donderdag 24 juli 2014

Datskebeurt, datskebeurt!

Onze chers propriétaires hebben een leuk leventje. Zo ziet het er tenminste uit. Ze kunnen, als ze daar zin in hebben, de weg oversteken en dan staan ze op het strand. Ons vakantiegevoel is voor hun daily business. Als ze geen zin hebben, gaan ze gewoon niet. Ze kunnen immers altijd de volgende dag weer gaan? 's Avonds gaan ze dan vaak even uit eten, met of zonder vrienden. Overdag wordt er soms gewerkt, soms niet.

Toen we hier aankwamen had ik het idee dat ze allebei in de zorg werkten, waardoor ze wisselend aanwezig zijn. Van hem wist ik het niet zeker, afgaand op de strakke scheiding in zijn haar zou hij ook iets in de financiële wereld kunnen doen. Dat dacht ik toen tenminste...

Het huis waar we met zijn allen in wonen, hebben ze denk ik van haar oma geërfd. Een deel van haar inventaris staat hier tenminste nog. Zelf wonen ze op de bovenste twee verdiepingen. De bovenste verdieping is de slaapverdieping en ze wonen op de tweede verdieping. Wij hebben hier beneden al een mooi uitzicht op zee, maar boven hebben zij vast een schitterend uitzicht. Het verhuren van de onderverdieping is een mooie manier om centen bij te verdienen. Op zaterdag ontsluit je de verdieping voor de nieuwe huurders en vervolgens kun je minimaal een week je eigen gang gaan. Het enige wat je inlevert is een deel van je privacy door speculerende onderhuurders. Ik speculeer er tenminste lekker en enthousiast op los. Op de camping was ik druk met campingobservaties, nu richt ik me compleet op de propriétaires.

Inmiddels denk ik het raadsel van het geschuif en gesleep te hebben opgelost. Wat blijkt namelijk? Onze Cher propriétaire is muzikant. Als iets mij heeft verrast is dat het wel. Dat had ik echt nooit verwacht. Maar het is wel zo. Hij zingt en speelt gitaar in een bandje met een kameraad met dreads. Die is hier regelmatig met zijn Berlingo aanwezig. Alle ramen van de Berlingo zijn afgeplakt met zilverfolie. Aanvankelijk dacht ik dat dat was om redenen die het daglicht niet kunnen verdragen, maar nu denk ik dat het zo is opdat ze op deze manier hun kostbare muziekinstrumenten ongezien in de auto kunnen zetten.

En nu kom ik dan even terug op het gesleep en geschuif. De Cher propriétaire is verantwoordelijk voor de versterking van het geluid: hij neemt twee grote boxen mee. En die schuift hij richting de trap, zodat ze die zo mee kunnen nemen. Vervolgens klikt hij zijn gitaardoos dicht. Dat gaat natuurlijk allemaal in opperste concentratie, vandaar dat er geen overleg was. En de opgewonden praatjes daarvoor? Spanning voor het optreden natuurlijk. Datskebeurt, datskebeurt!

Uiteraard heb ik deze feiten niet gecheckt. Waarom zou ik ook? Dan is er toch echt geen bal meer aan.

woensdag 23 juli 2014

Watskebeurt, watskebeurt?

Na het boeken van ons appartement kregen we een contract toegestuurd van de eigenaars (les propriétaires) waarin we onze wensen over ons verblijf kenbaar konden maken. We stuurden een begeleidend schrijven met de aanhef  'Chers propriétaires' retour. En zo noemen we ze ook nu steeds. Waarom we het dan steeds over de Chers propriétaires hebben? Dat is omdat we met hen onder een dak wonen. Wij wonen beneden en zij boven. En ons huis is nogal gehorig. Iedere scheet die de Chers propriétaires laten, horen we. En andersom natuurlijk. Toch stoort ons dat niet. Het prikkelt eerder onze verbeelding. Of laat ik voor mezelf spreken: het prikkelt mijn verbeelding.

Onze Chers propriétaires zijn hardwerkende jonge mensen, dus ze zijn vaak weg. Maar deze week waren ze een avond samen thuis. Eerst was er een gesprek tussen de beide propriétaires, waarbij we vooral de mannelijke propriétaire hoorden. Daarna was er veel gerommel en geschuif met meubels. De conversatie was over. "Wat zouden ze doen?", vraag ik me hardop af. "Zouden ze hun kamer opnieuw inrichten?" Maar daar overleg je dan toch bij, bedenk ik me. En dat zouden we dan weer horen. "Of zou de ene Cher propriétaire de andere Cher propriétaire om zeep hebben geholpen?", vraag ik me hardop af. Ik verdenk hem vanzelfsprekend. Het is immers algemeen bekend dat mannen meer moorden dan vrouwen, ook al trekt de emancipatie ook dit enigszins gelijk. Maar haar verdenk ik daar niet van. "Zou hij haar in een vloerkleed wikkelen?", vraag ik me af als ik een schuivend geluid hoor. Als het geluid iets houteriger wordt: "En haar nu in een kist stoppen om haar later ongezien uit het huis te kunnen smokkelen?" "Ik dacht ook al zoiets", zegt de oudste. E leest een boek en de jongste puzzelt. Ze zouden hier de hele plaatselijke bevolking uit kunnen roeien zonder dat zij gealarmeerd zouden raken. Ik luister of ik nog een teken van leven hoor van de vrouwelijke Cher propriétaire. Het is even (verdacht) stil. En dan horen we ze weer. Gelukkig maar.

Het geschuif en gesleep is gestopt. Er wordt weer gesproken. Onze beide Chers propriétaires leven nog. Wat ze dan wel uitvoerden... Daar moet ik mijn fantasie nog maar even op loslaten.

dinsdag 22 juli 2014

'Een gewild fotomodelletje'

Onze zoon en ik zijn de enige niet-fotografen in ons gezin. Natuurlijk maken we wel eens een foto met onze iPhone, maar we hebben een andere ambitie dan E en onze dochters. Ik ben bovendien onhandig. Ik slaag er regelmatig in om een van mijn dikke vingers ongewild in beeld te brengen. Ik kan er niets aan doen: ik ben erfelijk belast. Mijn moeder heeft bijna geen foto's gemaakt waarbij niet een of meer vingers in beeld zijn; als er al überhaupt iets anders in beeld is.

Onze zoon is niet mee deze vakantie, maar onze beide dochters zijn van de partij. Dat betekent dat ik de enige niet-fotograaf ben. En dat betekent -naast veel oponthoud- ook dat het soms voelt alsof ik het meest gefotografeerde menselijk wezen aan de Noord-Franse kust ben. Er is onophoudelijk een camera op me gericht, vooral van onze dochters die vanuit elk denkbaar perspectief (kikvors-, vogel-) fotograferen. Soms praten ze over een foto. De jongste tegen haar zus: "Ik zei toch al dat dit een zeer briljante foto was? Al zeg ik het zelf. Precies op het juiste moment genomen." "Je hebt gelijk, dat is precies zoals mama is", zegt de oudste.

Ik ben er niet altijd blij mee. Aan het eind van de dag bekijk ik de foto's. Het is steeds een confrontatie met mijn zelfbeeld. Ik verwonder me bijvoorbeeld over de omvang van mijn boezem (in iets andere bewoordingen), of ik vind dat je aan mij duidelijk kunt zien dat je neus je hele leven lang blijft doorgroeien. Het wordt genadeloos vastgelegd. "Het is aan mij om te bepalen wat er verwijderd wordt.", zegt de jongste streng als ze mij 's avonds haar toestel geeft om de foto's te bekijken. Wat is er gebeurd met het portretrecht, vraag ik me dan wel eens af. "Je kunt het ook positief bekijken dat we veel foto's van je maken", zegt de jongste. "Je bent een gewild fotomodelletje."

Er zijn door beide dochters al heel veel portretten van mij gemaakt. "Dit wordt je nieuwe profielfoto", zegt de oudste, die daar het patent op heeft. Alleen de laatste werd gemaakt door haar zusje. Als ik tijdens een van de vele wachtsessies een selfie maak op het strand met de bedoeling om daar mijn profielfoto van te maken, wordt dat direct de kop ingedrukt: "Je focust je teveel op het fotograferen, het ziet er geforceerd uit.", aldus de oudste. Welke het wel wordt, dat moeten we maar uitzoeken als we thuis zijn, maar deze zijn dus niet door de ballotage gekomen.

maandag 21 juli 2014

Met het padje op pad

Het was toen we nog kampeerden geen optie, maar nu we in een appartement met WiFi zitten, heb ik mijn minipadje mee. Handig, ik zoek gemakkelijk alle bezienswaardigheden in de buurt op. De marktdagen heb ik zo op een rij. Die vismarkt hier even verderop die missen we morgen dus niet.

Ook is het handig als ik iets anders wil zoeken. Zo hebben we hier een goed geoutilleerde keuken die mooi is ingericht. Ze hebben een handige organiser op het aanrecht die ik ook wel zou willen hebben. Dus ik mijn padje erbij en zoeken. En ongemerkt kom ik dan op nog veel meer handige keukenhulpjes die ik eigenlijk helemaal niet nodig heb. Zo stuit ik op een Römertopf kipbrader. Nog nooit van gehoord, nog nooit gezien. Ik zoom  in op het plaatje. Even heb ik de schrik te pakken, want ben ik nou per ongeluk met mijn vinger over het like- knopje van Facebook gegaan? Ik lig namelijk voortdurend in de clinch met het aanraakscherm. Als ik iets wil aanraken reageert het scherm niet en als ik er niet op verdacht ben gaat het met het grootste gemak.

Snel Facebook even checken: daar staat niets. Gelukkig maar, want daar zou ik niet achter kunnen staan. Niet dat het me niet goed of handig lijkt, maar dit zou ik een kip zelfs niet post mortem aan willen doen. Het zou me teveel doen denken aan de ongemakkelijke blessure van Mascherano.








zondag 20 juli 2014

De stekker eruit


"Het is maar goed dat je nog niet met pensioen gaat." De vooronderstelling van de oudste is dat je als je met pensioen gaat tot stilstand komt. En ik kom slechts met de grootst mogelijke moeite tot stilstand. De eerste week van de vakantie voelde ik me er een beetje ziek van. Dat is al zo zolang ik het me herinner. Misschien ben ik er erfelijk mee belast. Als we vroeger als gezin met vakantie gingen, hield mijn vader het tempo ook altijd hoog. Ook hij wilde eigenlijk niet tot stilstand komen. En dat lukte wonderwel. We vertrokken 's morgens op tijd om in een straf tempo de lokale bezienswaardigheden te bekijken. Na een week vakantie waren we uitgekeken: dan hadden we alles in een straal van 100 kilometer grondig bekeken.

Ik herken dat wel. Ik probeer er uit te halen wat erin zit, opdat mijn vrije tijd goed besteed wordt. Ik kom alleen met grof geweld tot stilstand. Toen E en ik nog met z'n tweeën op vakantie gingen, maakten we onderweg regelmatig een tussenstop in een park waar ik dan even kon gaan liggen uitzieken. En ook de kinderen herinneren zich vakanties waarin mijn kots met zakken vol werd weggedragen. Gek genoeg hoort dat thuis in hun rijtje leuke vakantieherinneringen. En het is nog steeds zo: ik heb in de vakantie altijd meer last van hoofdpijn dan als ik aan het werk ben. Blijkbaar kan ik beter tegen spanning dan tegen ontspanning. Of misschien ben ik meer ontspannen in situaties met dan zonder druk. Toch is doorwerken en thuisblijven geen optie: de stekker moet er een keer per jaar uit.

zaterdag 19 juli 2014

Op een bedje van...

"Wat is choucroute ook nog maar?", vraag ik aan E. We zitten in een restaurant hier aan de kust van Picardië en ik ben me er eens te meer van bewust dat mijn schoolfrans aardig roestig is geworden. Ik struikel over de woorden. Het praatje met de eigenaars van het appartement waarin we verblijven levert ons de benodigde informatie op, maar daar blijft het dan ook bij. Een fijne vlotte babbel, dat lukt niet. Ik moet echt zoeken naar woorden. En dat is wel eens anders geweest.

Op de middelbare school had ik namelijk een hele goede lerares Frans en ik was er ook nog eens best goed in. Toen ik net van de middelbare school kwam kon ik dus aardig Frans praten. Maar dat was toen. Alle handelingen waar je je hersens namelijk niet zeer regelmatig mee opscheept, die raken sleets. De verbindingen die je hersens voor zo'n handeling nodig hebt worden langzaam afgebroken. Deze wijsheid deed ik op tijdens een presentatie van de oudste, die een tot de verbeelding sprekende presentatie van dit fenomeen maakte. En bij mij is de afbraak van mijn kennis van het Frans echt schrikbarend geweest. Daar kom ik op de eerste dag van onze vakantie al achter.

Afijn, ik heb nu weer even tijd om te oefenen. We komen er niet uit met de choucroute, dus vraag ik het maar aan de jongedame die ons bedient. Ik versta alleen het deel over het 'zeefruit': ik kan mossels, garnalen en verschillende soorten vis verwachten. Dus dat neem ik dan maar. We zitten hier tenslotte aan de kust. E doet met me mee. Als ons bord wordt gebracht, weet ik het op slag weer: choucroute is zuurkool. Dat hadden E en ik nooit bij vis gecombineerd, met kerriesaus en banaan, of gestampt met aardappels, dat wel maar niet met vis. En eerlijk gezegd: na het eten is het nog geen combinatie waar je mij wakker voor kunt maken. Vis eet ik liever niet op een bedje van zuurkool.

donderdag 17 juli 2014

2-onder-1-kap

Mijn zus en ik hebben een droom: later als we oud zijn willen we in een 2-onder-1-kap-woning gaan wonen. Aangezien we elkaar moeiteloos aanvullen kunnen we elkaars handicaps dan eenvoudig opvangen. We zeggen vaak op hetzelfde moment dezelfde dingen, maar ook los van elkaar -op kilometers afstand van elkaar en op verschillende momenten- zeggen we dezelfde dingen. Als zij weg is, ben ik haar stand-in, haar body double.

Natuurlijk zijn er ook verschillen. Zij is een stuk diplomatieker dan ik, socialer ook, technischer en geordender. Vandaag zag ze nog een door mij gevouwen mand schone was aan voor een ongevouwen mand schone was. Dus demonstreerde ze nog even hoe zij een slip vouwt. Zoals ze me ooit leerde om handdoeken echt netjes te vouwen en om tegen te draaien als je een auto in- of uitparkeert. Allemaal dingen die ik niet zelf had kunnen bedenken al was ik honderd geworden. Maar goed, er zijn meer overeenkomsten dan verschillen en de verschillen die er zijn voelen aan als een prettige aanvulling.

Twee jaar geleden woonden we zes weken met z'n allen in een huis. En dat ging van een leien dakje. Dat sterkte mijn zus en mij in de gedachte om ooit samen in die 2-onder-1-kap-woning te gaan wonen. En zaterdag en zondag aten we met zijn allen in het kader van de evenementenvoorbereiding of -nabeschouwing- want ook dat doen wij samen. Als er iets georganiseerd wordt, dan denken we met elkaar mee: niet alleen wij, ook onze mannen en kinderen. En dan kan het niet mis gaan. Het klinkt klef, maar gek genoeg is het dat helemaal niet.

Onze mannen zijn iets minder enthousiast over het idee van die 2-onder-1-kap. Zij houden ons het liefst onder een eigen dak.


zondag 13 juli 2014

Een ongemakkelijke blessure

Het komt erop aan bij topsport. Zo hield Mascherano een uitgescheurde anus over aan een direct duel met Robben. Dat klinkt ernstig: een uitgescheurde anus. Het is een plek waar je liever geen scheur hebt. Tot nu toe was het mij onduidelijk dat je een anusscheur kon oplopen bij het voetballen. Bij een bevalling natuurlijk wel, alhoewel de scheuring dan niet bij de anus begint. Bij ballet zou ik het me ook nog voor kunnen stellen. Maar bij voetbal... Zo zie je maar weer.

Als Argentinië vandaag aantreedt tegen Duitsland, zijn we dan ook verbaasd dat Mascherano gewoon aantreedt. Het roept bij ons vragen op over de ernst van de scheur bij zijn anus. "Zou het gehecht zijn?", vraagt de oudste. "Ik ga er wel vanuit", zeg ik. "Dat hij nu alweer kan spelen dan", zegt de oudste. "Zouden ze er koelspray op hebben gespoten om het te verdoven?" Het zou kunnen. "Misschien was het een haarscheurtje", zeg ik. "Of een kloofje", zegt E. Een heftige scheuring is het niet, constateren we. Mascherano dartelt namelijk lustig door het veld. En dat lijkt me bij een beetje scheur niet te doen. We speculeren er lustig op los. Het is een veelbesproken blessure: Mascherano houdt er misschien wel voor altijd de bijnaam Mascheranus aan over. Het zal je maar gebeuren.

maandag 7 juli 2014

In de ban van Louis

Mijn opa was slager. Een echte zakenman was hij niet. Hij zei namelijk met het grootste gemak zijn eigen klanten op. "Joe kinnen beter noar n aander goan", zei hij als iets hem niet aanstond zonder met zijn ogen te knipperen. De klant kon gaan en wegblijven. Echt zakelijk is het niet en het kan natuurlijk niet. Sommigen zullen het dom vinden - je snijdt jezelf immers in de vingers, maar ik vind het om diezelfde reden juist heel sterk. Maar ik ben dan ook zijn kleindochter. 

Ik denk eraan als ik zaterdag in de NRC een artikel over -wie anders- Louis van Gaal lees. Het zijn vijf ontmoetingen met Louis van Gaal. Louis gaat altijd voor de winst, ook al toen hij een fanatiek schreeuwende gymleraar was. Louis mag dan een prima trainer zijn die op dit moment wereldwijd de hemel wordt ingeprezen, een diplomaat is hij niet. Met de media kan hij niet goed omgaan. Daarvoor is Louis 'te kort voor de kop'. In het artikel lees ik bijvoorbeeld dat Louis ooit eens in een persconferentie informeerde wie zijn toehoorders waren. De verslaggever van De Telegraaf kon direct vertrekken toen hij zich bekend maakte: "De Telegraaf? Die heeft schandalig over mij geschreven. Daar is de deur." Echt diplomatiek is dat natuurlijk niet en vaak is hoongelach dan ook zijn deel. Louis ergert zich misschien aan wat anderen van hem vinden, hij verandert er zelf niet door. Dat kan ik wel waarderen. Dat hij soms ondertekent met "Met minder vriendelijke groet" vind ik ronduit inspirerend. Ik had niet gedacht dat ik dat ooit zou zeggen. Ik ben toch meer in de ban van de voetbalgekte dan ik gedacht had.