Ik werk al jaren in hetzelfde gebouw. Ooit was ik degene die het vaakst verhuisde in het gebouw. Ik heb werkelijk iedere uithoek gezien: de afmetingen varieerden van een veredelde meterkast tot een riante ruimte. Ik herkende de schijnbewegingen die voorafgingen aan een verhuizing op den duur feilloos. Erg subtiel gebeurde dat ook niet. Meestal kwam er iemand met een centimeterband de kamer binnenlopen en dan wist ik wel weer hoe laat het was. Dat was meestal het eerste signaal. Dan was er iemand die vond dat (meestal) hij meer aanspraak kon maken op de vierkante meters. Ik had er niet zoveel problemen mee en ik deed er ook niet moeilijk over. Geen enkele kamer in het gebouw is immers van mij. Ik merkte wel dat mensen die moeilijker deden over een verhuizing ook minder vaak hoefden te verhuizen.
Het herschikken van mensen is een doorlopend proces. Het stopt nooit. De organisatie verandert voortdurend en ook het beeld van hoe mensen moeten samenwerken verandert steeds. Ook nu weer is een verhuisbeweging gaande in het gebouw waar ik werk. Vorig jaar verhuisden boezemvriendin en ik nog. We schoven een kamer op. Deze keer mogen wij blijven zitten. Tenminste, daar lijkt het op. Nu zijn het collega's van ons die gaan verhuizen. Zelf waren ze de laatste betrokkenen die ervan hoorden. Niet doordat iemand met een centimeterband binnenkwam. Nee, dat is anno 2012 veranderd. Onveranderd is het gebrek aan subtiliteit: zij hoorden het doordat iemand al telefonerend de ruimte kwam inspecteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten