"Waar denk je aan?" Het is een vraag die E. regelmatig aan me stelt. Hij weet namelijk dat ik altijd wel ergens aan denk. Mijn gedachten staan nooit stil. Ik denk na over de meest uiteenlopende dingen. Tegenwoordig heeft het vaak met de brand en ons nieuwe huis te maken. Soms ook met het werk. Ik vind die constante gedachtestroom prettig. Een enkele keer ontaardt het in malen, maar doorgaans dwalen mijn gedachten onbevangen.
Eerder stelde ik dezelfde vraag ook vaak aan E. "Waar denk je aan?", waarop E. dan antwoordde "Nergens aan." Eerst dacht ik dat E. me gewoon niet wilde vertellen waar hij aan dacht. Later leerde en las ik dat dat typisch mannelijk is. Mannen hebben de gave om nergens aan te denken, die kunnen gewoon zijn. Dus nu stel ik de vraag minder vaak.
Vanmorgen ben ik bezig in onze wasserette. E. ligt nog in bed. Onze wasserette is door gordijnen gescheiden van onze slaapkamer. Tussen de kieren door zie ik E. liggen. En dan zie ik het duidelijk aan hem: hij ligt niet gewoon te liggen, hij denkt aan iets. Als ik hem ernaar vraag bevestigt hij dat. "Dat heb ik nou ook altijd", zeg ik tegen E. "Wat een hel", zegt E, die gehecht is aan zijn gedachteloze staat. 't Is maar wat je gewend bent. Mij bevalt het doorgaans prima.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten