E. werkt aan huis, zijn werk is zijn hobby en hij is met mij getrouwd. Hij heeft dus een mooi leven en ik ook. En vandaag is het leven nog net iets mooier, want onze zoon is twintig jaar geleden geboren. Hij is vandaag dus jarig. Zelf is hij er de hele dag niet, maar wij zijn er wel. Het is namelijk mijn vrije dag. "Laten we even een kop koffie drinken samen", zeg ik tegen E. Hij klaagt wel eens dat ik hem als ik thuis ben teveel van het werk hou. Dit is weer zo'n moment. Maar vandaag is immers geen gewone dag.
Het is des te bijzonderder omdat onze zoon van onze drie kinderen de slechtste start had. Voor hetzelfde geld had hij het niet overleefd. Daar denk ik op de dag van zijn verjaardag altijd wel even aan terug - en natuurlijk ook wel eens op andere dagen. En daar wil ik met E. dan wel even over praten. En natuurlijk over het feit dat hij -net als onze dochters- zo goed gelukt is. We drinken koffie, E. schenkt zich nog eentje in en wil dan weer naar zijn kantoor gaan. Hij staat alweer op. "Blijf nog even zitten", zeg ik. "Het is tenslotte de verjaardag van onze jongen. Even gezellig toch?" E. mompelt iets over abbaaiden*. "Twintig jaar geleden was je daar toch ook niet mee bezig", zeg ik. Ik denk hem natuurlijk tuk te hebben, maar ik had beter kunnen weten. "Ja en daar heeft de economie toen al genoeg onder geleden", zegt E. We zijn uitgepraat. Het werk wordt weer hervat.
*werken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten