's Woensdags ben ik vrij. Zo ook vorige week woensdag.
Meestal is het huis E's domein, omdat hij zijn kantoor aan huis heeft. Dan is
hij dus altijd degene die de deur opendoet. Deze keer deed ik het
nietsvermoedend. Voor de deur staat een jongetje van een jaar of acht. Achter
hem staat een vrouw met een wandelwagen. Zijn moeder, veronderstel ik. Het
jongetje heeft een blad op zijn arm liggen alsof het een baby is. Een blik erop
vertelt me dat het de Wachttoren is. Het zijn dus Jehova's getuigen.
Vol vuur begint het jongetje met zijn verhaal.
"Wat vindt u van de armoede in de wereld?" Het is nogal een grote
vraag voor zo'n klein jongetje. "Helemaal eerlijk is het niet he?",
zeg ik. "Wat wilt u doen aan het oplossen van de armoede?" "We
zouden alles een beetje beter kunnen verdelen", zeg ik – zonder het
gesprek echt aan te willen gaan. En dan wil hij mij natuurlijk vertellen over
zijn oplossing. Ik vind het vervelend om zo'n klein jongetje voor het hoofd te
stoten, dus ik formuleer het voorzichtig. "Nou, ik denk dat ik wel
ongeveer weet wat je me wilt vertellen. En ik vind het heel dapper van je dat
je bij me langskomt om me jouw verhaal te vertellen, maar ik heb er nou eenmaal
een andere kijk op, dus voor mij hoeft dat niet. Maar ik wens je veel
succes." Hij doet een stap terug. Zijn moeder knikt me vriendelijk toe. Ik
heb hem netjes afgehouden.
Ik heb er grote moeite mee dat kinderen op deze manier
worden ingezet. Het is onder Jehova's getuigen een bekend fenomeen. Ze zetten
die kinderen juist in, omdat je die niet te hard wilt aanpakken. Dat geeft je
zelf een onaangenaam gevoel, want wie weet welke schade je aanricht bij zo'n
kind. En zo wordt het verhaal je eigenlijk opgedrongen. En ook dat geeft je dan
geen goed gevoel. Je bent namelijk opgevoed om mensen netjes te behandelen,
maar ook om voor jezelf op te komen. Kortom: tenzij je er echt op zit te
wachten, hou je aan zo'n bezoek van Jehova's getuigen eigenlijk altijd een
vervelend gevoel over. Met het jongetje heb ik medelijden. Geen kind zou zoiets
zelf bedenken. Het was vorige week bovendien pinkstervakantie en dat is toch geen
vakantiebesteding voor een achtjarige?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten