zaterdag 9 oktober 2010

Ongeduld


Regelmatig neemt E. een film mee van de bieb. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen: met wisselend succes. Vanavond zaten we paraat voor de Scandinavische film O'Horten. Wat mij betreft geen succes; na drie minuten verveelde ik me al dood. Te weinig tempo, geen spanning en te weinig actie naar mijn smaak.

Maar ik ben dan ook een fan van ziekenhuisseries waar in korte tijd onwaarschijnlijk veel gebeurt. Ooit shockeerde ik een inmiddels gepensioneerde collega met mijn imitatie van het introfilmpje van mijn destijds favoriete ziekenhuisserie ER. Ik rende het kantoor binnen, kroop op mijn knieën op het bureau en gaf een denkbeeldige reanimatie ten beste. Mijn collega is nooit meer helemaal over die imitatie heen gekomen. En dat was alleen nog maar wat er in de eerste seconden gebeurde. In drie minuten was er iemand van de dood gered, hadden we minstens een amputatie gezien, waren ingewanden weer op hun plek gestopt, was een relatie gestart of verbroken en was er een sluimerend personeelsconflict de kop ingedrukt. Voor alle duidelijkheid: het was niet of het een of het ander, maar alles tegelijk. En dan waren er nog tweeënveertig minuten over waarin allerlei andere miraculeuze medische kwesties en relatieperikelen de revue passeerden. Inmiddels kijk ik niet meer naar ER omdat dat me ook verveelt, ik vind het tempo te laag. Tegenwoordig is Grey's Anatomy mijn favoriete ziekenhuisserie.

Sinds ik de veertig ben gepasseerd, lijkt het of mijn geduld steeds verder afneemt. Ik had verwacht dat je naarmate je ouder wordt steeds geduldiger wordt, maar bij mij is dat niet het geval. Als ik niet direct word gegrepen door een film, boek, televisieserie of muziek, dan leg ik het aan de kant. Zo zal er door mijn ongeduld ook veel moois voor mij verloren gaan. Gelukkig blijft er nog genoeg over.

woensdag 20 januari 2010

Een wiebelende kont


"Onze auto schudt met zijn kont.", zeg ik. E. neemt het voor kennisgeving aan en belt de garage. Vandaag kon ik er terecht. "Wat is er aan de hand?", vraagt de baas van de garage. "Onze auto schudt met zijn kont en niet te zuinig ook.", zeg ik. Hilariteit alom in de garage. Zo praat je natuurlijk niet over auto’s. "Kom, dan gaan we eerst een stukje rijden.", zegt de baas van de garage. 

We stappen in, maar rijden alleen het terrein maar af, want dan merkt hij het al wel. "Een kapotte veer of een breuk in het canvas van je band.", zegt hij. "Ik zei toch al dat ‘ie met zijn kont schudde?", zeg ik. "Het is net een cakewalk.", zegt hij als hij de monteurs inlicht. Peter, mijn favoriete monteur helpt me verder. De auto komt op de brug en dan is het snel duidelijk: er zit een breuk in het canvas van de band. Aan de buitenkant ziet de band er nog prima uit, maar hij is niet rond meer en dat zorgt voor die wiebelende kont. "Ik dacht dat ‘ie uitgebalanceerd moest worden.", vertel ik Peter. "Je moet zelf uitgebalanceerd worden.", zegt Peter. Hij noemt me zonder schroom ‘de sloper’, omdat ik ooit een autodeur met metaalmoeheid uit de sponning (zeg je dat eigenlijk wel bij een auto?) heb gerukt. (En nog een aantal andere kleine dingetjes.)

Ik krijg twee nieuwe achterbanden. "Kun je ook nog even rechtsvoor kijken?", vraag ik Peter. "Ik heb het idee dat die veer niet goed meer is. Als ik over verkeersdrempels rij, dan kraakt het een beetje." Volgens E. komt het omdat ik niet rem voor verkeersdrempels. Dat vertel ik Peter ook. Hij loopt alle mogelijkheden na en somt het – om mij een plezier te doen- hardop op. "E. heeft gelijk.", zegt Peter. "Je rijdt gewoon te hard over die drempels. Er is niks mee aan de hand. Misschien zijn de rubbers een beetje droog en hoor je die kraken." Ze bieden me nog een kop koffie aan. Maar dat sla ik af. "Chocolademelk?", vraagt de baas. "Nee, bedankt.", zeg ik. "Thee?", vraagt Peter. "Nee, het is aardig aangeboden, maar ik ga weer." "Dan moet je het zelf weten. We gaan je geen glaasje wijn aanbieden.", zegt Peter. "Nee, want dan zou niet de kont maar de hele auto schudden.", zeg ik. "Stuur de rekening maar naar E.!", zeg ik nog, terwijl ik instap. "Jij hebt het goed geregeld!", klinkt het in koor.

Zo is het: ik kan weer rijden.

woensdag 6 januari 2010

Goooooodmorning Rikki Sakamoto!




Onze oudste is niet van het opstaan. ‘s Avonds krijg je haar met geen stok naar bed en ‘s morgens krijg je haar er met geen stok uit. Daar kan zij zelf niets aan doen. "Dat is mijn biologische ritme mam. Als ik eerder naar bed ga, dan slaap ik toch niet." Dus het heeft geen zin om haar ‘s avonds achter de broek te zitten. Dat is de boodschap die ik nu al een tijdje krijg. "Het is gewoon belachelijk dat ze de school zo vroeg laten beginnen. Pas na de pauze kom ik een beetje op gang." Ze heeft het allemaal nagezocht. Op school is ze bezig om een voorstel te maken voor Commissaris van de Koningin Max van der Berg om hem te laten inzien dat het echt heel onredelijk is dat ze om 8.00 uur moeten beginnen. Een uur of elf zou een stuk beter zijn. "Dan word ik zo tegen een uur of tien spontaan wakker en zo tegen een uur of elf ben ik er dan wel klaar voor." Zelf heb ik geen hoge pet op van het spontaan wakker worden om een uur of tien. "Ik ben bang dat als het allemaal spontaan moet gaan, dat de ochtend toch een dagdeel is waar je niet veel van mee zult krijgen.", zeg ik. Ze grijnslacht om aan te geven dat dat heus niet grappig is.

Alle pogingen om zelf op een tijdstip wakker te worden dat buiten haar biologische ritme ligt, strandden tot nu toe. Zo werkt de wekfunctie op haar telefoon voor ons allemaal, behalve voor haar. Gooooodmornin Rikki Sakamoto, Goooooodmornin Rikki Sakamoto!, Goooooodmornin Rikki Sakamoto! tettert het apparaat eindeloos. Laatst had ze ‘m beneden in de kamer laten liggen. Wij slapen boven aan de andere kant van het huis, waar ik er wakker van werd. Zij kan bovenop haar telefoon liggen en nog niet wakker worden.

Doorgaans roepen wij haar om zeven uur. Meestal komt ze dan om twee minuten voor half acht beneden. Gekleed en gewapend met een haarborstel schuift ze dan aan aan de ontbijttafel, want dat is een van onze huisregels. Afwisselend borstelt ze haar haar en neemt ze een hap of slok. Tussendoor grauwt ze ons nog korte boodschappen toe en dan is ze zo rond twee minuten over half acht klaar voor vertrek.
 
Gisteren komt ze opmerkelijk vroeg beneden. "Jezus, ik had een bijna-dood-ervaring", verzucht ze. Het blijkt dat ze in een keer wakker werd van de ouderwetse rinkelwekker die ze voor haar verjaardag kreeg. Die had ze voor de eerste keer gezet. Haar bijna-dood-ervaring noemen wij gewoon wakker worden. Maar goed: de rinkelwekker werkt dus. Ze is niet alleen opmerkelijk vroeg beneden, maar ze is ook opmerkelijk vrolijk voor dit tijdstip, constateren E. en ik nadat ze is vertrokken. Het is werkelijk een goede morgen voor Rikki Sakamoto. Dan is het nu natuurlijk de vraag of ze ‘m ook nog vaker gaat gebruiken.