En ook de minister heeft zijn ei gelegd. Of eigenlijk de Algemeen Directeur Belastingen voor hem. Niet het ei dat we graag hadden gezien, want ook hier krijgen we nul op rekest. We moeten belasting betalen over de inboedeluitkering van de brandverzekering.
"De wet maakt geen onderscheid naar bestedingsdoelen", staat er in de brief. Er is wel een hardheidsclausule die in uitzonderlijke gevallen wordt toegepast. Maar daar zijn wij dan weer niet uitzonderlijk genoeg voor. Het wordt als volgt uitgelegd. "De wet kent een speciale bevoegdheid, de zogenoemde hardheidsclausule (artikel 63...). De wet staat toepassing van de hardheidsclausule uitsluitend toe in zeer uitzonderlijke gevallen. Daarvan is in uw situatie geen sprake. De hardheidsclausule kan alleen worden toegepast bij een "onbillijkheid van overwegende aard". Daarvan is sprake als het gaat om een gevolg dat de wetgever had voorkomen als hij dat bij het maken van de wet had voorzien. De wetgever heeft er bewust voor gekozen om geld in contante en girale vorm dat op de peildatum in uw bezit is tot het box 3 vermogen te rekenen. Het is daarbij niet van belang hoe het bedrag is verkregen."
We ontvangen bewijsstukken uit de Staatscourant als bijlage, met alle artikelen over de fiscale gevolgen van tegemoetkomingen naar aanleiding van bijzondere gebeurtenissen zoals oorlogen en rampen. Uit dit besluit blijkt dat ook andere tegemoetkomingen, zoals tegemoetkoming voor slachtoffers van de Nieuwjaarsbrand in Volendam niet zijn vrijgesteld van heffing in box 3. Dat wordt nog even apart in de brief vermeld. Tussen de regels door lees je eigenlijk dat we ons moeten schamen dat wij met ons Ieniemienie-leed een brief durven schrijven. En natuurlijk willen wij ons niet vergelijken met de slachtoffers van de brand in Volendam. Er zijn veel ergere dingen, ook leed komt in gradaties.
Wat ik wel heel schokkend vind: de overheid incasseert dus ruimhartig en willens en wetens naar aanleiding van het leed van burgers. Iedere uitkering bij overstroming, oorlog, brand, stormschade of ander onheil is dus een bron van inkomsten voor de overheid. En als wij als burgers met het restant van het uitgekeerde bedrag onze goederen gaan vervangen of repareren, dan betalen we opnieuw belasting. En dat alles wordt niet gezien als iets wat bij het maken van de wet voorzien had kunnen worden als onrecht. Ben ik nou gek?
De Algemeen Directeur Belastingen vervolgt: "De hardheidsclausule is niet bedoeld voor een gevolg van de wet dat iemand om persoonlijke redenen als een hardheid ervaart." Zo persoonlijk zijn die redenen toch echt niet. Alles is persoonlijk, maar als 99% van de mensen er persoonlijk net zo over denken, dan hebben we denk ik toch een gemene deler te pakken. En ik denk dat het gros van de burgers in Nederland dit als harde en onbegrijpelijke wetgeving beschouwt. Daar zijn wij geen uitzondering in.
We voelen het slot al aankomen: "Het is dan ook niet mogelijk in uw situatie een uitzondering te maken." Regels zijn regels; begrip is er wel. Maar daar koop je niets voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten