zaterdag 27 juni 2020

De perfecte match

die moet je koesteren
Iedereen kent het denk ik wel: dat bloesje, die jurk, waar je geen afscheid van wilt nemen. Dat heb ik met mijn zwart gestipte bloesje. Het is het perfecte stippenbloesje: precies de juiste grootte stippen, exact de ruimte die je tussen de stippen wilt. En niet te vergeten: een heerlijk stofje. Het maakt niet uit in welke stemming ik ben, de stippenbloes kan altijd. Ik vind dat ik er altijd goed in uitzie.

Topper

Ik heb 'm nou al jaren. En het was vanaf dag 1 een topper. Het bloesje is de hele wereld over gereisd. Met mij, maar ook met mijn dochter, die 'm leende toen ze naar Soedan ging. Het viel niet mee om zo lang gescheiden te zijn van mijn lievelingsbloes, maar ik gunde mijn dochter de luxe van een 'versleten slok bezoentje'* in de hitte van Soedan. En hij stond haar ook prima bovendien.

Met liefde 

Met de jaren is het stofje zachter en zachter geworden. Het is alweer een aantal jaren geleden dat de eerste gaatjes opdoken. Maar dan repareer ik ze zo netjes mogelijk. Vanmorgen strijk ik 'm - heel voorzichtig.


Het valt niet mee

Sinds de eerste gaten erin vallen ben ik op zoek naar een goede vervanger. Ik heb al een aantal pogingen gedaan. Maar tot nu toe zonder succes. De stipjes zijn te klein of te groot, de ruimte tussen de stippen is te groot of te klein. En ook al let ik altijd goed op het materiaal, ook al is een stipje in principe altijd goed, een waardige vervanger vinden zal niet meevallen.

Een oud-collega vertelde me dat zijn vrouw vlaggetjeslijnen maakt van oude kleding. Een tweede leven voor mijn bloesje. Misschien verzacht dat het afscheid.

*versleten ruim overhemd


woensdag 17 juni 2020

Supermarktontmoeting

Het is genieten
Eerder trof ik 'm wel op feestjes. Dat was in de vorige eeuw. Hij was een paar jaar ouder dan ik en was altijd samen met zijn vriendin, nu zijn vrouw. Ik was er dan samen met E, nu mijn man. 

Tegen het lijf

Een aantal jaren geleden liep ik 'm voor het eerst weer tegen het lijf in een supermarkt even verderop. Ik herkende hem niet direct, maar toen ik het eenmaal zag was het ook niet meer te missen. Destijds was hij een krullenbol met een heel eigen humor. Je kon met hem lachen. Tegenwoordig heeft hij ook al zijn haar nog - misschien iets minder krul, spierwit, maar nog een volle bos. En je kunt nog steeds met 'm lachen.  

Coronamoe

Vanmorgen doe ik mijn wekelijkse boodschappen in de Lidl. Het is er rustig. Ik passeer hem als hij bij de kassa in de rij staat. "Moi, hou ist?", zeg ik. "'t Mout weer doan wezen", zegt hij doelend op de coronamaatregelen, "nou mout ik die lopen loaten". Hij spreekt luid, zijn stem gruizig, en hij lacht hard. 

Geil

Als ik al mijn boodschappen heb gehaald, brengt hij zijn kar terug. De zon is net door de wolken gebroken, het is vochtig warm. "Smoezeg weer nait?", zeg ik. "Joooaah, geil weer", schettert hij over de parkeerplaats. Ik schiet in de lach. "Goa doe mor gaauw noar hoes tou, dat liekt mie beter", zeg ik. Hij lacht en gromt. 

Supermarktontmoetingen. Ik ben er dol op.