"Wat moeten we nu?" E. stelt de vraag. We drinken een kop thee. Vanmiddag schaatsen ze niet in Sochi en we zijn compleet onthand. Zo gaat dat hier altijd: ik was compleet afgekickt van het schaatsen, maar ik ben zeer verslavingsgevoelig als het om toernooien gaat -of het nou om voetbal, atletiek of schaatsen gaat. Aanvankelijk sta ik licht onverschillig tegenover het toernooi. Op dat moment begrijp ik al die drukte helemaal niet. Maar na een dag of twee heb ik het te pakken. Dan kijk ik wat ik kan. En als het kan kijk ik alles: alle ritten, alle commentaren, het strikken van de veters, het slijpen van de schaatsen, het stretchen, het uitfietsen, noem maar op. Ik voel me er ontzettend goed bij. En dan bedenken ze zomaar dat ze een dag overslaan. Wat rest is dan een enorm zwart gat - in het voortdurende, aanhoudende en slopende besef dat er iets ontbreekt.
Donderdagavond merk ik dat al die commentaren je ook onder de huid gaan zitten. Ik was onderweg om te gaan aquajoggen. Enkele minuten daarvoor had ik mijn zwemtas van de kapstok gegrist en was ik haastig op pad gegaan. Ik ben namelijk altijd precies op tijd, niet te vroeg en niet te laat. Halverwege overvalt het me: zit mijn donkerblauwe badpak met het roze splash-achtige flubbertje eigenlijk wel in mijn tas? Ik tast en vind niet: die hangt nog thuis. Ik kan het aquajoggen wel vergeten, dat haal ik nooit meer als ik eerst mijn badpak nog moet gaan halen. Het is niet anders: ik moet er maar in berusten. Ik zie het zelf als een bevestiging van wat ik al wist: als je rommelt met je materiaal of je materiaal niet op orde hebt, dan ben je niet in topvorm. Het zij zo.
Volgende week weer aquajoggen, morgen weer schaatsen kijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten