vrijdag 15 maart 2019

Ik rij voor team Harms


en dat bevalt me
Ik rij voor team Harms. De hele week al. Ik zal het even uitleggen. Mijn moeder werd vorige week aangereden door een onoplettende bestuurder. Mijn ouders rijden - net als wij - een Ford C-max. Omdat de Ford C-max voor haar een bekende auto is, rijdt zij deze week in die van ons. Dus rij ik in een ruilauto.

Nait baange

Harms is een autoschadebedrijf in Hoogezand. En nu hoor ik bij team Harms. Ik rij in een Kia Picanto met daarop reclame voor Harms. En dat staat voor iets. Dat staat voor: pas maar op, ze is niet bang voor een beetje schade. Of zoals ze hier in Oost Groningen zouden zeggen: Nait baange. En dat bevalt me.

Teamspeler

Dat ik voor team Harms rij, doet iets met me. Het haalt me uit de anonimiteit. Ik word gezien. Als je in een anonieme auto rijdt, dan ga je op in de massa. Onzichtbaar in je eigen heilige koe. Maar voor mij geldt dat nu even niet. Dus net even te hard rijden -of pittig rijden zoals ik het liever noem- is er niet bij. Ongeduldig drukken achter een voorligger - omdat ik net iets te laat ben vertrokken en toch niet te laat wil komen - ook niet. Ik rij namelijk voor team Harms en ik kan team Harms niet te kakken zetten.

Gistermorgen rij ik weer voor team Harms naar het werk. En dan treft het me als een donderslag. Dit is de oplossing voor hufterig gedrag in het verkeer! Laat iedereen voor een team rijden, dan ben je je een stuk bewuster van je rijgedrag.

Go team Harms!

Vandaag gaat de auto hoogstwaarschijnlijk weer terug. Dan zijn mijn dagen als rijder voor team Harms geteld. Een ander zal mijn plek innemen. Ik hoop ook iemand die recht doet aan het team. Go team Harms!


donderdag 7 maart 2019

Herinneringen kies je niet

Donkere momenten
Vorig jaar woonde ik rond deze tijd een herdenking bij. We herdachten het lot van vier joodse psychiatrische patiënten. Zij werden in de Tweede Wereldoorlog vanuit Wagenborgen via Westerbork naar Sobibor getransporteerd en daar vergast. Omdat ze joods waren, omdat ze psychiatrisch patiënt waren. Dat is te erg voor woorden. Toch proberen we er ieder jaar weer woorden voor te vinden. Om het nooit meer te vergeten.

Broos, maar ook sterk

Omdat ik vorig jaar een rol speelde in het programma, schud ik de handen van de mensen die bij het programma betrokken zijn. Onder hen is een hoogbejaarde joodse man. Hij is een overlevende van de holocaust. Ieder jaar levert hij een bijdrage aan het programma. Met zijn exotische uiterlijk valt hij op onder het overwegend Oost-Groningse publiek. Hij draagt een randloos zwart met goudgalon bewerkt hoofddeksel. Zijn lange grijze baard wappert zachtjes in de wind. Hij oogt broos, maar ook sterk.


Beschadigd

In het middagprogramma spreekt hij. Zijn stem hees en gebroken, maar zelf is hij ongebroken. Beschadigd - dat wel. Zichtbaar en onzichtbaar, vertelt hij. Voor altijd. Hij vertelt dat hij herinnert - maar dat hij het zich liever niet zou herinneren. Herinneringen kies je nou eenmaal niet. Die heb je.


Voorwoordelijk

Ik weet nog dat ik zelf als meisje voor het eerst beelden zag uit de concentratiekampen. Ze zijn me voor altijd op het netvlies gebrand.  'Ik had het liever niet geweten', zei onze zoon toen hij nog maar een jongetje was. Op de  basisschool had hij een filmpje gezien over het lot van de joden. Hoe moet dat zijn als je daar onderdeel van uit hebt gemaakt? Als jij dat was - als die beelden jouw herinneringen zijn? Dat is 'voorwoordelijk' - daar zijn geen woorden voor. Hoe sterk is het dan als je daar toch woorden bij weet te vinden, jaar na jaar, tot meer dan 70 jaar na dato.

Hebt u mij gehoord?

Naderhand spreek ik hem nog even. Ik vertel hem dat ik erg onder de indruk was van zijn verhaal. 'Hebt u mij gehoord mevrouw?', vraagt hij. En hij herhaalt: 'Hebt u mij gehoord?'. 'Ik heb u gehoord', zeg ik. 'Ik vertelde dat ik beschadigd ben. Ook onzichtbaar - in mijn hoofd. Dat gaat nooit meer over.' Hij heeft er hulp voor gehad. Maar op den duur stopte dat. Het werd niet meer vergoed. Voor hem stopt het nooit meer. 'We hebben onze weg erin gevonden', zegt hij. 'We redden ons ermee', zegt zijn vrouw. Ze gaan. Hij groet: 'Tot volgend jaar in Jeruzalem'.





zondag 3 maart 2019

Huilen om Ed

Boomerang supports real love... mooi toch?
Ik voel me leeg. Ik rouw. Ik rouw om Ed. Ook al ken ik Ed niet echt. Maar ik weet waar Ed voor staat: voor de grote liefde in je leven. Ed is een hoofdpersoon in het boek dat ik net heb gelezen. Ed is de man van Zoe. Hij sterft te jong. Hij wordt op de fiets geschept door een vrachtauto na een ruzie met Zoe. Zoe is er kapot van. En ik ook.


Ik hou ook van Ed

Dan krijgt ze onverwacht de gelegenheid om belangrijke dagen in haar relatie met Ed te herbeleven. Dat is een cadeautje, Zoe had niet verwacht om Ed ooit nog weer te zien, voelen of ruiken. Het begint bij hun eerste kennismaking en zo springt het vervolgens verder in de tijd. Naarmate de tijd verglijdt krijgt Zoe hoop: wat nou als ik het anders doe? Kan ik dan voorkomen dat Ed verongelukt? Mijn hoop groeit met die van Zoe. Aan het eind van het boek kan ik Ed bijna ruiken.

Ed moet leven

Normaal gesproken ben ik niet van het magisch denken. Maar dat gaat blijkbaar niet op als het gaat om het verliezen van je grote liefde. Ik wil dat er hoop is. Ik wil dat Ed blijft leven. In ieder geval tot hij oud is en de dagen moe. Dat laatste stuk hoef ik dan niet mee te beleven. Het boek mag stoppen op het moment dat hij blijft leven. Dat is goed genoeg.


Niet goed genoeg

Maar zo gaat het niet. Het loopt niet goed af. Niet helemaal. Ed blijft niet leven. Ik baal. Het was een feelgood roman. Dus ik had gerekend op een goede afloop. Ze krijgt nog wel een kind. Dat wel. Dat is goed. Maar het is niet goed genoeg. 





vrijdag 1 maart 2019

Food porn en Bak-zen

...dat is het 
Op facebook komen bij mij regelmatig filmpjes voorbij waarin chocoladetaarten worden gemaakt. Of cheesecakes. Of wat voor taart dan ook. Meestal blijf ik gebiologeerd kijken naar de draaiende mixer en de pollepel waarmee ze de taart mooi glad strijken. Het is zeer rustgevend. Echt zeer rustgevend. Soms bekijk ik ze wel twee keer. Niet omdat ik ooit zo'n taart ga maken. Ik hou namelijk niet van bakken. En ook niet van koken. Maar het is heerlijk om naar te kijken. "Zit je food porn* te kijken?", zegt de oudste als ik met een glazige blik zie hoe het beslag gladder en gladder wordt. Ik reageer niet, het wordt net spannend: ze gaan het beslag zo uitgieten.

Ik krijg steeds meer filmpjes van opbollend beslag, gepureerd fruit en romige sponscakes te zien. Zo werkt het immers bij facebook: als je ergens langer naar kijkt, krijg je meer van hetzelfde. In dit geval is dat prima.



*volgens Wikipedia is food porn: foods of a high fat and calorie content or exotic dishes that arouse a desire to eat or the glorification of food as a substitute for sex - ik wil er verder niet veel over zeggen, maar ik ben niet van de glorification en ook niet van de substitute. Hoe ik het dan wel moet noemen... Bak-zen?