Gisteravond lag ik me hier op de bank te goed te doen aan dropfruitduo's van de Jumbo. Ik was de afgelopen weken afgevallen en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Onderuitgezakt geef ik eerst een knauw op het fruitdeel en vervolgens op het dropdeel. Tot ik ineens een licht zuigend geluid hoor. In het zachte deel van mijn dropfruitduo hangt mijn kroon. Ik laat de dropfruitduo over mijn tong buitelen en werk 'm soepel naar buiten. Daar verschijnt het fruitdeel met kroon. Het ziet er keurig uit. In mijn mond staat een keurig stompje. "Ik zou 'm zo zelf terugplakken als ik maar wist welke lijm ze gebruiken.", zeg ik tegen E. Die denkt dat het toch beter is om even naar de tandarts te gaan.
Dus vanmorgen op het werk bel ik met de tandarts. "Hij is er keurig uitgekomen", zeg ik met misplaatste trots tegen de tandartsassistente. Boezemvriendin luistert mee. "Ik heb ooit zo'n Amerikaans make over programma gezien en daar was een vrouw die iedere morgen gaten opvulde door er neptanden in te plakken", vertel ik haar na mijn telefoongesprek. Het heeft diepe indruk op me gemaakt.
Zelf kreeg ik rond mijn twintigste kronen op mijn achterste kiezen. In mijn puberteit kreeg ik -ondanks mijn voorbeeldige poetsgedrag- heel veel gaatjes. Als ik niet zo goed had gepoetst, dan was ik echt een gevalletje van een kunstgebit op mijn zestiende geweest, aldus mijn fijngevoelige tandarts destijds. Maar zover is het niet gekomen. Dertig jaar geleden hadden ze een soort dentaal kneuzenprogramma, waarbij je met een goede regeling kronen kon laten plaatsen. Daarmee zou mijn gebit in ieder geval behouden kunnen blijven. Mijn ouders wilden het voor me betalen en zo werd ik met goud beslagen. Het was namelijk nog voor de tijd van de porseleinen kroon.
"Hoe lang zit de kroon erin?", vraagt de assistente. "Zo'n dertig jaar", vertel ik. "Nou dat is wel heel lang.", zegt ze. "Tegenwoordig zeggen we vijftien jaar. Oudere kronen zitten langer, zo'n twintig, vijfentwintig jaar misschien, maar dit is wel heel lang." Ik overhandig het zipzakje met mijn gouden kroon aan de assistente. Zij ziet ook dat het een geheel gaaf exemplaar is. "Dat is inderdaad gewoon een kwestie van plakken", zegt ze. Maar uiteindelijk gaat de tandarts daar natuurlijk over.
Mijn eigen tandarts heeft vandaag zijn vrije dag, dus ik moet me behelpen met de eerste reserve. Ik mag plaatsnemen in de stoel, hij werpt een klinische blik op het stompje, bekijkt de kroon en dat is het dan. "Als die kroon dertig jaar heeft gezeten wil ik 'm eerst op het lab goed schoon laten maken. Dan plakken we 'm er volgende week wel in. U hebt geen pijn?" Ik heb geen centje pijn - er is net zelfs nog een winterwortel over het stompje getrokken, maar dat vertel ik maar niet. "U moet het stompje gewoon goed schoonhouden met een elektrische tandenborstel en dan kan dat prima." Hij spreekt deze licht ranzige tekst zonder gêne uit en dan vertrekt hij. Maar goed, ik weet wat me te doen staat: het stompje schoonhouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten