Al een poosje ben ik bezig met opruimen. Toegegeven: de brand heeft een flink handje geholpen. Veel rommel hebben we niet meer, maar na drie jaar begint de rommel zich toch weer op te hopen. Ik richt kastjes opnieuw in, ben creatief in de weer met klemstangen en organiseer het allemaal logisch. Ik schuw daarbij een goede hack niet: ik zet een flessenrek onderin de la waarin ik vervolgens de rollen plastic zakken plaats. Kortom: ik ben de vleesgeworden natte droom van IKEA, een waardig boegbeeld voor de campagne Dag rommel.
Ik word heel blij van opruimen. Dat geeft me veel energie en het vervult me met hoop voor de toekomst: ik zal in een ordelijk en opgeruimd huis wonen. Dat ik daar zo opgetogen over ben zegt natuurlijk al wel het een en ander: het komt bij mij niet vanzelf. Maar als iets lukt wat niet vanzelf komt is de euforie des te groter.
In die staat van euforie kom ik E's kantoor aan huis binnenzeilen. E. houdt niet van gerommel in huis. Hij geeft de voorkeur aan rommel boven mijn gerommel. "Ik ben echt ontzettend goed bezig", zeg ik. Hij kijkt bedenkelijk. Ik: "Het is hier compleet Dag rommel." "Nou eerder Tot ziens rommel", zegt hij. Hij kent mij erg goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten