Vorige week overleed mijn oom -die eigenlijk nooit die titel kreeg. Hij was namelijk maar elf jaar ouder dan ik. In mijn leven speelt hij een rol in een aantal verhalen. Daardoor blijft hij onderdeel uitmaken van mijn leven, ook nu hij er niet meer is. Ik vertel hier drie 'verhalen':
Scoren met thee
Vroeger was mijn oom zeeman. Dat sprak natuurlijk wel tot de verbeelding. Hij was niet veel aanwezig, maar als hij er was, wist hij indruk te maken. Op mij, maar ook op mijn vriendinnen op de middelbare school. Hij was - zoals je dat vroeger zei- 'een stuk'. Zelf grapte hij altijd dat hij de vrouwen met een stokje van zich af moest slaan. En veel scheelde dat inderdaad ook niet; tot hij de ware vond. Hij kon -bokkig van nature- ook heel charmant zijn. Zo gaf hij regelmatig een rondje voor mij en mijn vriendinnen. Destijds hadden wij namelijk de gewoonte om tussen de middag naar het café te gaan. Van mijn eigen kinderen zou ik dat nu hoogst ongebruikelijk en onwenselijk vinden, maar van mezelf vond ik dat volstrekt geen punt. We dronken namelijk alleen een kopje thee in het bewuste café. Mijn oom begaf zich in dezelfde gelegenheden en betaalde dan 's avonds alvast voor ons kopje thee van de volgende dag. Het gebaar sloeg altijd in als een bom: daar werden natuurlijk vette punten mee gescoord.
The house of the rising sun
Ik was vroeger niet heel erg met muziek bezig. Mijn opa had een mooie oude platenspeler waarop hij Freddy Quinn draaide. Mijn oma was dol op Corry en de Rekels. Thuis keken we naar AVRO's Toppop met Ad Visser en Penny de Jager. Mijn oom en zijn twee jaar jongere zus luisterden naar Radio Veronica. Dat was heel andere muziek. Mijn eerste single ooit kocht ik niet, maar die kreeg ik van mijn oom. En niet zomaar eentje. Het was 'The house of the Rising Sun' van The Animals. Het singletje is natuurlijk verloren gegaan in de brand, maar ik kan het me nog zo voor de geest halen. Ik kan het geluid -met de krasjes van de naald van de pick up- nog horen. Nog altijd vind ik dit nummer in deze uitvoering prachtig - ook al mag die van Nina Simone er ook zijn. Het nummer brengt me zo terug naar de zolderkamers in het huis van mijn opa en oma.
Een voertuig naar de vrijheid
Toen ik zestien werd kreeg ik van mijn oom een rode brommer. Hij had zelf lang rondgereden op die brommer, maar haalde uiteindelijk toch zijn rijbewijs. De brommer werd geleverd met de bepaald niet bijpassende babyblauwe helm die mijn oom ook had gedragen. Als er al een bewijs was van zijn zelfvertrouwen, dan was het die lichtblauwe helm wel. Toen hij mij de brommer aanbood, wees ik 'm eerst af. Ik fietste graag en waarom zou ik dan overstappen op een brommer? Gelukkig gaf hij me nog een tweede kans, want met de brommer ging er een wereld voor me open. Ik reisde samen met mijn vriendin van destijds stad en land af op die brommer - ook al was die nooit bedoeld om twee personen op te vervoeren. Hij heeft ons door weer en wind naar heel veel (schuur)feesten gebracht. De brommer bleek een voertuig naar de vrijheid. Het gaf me de ruimte om te gaan en staan waar ik wilde wanneer ik dat wilde. Die vrijheid is een groot goed, waar ik in de loop der jaren alleen maar meer aan gehecht ben geraakt.
Het zijn mooie verhalen, verhalen die ik zal koesteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten