Deze week deden we een advocaatsmaaktest. Onze oudste houdt van koken en bakken. Het liefst in grote hoeveelheden. Om zichzelf in coronatijd een beetje te vermaken probeert ze allerlei (familie) recepten uit. Eerder had ze een oproep gedaan wie mee wilden doen aan de test. Niet iedereen is in voor advocaat. In de familie-app kwam nog een suggestie om bier te gaan brouwen. Grolsch schijnt een goed recept te hebben. Mijn moeder en mijn beide zussen doen mee aan de test.
Met oogjes
Woensdagavond komt de oudste binnenstormen met een grote koelbox. Ze haalt er twee potjes advocaat en slagroom uit. Op het ene potje zitten roze oogjes en op het andere gele. Ik was alweer vergeten dat woensdag de testdag was. Ben je ook al bij de rest langs geweest?, vraag ik. Ze knikt. "Dan ga ik nu naar huis om de test te starten", zegt ze.
Serieus werk
Het starten van de test verloopt niet helemaal vloeiend. Eerst krijg ik een uitnodiging via Skype. Dat heb ik een tijdje geleden verwijderd, dus dat moet ik eerst weer installeren. Ook bij de anderen loopt het blijkbaar niet soepel, want ze whatsappt ons dat ze ons zo gaat videobellen. Ondertussen start ik met de voorbereidingen, want mijn ervaring leert me dat je testen uiterst serieus moet nemen.
Testopstelling
Ik zet twee identieke glaasjes op tafel. De potjes erachter om misverstanden te voorkomen. Ook heb ik twee identieke lepeltjes. Je wilt tenslotte niet dat er door randverschijnselen een vertekening van de uitslag ontstaat. Mijn telefoon zet ik er in een houdertje achter. Ik ben tevreden. Mijn testopstelling is klaar. Ik proef alvast even van beide. Als de whatsapp video-oproep binnenkomt, ben ik er klaar voor.
In beeld
De rest is al aanwezig. Mijn moeder komt direct vol de ether in vanuit een bijzonder merkwaardige hoek. Ik zie de onderkant van haar gezicht. "We hebben het al op", zegt ze. "Wij kiezen hier voor de roze oogjes." Mijn zussen sluiten direct aan. Ook zij geven de voorkeur aan de roze oogjes. "Ho es even", zeg ik. "zo werkt het niet. We moeten een smaaktest doen. Ik wil meer horen over de textuur, de nasmaak, de kleur, de zoetjes en dergelijke." "Het is zachter" slingert mijn moeder de ether in. "Moeten we niet tegelijk testen en dan stukjes brood tussendoor eten om geen smaakvertekening te hebben? Of een slokje water?", vraag ik. Doordat ik aandring komt er nog enige verdieping in de test. "Die zwarte stippeltjes in de roze oogjes, is dat vanille?", vraagt mijn zus. Ik proef live. En ook ik neig naar de roze. Maar misschien ben ik al beïnvloed door de rest. Ik spuug ook niet in de gele oogjes. We praten nog even na over de afdronk. Ik proef nog een beetje meer. Het ontaardt in dikke pret. "Weet je wat ook lekker is?", zeg ik. "Whiskey".
Brandewijn en jenever
Het is een duidelijke uitslag. De oudste onthult de verschillen: in de ene zit brandewijn, in de andere jenever. In de jenevervariant zit meer suiker en zitten zakjes vanillesuiker. In de brandewijnvariant zit een vanillestokje. En in een van beide zaten meer eieren. Maar ik kan niet meer navertellen in welke. Twee glaasjes advocaat waren alweer een enorme uitdaging voor mijn alcoholtolerantie.
Het was een groot succes. Dus de meeste punten zijn voor de oudste. Het was wel duidelijk dat de testdiscipline nog ver te zoeken was. Daar is nog ruimte voor verbetering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten