maandag 27 februari 2012

Diepe slaap


Ik ben vroeg wakker. E. is nog in diepe slaap. Ik schurk me tegen hem aan. Hij is lekker warm en ademt rustig. Hij ruikt zoals E. ruikt. Lekker. Op de vroege ochtend lig ik zo in het schemerdonker vaak nog even te denken. Een pauzemoment voordat de dag begint. E´s ademhaling verandert. Hij gaat zo wakker worden.

Honderden kilometers verderop ligt Friso. Ook in diepe slaap. Het moet er ongeveer net zo uitzien: Friso, rustig ademhalend, warm en  ruikend naar Friso. Of zou de ziekenhuislucht zijn eigen lucht hebben verdreven? Er is alleen een verschil: of Friso ooit  weer wakker wordt is de vraag. En als hij al ooit weer  wakker wordt, is hij dan  nog steeds Friso?  Of is Friso nu eigenlijk al verdwenen? Is het warme, ademende naar Friso ruikende lichaam slecht een illusie van Friso? Hoe wreed is het dat je man, je zoon, je vader is verdwenen, maar dat hij er toch nog steeds is. Hoe kun je dan ooit geloven dat hij is verdwenen? Hoe kun je dan afscheid nemen? En hoe bepaal je wanneer je afscheid neemt? Kun je -als dat moet- ooit zo’n beslissing nemen?

Terwijl ik naar E’s slapende lichaam kijk, denk ik dat ik hem niet zou kunnen laten gaan. Zou ik dan ook tegen hem aan gaan liggen, luisterend naar het kloppen van zijn hart in zijn warme lichaam, genietend van zijn geur?  Ik weet het niet en gelukkig hoeft dat ook niet. E. wordt wakker.

Ik heb vreselijk met Mabel te doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten