Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn zus het vriendschapsbrood Herman. Herman heeft hier 10 dagen op het aanrecht gestaan. Iedere dag moet Herman even aandacht hebben: afhankelijk van de dag even roeren of voederen. Een theedoek erover en zo moet de natuurlijke gisting zijn werk doen. Door Herman te voederen krijg je vijf Hermannetjes- zeg maar gerust vijf gistende kwakjes. Het is de bedoeling dat je een Herman voor jezelf bakt en die kwakjes aan vier vrienden geeft. Dat laatste heb ik niet gedaan, want ik heb maar een vriendin: boezemvriendin. En die doe ik echt geen plezier met een rauw Hermannetje.
Twee weken geleden kwam de eerste Herman tot rijping. Hij liet vier kleine Hermannetjes achter. Die vier kwakjes heb ik ingevroren. De eerste Herman ging de oven in. Ik zou de gebakken Herman cadeau doen aan een lieve collega die wel een vriendschapsbroodje kon gebruiken. Dat vond ik leuker dan een kwakje cadeau doen. Maar helaas, Herman kwam zwartgeblakerd uit de oven. Zoiets cadeau doen stelt de vriendschap natuurlijk teveel op de proef. Dus nam ik iets anders mee en sneed ik de zwarte kanten van Herman 1 weg, zodat er nog een soort megamueslireep overbleef. Dat was nog eetbaar. Maar hier in huis vond het geen gretige aftrek: te zoet, was het commentaar.
Gisteren probeerde ik het weer. Omdat het de vorige keer als te zoet werd beoordeeld, halveerde ik de hoeveelheid suiker. In plaats van amandelen voegde ik nu walnoten toe en om het geheel een beetje een frisse bite te geven versneed ik ook een handjevol gedroogde abrikozen. De oven zette ik iets lager dan aangegeven. En met resultaat: gisteravond kon ik een keurige Herman 2 uit het bakblik laten glijden.
Toch is er hier in huis vandaag niet veel animo om van Herman 2 te eten. Als ik het aanbied, bedanken de kinderen ervoor. Ik proef het wel en ik vind het ook lekker. E. eet er ook een stukje van, maar van harte gaat het niet. Hij doet het vooral om mij een plezier te doen. Dat ligt er wel weer erg dik bovenop. "Nou het is toch wel lekker?", zeg ik tegen E. die zich anders wel te goed doet aan noten- en mueslibroden. "Het staat me gewoon tegen dat het hier eerst veertien dagen op het aanrecht heeft staan rotten.", zegt hij. Tja wat zal ik daar nou op zeggen? Als je er zo tegenaan kijkt, dan lijkt het inderdaad een stuk minder smakelijk.
Zelf ook eens met Herman in de weer? Ik heb nog drie kwakjes in de vriezer staan. Maar je vindt het recept ook op smulweb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten