kunnen tonen. Maar...Er is derhalve sprake van een toonplicht, de plicht tot het dragen van een identiteitsbewijs (draagplicht) staat niet in de wet. Dat doet me dan weer deugd.


woensdag 18 april 2018

Technisch onderhoud

vaker dan me lief is
Op mijn vrije dag doe ik hier allerlei klusjes in huis. De eeuwigdurende nooit ophoudende stroom wasgoed natuurlijk, het schoonmaken van de de badkamer en de toiletten, maar ook het organiseren van onderhoudsklusjes. Zo meldt onze zoon me dat de kraan van het bad het weer heeft begeven. Dat wil zeggen: het omzettingsknopje van de kraan naar de douchekop is kapot. Dat is al de tweede keer en de kraan zit er nog geen vijf jaar in. "Dat was in ons oude huis toch niet zo?", vraagt onze zoon. Nee, in ons oude huis dat straks bijna zes jaar geleden afbrandde, heb ik nooit meegemaakt dat er een kraan of een lichtknop kapot ging. Daar woonden we meer dan twintig jaar. In ons nieuwe huis is het nu al vier keer gebeurd. En dat terwijl we op materialen niet beknibbeld hebben.


Waardeloos

"Ik bel de installateur even", meld ik E. "de kraan in de douche is weer kapot." E. heeft er niets van gemerkt, maar hij gebruikt die kraan dan ook niet. "Anders moeten we maar een andere kraan nemen", zeg ik. "Dit is toch ook waardeloos". "En het was nog niet goedkoop ook volgens mij", zegt E. Ik ben er wel uit: een andere kraan erin.

Gevoelig spul

De installateur hoort me geduldig aan. Het is een palletje dat omgezet moet worden, legt hij uit. En ja, inderdaad is er anderhalf jaar geleden ook al een nieuw palletje ingekomen. "Dat is heel gevoelig spul", zegt hij. "Misschien moeten wij dan iets minder gevoelig spul hebben.", zeg ik. "Waardeloos. En het was nog niet goedkoop ook." "Nou", zegt de installateur. "het onderdeel kostte de vorige keer niks." Ik schiet in de lach. "Nou dan zal het wel iets anders zijn geweest wat duur was", zeg ik. "Dat zal het dan zijn", zegt hij. Het nieuwe palletje gaat ons nu -exclusief manuren- 21 euro kosten. Een fractie van wat een nieuwe kraan kost, verzekert hij me. Toch maar weer een palletje dan.