Er is weinig zeker in het leven. Een ding is dat wel: ooit zul je sterven. Je weet het, maar het blijft lastig te verteren. Ik ben bijna 53 jaar en ieder sterfgeval ligt me nog steeds bijzonder zwaar op de maag. Het blijft moeilijk om om te gaan met de onherroepelijkheid van sterfelijkheid. De onverbiddelijke onomkeerbaarheid van de dood vind ik wreed.
Gisteren namen we afscheid van een nichtje. Ze was een half jaar ouder
dan ik. En dat is veel te jong om dood te gaan. Ik ging er samen met
mijn ouders en mijn zussen heen. "Het zou mooi zijn als we zouden kunnen geloven dat ze nu samen met haar vader was.", zegt mijn zus. Mijn oom overleed tien jaar geleden. "maar dat zit er niet in.", vervolgt ze. Wij beamen dat. Het zit er absoluut niet in. Want hoe kun je geloven in een hogere macht die zo zou wikken en beschikken? Wij kunnen het niet. En als je dat niet gelooft, dan is dit het: je leven. Mooi, maar als je 53 jaar bent heb je niet genoeg tijd gehad. Voor haar was het net niet genoeg om de geboorte van haar eerste kleinkind te beleven.
Haar moeder leeft nog en moest dit meemaken. Zij kon maar moeilijk geloven dat haar dochter echt dood zou gaan, hoorden we van haar oudste zus. Het wou er gewoon niet in. Natuurlijk niet. Zo hoort het toch ook niet te gaan. De baas citeerde deze week zijn moeder nog even (dat doet hij graag - zijn moeder is zijn goeroe). "Jij moet mij in de kist kijken en niet andersom." Het is nooit fijn om iemand in de kist te kijken, maar zo hoort het wel: ouders eerst. Dit is onnatuurlijk. En het leek er gisteren wel een beetje op dat ook de elementen protesteerden, want de hele dag viel de regen met bakken uit de hemel. Wat een treurige dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten