Terwijl ik sta te passen en meten komt een oude bekende voorbij. Hij vraagt me of het ons bevalt in het nieuwe huis. Ik antwoord bevestigend. En dat is ook wel zo, maar het is niet enkel onverdeelde vreugde. Toch vertel ik dat lang niet altijd: je wilt immers niet ondankbaar lijken. Dus ik zeg: "Prima!" "Kist zain woar brand veur helpen wil. Zo'n mooi hoes", zegt hij. Ik ben geshockeerd en weet - geheel tegen de gewoonte in- even niets meer te zeggen. Dat valt hem natuurlijk ook wel op. "Joa zo is t wel", zegt hij en -omdat ik nog steeds weinig tekst heb- loopt hij verder. Even ben ik ontredderd, ik kan het niet anders benoemen.
Ik stap op de fiets en de zin zingt voortdurend door mijn hoofd: Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil. Eigenlijk wilde ik op de markt nog bloemen gaan kopen, maar ik vergeet het helemaal. Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil,
Kist zain woar brand veur helpen wil, Kist zain woar brand veur helpen wil.
Thuis vertel ik het nog steeds ontdaan aan E. "Wat een eikel", zegt E.
Zo zie je maar: in een handomdraai ben je van slachtoffer profiteur. Hij heeft echt geen idee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten