Bijna 10 jaar geleden werd ik wakker in een brandend huis. Alle kinderen waren thuis. Drie minuten later en we zouden geen van allen meer wakker zijn geworden, vertelden ze ons later. Toen ik wakker werd, was het in onze slaapkamer al flink mistig. Ik had direct in de gaten dat het binnen brandde. Ik wekte ze en allemaal namen we iets mee naar buiten. Ik pakte snel een aantal fotoalbums, E zijn computerkast, de oudste -die de dag ervoor aan een knie was geopereerd- de autosleutels, onze zoon zijn laptop - met daarop zijn stageverslag en de jongste de ipad en haar spaarcenten. Allemaal waren we min of meer ongeschonden.
Niet ontspannend
Ik denk er niet zoveel meer aan. Maar vandaag wel even. Vanmorgen schrik ik om 10 voor 5 wakker. Ik ben direct gealarmeerd: ik ruik een brandlucht. Ik ga naar het toilet en blijf op de overloop even staan. De brandlucht is minder sterk. Het is niet binnen, maar buiten. Omdat we altijd een raam open hebben staan in onze slaapkamer, ruik je het daar sterker. Hoogstwaarschijnlijk heeft een van de buren de houtkachel aangestoken. Daar is het de tijd van het jaar voor. Eerder vond ik het wel een lekker luchtje: een vuurkorf, een barbecue of houtkachel. Veel mensen vinden het ontspannend, staren in zo'n vuurtje. Voor mij is dat voorbij. Ik zal altijd gealarmeerd blijven bij brandluchtjes. Dat gaat niet weer over.
Ik draai me nog eens om. En nog eens. Maar ik kan de slaap niet weer vatten. Om half zeven is de vaatwasser uitgeruimd en draait de wasmachine. De dag is begonnen.