zondag 21 februari 2016

In de analyse

Boomerang card van Emilegraphics
"Mijn moeder vindt dat u bijzonder goed gebouwd bent." We zitten aan tafel en verschillende anekdotes komen voorbij. Niet zelden speelt de jongste daarin de hoofdrol. Dit is er een van. Een van de meesters op de basisschool was inderdaad bijzonder goed gebouwd. En ook al ben ik dan getrouwd met een man die dat ook is, ik heb mijn ogen niet in mijn zak. Ik ventileer mijn observaties snel en gemakkelijk en zo kwam dit natuurlijk ook voorbij. De meester in kwestie was een van de eersten die erover hoorde. Onze jongste vertelde het hem namelijk openhartig.

We lachen er nu smakelijk om en ook toen heb ik er smakelijk om gelachen. Het voelde voor mij niet ongemakkelijk. Ik ben nou eenmaal niet snel gegeneerd. Onze oudste weet wel waarom. "Dat komt omdat jij het niet belangrijk vindt dat mensen je leuk vinden. Je hebt er geen behoefte aan om bij een groep te horen. En gêne en schaamte worden veroorzaakt door de angst om buiten de groep te vallen. Die angst heb jij niet. Dus daarom schaam jij je ook niet. Dat interesseert je gewoon niks. Jij hebt gewoon genoeg aan jezelf, ondanks het feit dat je het ook wel gezellig vindt met anderen." Ik denk erover na. Zelf weet ze het zeker. "Het is gewoon zo. Ik heb gelijk. Dat weet je zelf ook wel." En daarmee is het klaar. De analyse is afgerond.

donderdag 11 februari 2016

Wrijving

Het is niet anders. Ik zal het ermee moeten doen: bij mij is er altijd sprake van wrijving. Vooral bij de bovenbenen. Zo ben ik nu eenmaal gebouwd. Mijn hele familie bestaat uit grote vrouwen die bekend zijn met het fenomeen wrijving. Zo is het en zo is het altijd geweest.

Een angstig moment

Ik herinner me nog een van de meest angstige momenten in mijn leven. Dat was toen mijn moeder zoveel was afgevallen dat je tussen haar benen door kon kijken. Ik kwam aanfietsen, mijn moeder stond buiten en toen zag ik de kerktoren tussen haar benen door. Gelukkig was die periode snel voorbij en zijn haar bovenbenen weer naar elkaar toe gegroeid.

Neerwaartse wrijving

Twee weken geleden heb ik opnieuw een angstig moment. Nu op het werk. Ik draag die dag mijn zelfgemaakte kokerrok waarin ik geen vaste voeringrok heb gemaakt. Ik gebruik een losse onderrok.Die heb ik echt nodig, omdat de rok anders omhoog kruipt. (hier komt die wrijving weer om de hoek kijken). Op een gegeven moment laat ik een gast uit en dan gebeurt er iets wat voor mij anatomisch gezien eigenlijk vrijwel onmogelijk is. Vlak voor ik met mijn gast de trap afdaal en naar beneden loop, voel ik op mijn bovenbeen een niet-lichaamseigen richeltje. Het blijkt de rand van mijn onderrok te zijn. Met nog geen tien stappen te gaan voor de trap moet ik snel handelen. Zo discreet als maar mogelijk is wurm ik mijn hand bij mijn kokerrok in (dit ging ook niet zonder wrijving!) en vis naar de bovenrand van de onderrok. Ik krijg 'm net op tijd te pakken. Ik slaak een zucht van verlichting. Dit was echt een sterk staaltje van neerwaartse wrijving.

Opwaartse wrijving

Ik heb mijn lesje geleerd en ik ga onmiddellijk op jacht naar een nieuwe losse onderrok. Dat is nog niet zo eenvoudig, want losse onderrokken zijn natuurlijk een voorhistorisch artikel. Uiteindelijk vind ik er eentje in een fourniturenwinkeltje hier vlakbij. Vandaag draag ik 'm voor het eerst. En van afzakken heb ik geen last. Wel voel ik als ik aankom op het werk een niet-lichaamseigen rolletje rond mijn taille. Het is mijn nieuwe onderrok. Die is omhoog gekruld en zit nu als een flinke lovehandle rond mijn taille. Ik sjor 'm weer naar beneden, maar halverwege de ochtend merk ik al dat het een heilloze exercitie is. De opwaartse wrijving is te groot. Hij zit meer rond mijn middel dan rond mijn benen.

Er zit niks anders op: ik zal ze vast moeten naaien in mijn rokken. En dan maar hopen dat het stiksel bestand is tegen de opwaartse of neerwaartse wrijving.