Op mijn vrije dag doe ik hier allerlei klusjes in huis. De eeuwigdurende nooit ophoudende stroom wasgoed natuurlijk, het schoonmaken van de de badkamer en de toiletten, maar ook het organiseren van onderhoudsklusjes. Zo meldt onze zoon me dat de kraan van het bad het weer heeft begeven. Dat wil zeggen: het omzettingsknopje van de kraan naar de douchekop is kapot. Dat is al de tweede keer en de kraan zit er nog geen vijf jaar in. "Dat was in ons oude huis toch niet zo?", vraagt onze zoon. Nee, in ons oude huis dat straks bijna zes jaar geleden afbrandde, heb ik nooit meegemaakt dat er een kraan of een lichtknop kapot ging. Daar woonden we meer dan twintig jaar. In ons nieuwe huis is het nu al vier keer gebeurd. En dat terwijl we op materialen niet beknibbeld hebben.
Waardeloos
"Ik bel de installateur even", meld ik E. "de kraan in de douche is weer kapot." E. heeft er niets van gemerkt, maar hij gebruikt die kraan dan ook niet. "Anders moeten we maar een andere kraan nemen", zeg ik. "Dit is toch ook waardeloos". "En het was nog niet goedkoop ook volgens mij", zegt E. Ik ben er wel uit: een andere kraan erin.
Gevoelig spul
De installateur hoort me geduldig aan. Het is een palletje dat omgezet moet worden, legt hij uit. En ja, inderdaad is er anderhalf jaar geleden ook al een nieuw palletje ingekomen. "Dat is heel gevoelig spul", zegt hij. "Misschien moeten wij dan iets minder gevoelig spul hebben.", zeg ik. "Waardeloos. En het was nog niet goedkoop ook." "Nou", zegt de installateur. "het onderdeel kostte de vorige keer niks." Ik schiet in de lach. "Nou dan zal het wel iets anders zijn geweest wat duur was", zeg ik. "Dat zal het dan zijn", zegt hij. Het nieuwe palletje gaat ons nu -exclusief manuren- 21 euro kosten. Een fractie van wat een nieuwe kraan kost, verzekert hij me. Toch maar weer een palletje dan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten