Vandaag namen we afscheid van oude baas. De afscheidsdienst vond plaats in een volle schouwburgzaal, de plek waar hij zich zo thuis voelde. Voor hij deze allerlaatste thuiswedstrijd kon spelen, ging er heel wat water door de zee. Hij overleed tijdens een vakantie ver weg van hier. Na zijn dood maakte hij nog een rondreis over verschillende continenten met alle poespas die daarbij hoort. Het is een bijzonder einde voor een bijzonder mens. Dat hij dat was, dat wist ik al wel. Maar het is altijd mooi als je in de verschillende afscheidsspeeches de persoon herkent die je denkt te hebben gekend, ook als het gaat over facetten van het leven waarin je hem niet hebt gekend.
Ik zou kunnen zeggen dat ik een traantje heb weggepinkt. Maar dat is wel een heel elegante manier om mijn tranenvloed te beschrijven. Dat zou ik vervelend kunnen vinden, maar daar wordt het ook niet anders van. En bovendien: bij zo'n voortijdig einde mag je rustig even janken. Sterker nog: de oude baas zou dat alleen maar hebben toegejuicht. Als hij een gelegenheid zou zien om er in het door hem verwachte hiernamaals over op te scheppen, dan zou hij dat zeker niet nalaten: "Bij mijn afscheid zaten er verscheidene huilende vrouwen in de zaal." Sterker nog: hij zou het onverteerbaar hebben gevonden als niemand een traan had gelaten. Gelukkig is dat niet gebeurd. Daar heb ik dan toch maar weer aan meegewerkt.
Het was een heel mooi afscheid, dat zei ik ook tegen zijn vrouw. Maar verdorie: het was wel een afscheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten