"Wat is choucroute ook nog maar?", vraag ik aan E. We zitten in een restaurant hier aan de kust van Picardië en ik ben me er eens te meer van bewust dat mijn schoolfrans aardig roestig is geworden. Ik struikel over de woorden. Het praatje met de eigenaars van het appartement waarin we verblijven levert ons de benodigde informatie op, maar daar blijft het dan ook bij. Een fijne vlotte babbel, dat lukt niet. Ik moet echt zoeken naar woorden. En dat is wel eens anders geweest.
Op de middelbare school had ik namelijk een hele goede lerares Frans en ik was er ook nog eens best goed in. Toen ik net van de middelbare school kwam kon ik dus aardig Frans praten. Maar dat was toen. Alle handelingen waar je je hersens namelijk niet zeer regelmatig mee opscheept, die raken sleets. De verbindingen die je hersens voor zo'n handeling nodig hebt worden langzaam afgebroken. Deze wijsheid deed ik op tijdens een presentatie van de oudste, die een tot de verbeelding sprekende presentatie van dit fenomeen maakte. En bij mij is de afbraak van mijn kennis van het Frans echt schrikbarend geweest. Daar kom ik op de eerste dag van onze vakantie al achter.
Afijn, ik heb nu weer even tijd om te oefenen. We komen er niet uit met de choucroute, dus vraag ik het maar aan de jongedame die ons bedient. Ik versta alleen het deel over het 'zeefruit': ik kan mossels, garnalen en verschillende soorten vis verwachten. Dus dat neem ik dan maar. We zitten hier tenslotte aan de kust. E doet met me mee. Als ons bord wordt gebracht, weet ik het op slag weer: choucroute is zuurkool. Dat hadden E en ik nooit bij vis gecombineerd, met kerriesaus en banaan, of gestampt met aardappels, dat wel maar niet met vis. En eerlijk gezegd: na het eten is het nog geen combinatie waar je mij wakker voor kunt maken. Vis eet ik liever niet op een bedje van zuurkool.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten