"Oh ja", zegt E. als we de dag gisteren afsluiten. "Je moeder heeft nog gebeld, ook namens je vader." Ze belde naar aanleiding van mijn blog Join the conversation. "Ik moest er iets van zeggen dat je met ongure types aanpapt. Ik heb gezegd dat ik daar geen enkele invloed op heb."
Nou ja, ongure types. Het is waar: de jongen met wie ik maandagochtend toch een heel leuk contact had, begaf zich natuurlijk niet helemaal precies binnen de mazen van de wet. Maar dat maakt hem niet direct tot een foute jongen. Ik laat mijn intuïtie op dat gebied altijd de doorslag geven. En eerlijk is eerlijk: ik heb me wel eens onveiliger gevoeld bij mensen die zich wel aan de alom geaccepteerde normen houden.
Op de een of andere manier vind ik niet zo snel iets vreemd. Daar ben ik me pas van bewust sinds ik naar de middelbare school ga. In mijn jaar ging ik als enige uit het dorp naar mijn middelbare school. Als het kon fietste ik met de groep uit het dorp, maar het gebeurde ook regelmatig dat ik alleen fietste door het kale Groninger land. Dat vond ik nooit vervelend. Als ik het eerste uur vrij was en ik alleen fietste, dan was het vaste prik: een oudere man kwam me achterop fietsen. Hij fietste zo'n 10 kilometer met me mee tot ik op school was. En ondertussen praatte hij dan tegen me aan. Geen vrolijke verhalen: lugubere verhalen over de streken die zijn foute zoon uithaalde. Of die zoon ook echt bestond weet ik niet. De verhalen die hij vertelde hoor je eigenlijk niet te vertellen aan een meisje van een jaar of dertien, veertien. Op een zeker moment zal ik het mijn moeder verteld hebben. "Jij weet toch wel dat dat niet normaal is?", zei mijn moeder tegen me. Dat wist ik wel, maar ik heb me nooit onveilig gevoeld.
Volgens mij is het aangeboren. En wat mijn vader en moeder ook zeggen: het zit vast ergens in mijn genenpakketje. En E. heeft natuurlijk gelijk: hij heeft er geen enkele invloed op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten