"De dag is nog niet begonnen of hij is alweer voorbij." E. verwoordt het goed. De dagen vliegen voorbij. Vandaag had ik een vrije dag, maar ook deze dag was weer overvol. Dus stond er vandaag weer patat op het menu. Dat gebeurt aanzienlijk vaker dan voorheen. We zijn dan ook vaste klanten bij de patatboer. We kennen er de ins en outs. Verbaasd zijn we dan ook niet als we zien dat er een nieuwe medewerkster wordt gevraagd. De baas van de cafetaria gelooft namelijk niet in vriendschap met zijn werknemers. Ook het motiverende leiderschap is aan hem voorbijgegaan. Hij loopt eigenlijk altijd op zijn personeel te mopperen met maar één doel: het moet sneller. En met resultaat, want je wordt er altijd snel geholpen. Een van onze favoriete medewerksters kon sneller een bestelling van € 20,- opzeggen dan ik met mijn ogen kon knipperen. Maar er is dus een keerzijde: er is sprake van personeelsverloop. Nou ik er goed over nadenk heb ik haar al een tijdje niet gezien. Dus misschien is de vacature wel ontstaan door haar vertrek.
Met een geurend tasje patat schuiven we aan de al gedekte tafel. "Er is een ding wat ik wel leuk vind aan hier wonen", zegt de jongste. Ze knikt naar haar bord. "Dat is binnenkort weer afgelopen", zeg ik. "Toen we nog in ons eigen huis woonden gebeurde het bijna nooit", zegt ze. Dan zei papa altijd als we patat wilden eten: "Da's een goeie. Ik heb in tijden niet zo gelachen, daar komt niks van in."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten