donderdag 29 mei 2014

Gezond gedrag


Vorig weekend was Sappemeer het toneel van een wielerronde. Aanvankelijk dacht ik dat het zo druk was omdat de buurvrouw jarig was, maar in de loop van de dag kwamen we erachter dat het om een wielerwedstrijd ging. Dus lopen we nog even naar het kruispunt waar net een grote groep hardrijders voorbijkomt. Pas na de vierde keer zie ik dat het om dezelfde renners gaat die steeds hetzelfde rondje rijden. En dat zie ik dan aan de achterblijver. Het peloton is een massa waarin je niets kunt onderscheiden.

Perplex

Schuin voor ons op de grond zitten drie vrouwelijke wielrenners. Ze drinken water en moedigen de mannen aan. Voor ons staat een man met zijn fiets. Het is een recreatieve fietser, geen wielrenner. Hij pauzeert even met een sigaretje. "Zou u hier misschien niet willen roken?", vraagt een van de wielrensters aan de man. Net als wij staat hij even perplex. "Pardon?", zegt hij. Hij denkt dat hij het niet goed heeft gehoord. "Of u hier misschien niet zou willen roken", herhaalt ze. "Het moet toch niet gekker worden", zegt de man. "U staat hier wel naar een sportwedstrijd te kijken", zegt ze.

Arrogantie

"Het is de arrogantie van de sporter", zeg ik later tegen E. Ik rook zelf niet, ik heb nooit gerookt en ik vind het ook een onsmakelijke gewoonte. Onze kinderen vertelde ik altijd dat tongen met een roker vergelijkbaar is met het uitlikken van een asbak. Ik bedoel maar. Maar ik vind wel dat je het zelf moet weten. En dit gaat me te ver. "Wielrennen is toch een sport waarbij ze alles doen wat God verboden heeft: snuiven, spuiten, bloedtransfusies, noem maar op.", zeg ik. "Bovendien is topsport helemaal niet zo gezond. Dat is toch algemeen bekend." Het duurt maar even of we bedenken allemaal hypothetische situaties waarin steeds een man die rookt in de buitenlucht en een sporter voorkomen. "Stel er loopt een man met een hond langs de kant van de weg. Hij rookt een sigaretje en er komt een groep wielrenners voorbij", zegt de oudste "mag dat dan wel?" Mag het wel als het geen wedstrijd is, bedoelt ze. "Of er rijdt een man op een fiets over het spoor, hij rookt een sigaret en net als hij voorbijkomt gaat er een trein voorbij met een sporter erin, mag dat dan wel?" bedenken E. en ik. "Geen wielerronde langs een snackbar", zegt E. Het is de onverdraagzaamheid die ons tegenstaat. We komen erop uit dat het heel gezond is om een beetje verdraagzaam te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten