"Als je veel verkleinwoorden gebruikt, ben je een trut." Mijn docent Taalkunde aan de universiteit zei het zonder met zijn ogen te knipperen. En verder knipperde ook niemand met haar of zijn ogen. Dat soort dingen kon je destijds gewoon zeggen. Het heeft wel indruk gemaakt, want ik ben het nooit vergeten. Volgens die maatstaf is enige truttigheid mij niet vreemd. Als ik het over een bloes heb, praat ik graag over een bloesje. Terwijl het feitelijk geen bloesje is: om mijn bovenlichaam netjes te bedekken heb ik echt de volwassen versie van een bloes nodig. Maar ik ben de enige niet. In het uitgaansleven wordt het veel gebruikt: je bestelt een biertje of neemt een wijntje, pakt een terrasje of een bioscoopje. Verkleinwoorden zijn bedoeld om iets wat kleiner is aan te duiden, maar worden ook gebruikt om dingen kleiner te laten lijken (vandaar het bloesje).
Helemaal los
De afgelopen week waren we in Vlaanderen. Daar viert het verkleinwoord pas echt hoogtij. Ze gaan er helemaal op los: in het dagelijkse taalgebruik, maar ook op schrift en bij officiële instanties. Op een menukaart: Een hongertje? Daarvoor hebben ze dan een kleine kaart. Op een officiële website om even te checken of het kraanwater in België zo gedronken kan worden: kraantjewater. (Je kunt het gewoon drinken, maar ze voegen chloor toe om te zuiveren). En in het gewone taalgebruik: Koffietje?, of als je een gesprek beëindigt: Nou saluutjes! En ook bij de naamgeving van bedrijven wordt het vaak gebruikt. Frituur 't Zeetje, café 't Zeekotje en de uitgever van een krant: 't Gazetje.
Naar de maatstaven van mijn docent zou Vlaanderen dus bol staan van de truttigheid. Maar voor wie daar niet tegenop ziet: Vlaanderen, van harte aanbevolen!
De illustraties op mijn blog zijn afkomstig van Boomerang Cards. Hier vind je deze.
De soundtrack bij de blog is: