Onze zoon is niet mee deze vakantie, maar onze beide dochters zijn van de partij. Dat betekent dat ik de enige niet-fotograaf ben. En dat betekent -naast veel oponthoud- ook dat het soms voelt alsof ik het meest gefotografeerde menselijk wezen aan de Noord-Franse kust ben. Er is onophoudelijk een camera op me gericht, vooral van onze dochters die vanuit elk denkbaar perspectief (kikvors-, vogel-) fotograferen. Soms praten ze over een foto. De jongste tegen haar zus: "Ik zei toch al dat dit een zeer briljante foto was? Al zeg ik het zelf. Precies op het juiste moment genomen." "Je hebt gelijk, dat is precies zoals mama is", zegt de oudste.
Ik ben er niet altijd blij mee. Aan het eind van de dag bekijk ik de foto's. Het is steeds een confrontatie met mijn zelfbeeld. Ik verwonder me bijvoorbeeld over de omvang van mijn boezem (in iets andere bewoordingen), of ik vind dat je aan mij duidelijk kunt zien dat je neus je hele leven lang blijft doorgroeien. Het wordt genadeloos vastgelegd. "Het is aan mij om te bepalen wat er verwijderd wordt.", zegt de jongste streng als ze mij 's avonds haar toestel geeft om de foto's te bekijken. Wat is er gebeurd met het portretrecht, vraag ik me dan wel eens af. "Je kunt het ook positief bekijken dat we veel foto's van je maken", zegt de jongste. "Je bent een gewild fotomodelletje."
Er zijn door beide dochters al heel veel portretten van mij gemaakt. "Dit wordt je nieuwe profielfoto", zegt de oudste, die daar het patent op heeft. Alleen de laatste werd gemaakt door haar zusje. Als ik tijdens een van de vele wachtsessies een selfie maak op het strand met de bedoeling om daar mijn profielfoto van te maken, wordt dat direct de kop ingedrukt: "Je focust je teveel op het fotograferen, het ziet er geforceerd uit.", aldus de oudste. Welke het wel wordt, dat moeten we maar uitzoeken als we thuis zijn, maar deze zijn dus niet door de ballotage gekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten