Foto: Roel Hemkes, Flickr |
Een paar bankjes verderop zit een jonge moeder. Ze is met een kind. Ik zie natuurlijk niet hoe oud het kind is. Eerst hoor ik ze niet, maar het begint met een bons op de grond. De ipad van de moeder valt op dat moment op de grond. Of preciezer: het zoontje laat de ipad van de moeder op de grond vallen. En dan begint het: de moeder barst los. "Foei, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt. Nu is mama boos." Aan de manier waarop de moeder het kind toespreekt leid ik af dat het nog een klein kind is. Het kind begint te huilen en te jengelen, want hij wil de ipad terug. "Nee, jij had bijna mama's ipad kapot gemaakt." Ik schat het gejengel in op dat van een jongetje van ongeveer twee jaar. De moeder wordt steeds bozer: "Nu gaan wij ook niet naar de kermis. Heb je dat begrepen? Geen kermis voor jou." Inmiddels heeft ze de aandacht van de hele coupé. Ik vind het sneu: je kunt dat kind van twee jaar toch niet verwijten dat een ipad valt? Dat is het risico bij jonge kinderen. Je kunt het jezelf dan verwijten dat je dat niet voorziet. Dan was dit hele drama niet nodig geweest.
Het jongetje gooit er nog even een tandje bij op. Hij loeit erover. Inmiddels heeft de moeder aan elk oor een zweetdrup. Het is natuurlijk zeer oncomfortabel om in zo'n volle coupé door iedereen bekeken te worden. Dat blijkt ook wel uit haar volgende opmerking. Ze grijpt het jongetje bij zijn arm (ik zie inmiddels weer een beetje) en bijt hem toe: "Worden wij comfortabel? Nou? Worden wij comfortabel?" Achter die vraag gaat een hele wereld schuil. Een wereld waar het comfort van ouders voorop staat. Het jongetje blijft loeien. Een vier lettergrepen-woord is misschien ook een beetje hoog gegrepen voor een tweejarige. Hij begrijpt er niets van. En de moeder begrijpt er natuurlijk ook niets van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten