Als ik uit de auto stap zie ik haar. Onze kinderen zaten bij elkaar in de klas. Ze loopt een rondje. Tweemaal daags. Na de middag en 's avonds weer. Ook wij zijn -net als de rest van Nederland- in deze coronacrisis aan de wandel. "'s Avonds loop ik graag langs de lichtjes van de PB-straat", zegt ze.
Een andere dimensie
Wij zijn echte avondwandelaars. En in de afgelopen weken werden ook onze eigen vaste routes steeds meer verlicht. "Laten we ook eens door de PB-straat lopen", zeg ik tegen E. Direct dezelfde avond gaan we ervoor. En inderdaad: de verlichting in de PB-straat is toch even van een andere dimensie. Al van ver knippert ons de ster van Betlehem tegemoet. Ijspegels die van kleur verschieten sieren de dakgoten. Lichtsnoeren in alle kleuren zijn grillig rond kozijnen, hekken en deuren gedrapeerd. Wat dat betreft is het donker genadeloos. Iedere kleine afwijking van de rechte lijn tekent zich haarscherp af. Maar dat is niet iets waar men zich hier druk over maakt. Het geluk spat ervan af.
Grote gebaren
Op onze eigen route signaleerden we ook hier en daar wel een rendier met een arreslee. Vaak van een formaat dat in de winkel vast behoorlijk leek, maar waarvan in de tuin duidelijk wordt dat het toch eerder in de vensterbank thuishoort. Dat tref je hier niet aan. We passeren complete roedels verlichte herten. Hier is men niet bang voor een groot gebaar. "Dit zijn de betere buurten", verzucht ik. En dan komt de opmerking die E. het meest vreest: "Dat zouden wij ook meer moeten doen."
Buiten bereik
Maar ik weet nu al dat het bij ons niet zover gaat komen. Ik vind de kerstverlichting in de kerstboom namelijk al een hele toer. Eerst moet het uit de knoop en dan moet het ook nog goed verdeeld in de boom. Ik heb er geen talent voor. Sinds vorig jaar heb ik een enkel snoer. Dat maakt het een stuk makkelijker. Maar dan nog: de eredivisie van de kerstverlichting is voor mij duidelijk buiten bereik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten