De kogel is definitief door de kerk: we moeten tot ons
67e blijven werken. Het maakt niet veel indruk op me, ik kan me ook niet voorstellen
hoe het is om helemaal niet meer te werken. Het duurt sowieso nog lang voor het
zover is. E. en ik hebben het erover. "Ik las in de krant dat de kans
groot is dat er binnen tien jaar een bacterie een waar slagveld aan zal
richten. Die bacteries worden namelijk resistent tegen penicilline." Dus
voor hetzelfde geld halen we die 67 niet. "De farmaceutische industrie kan
op zich een ander middel ontwikkelen, maar dat doen ze niet omdat het
financieel niet uit kan.", zeg ik. Ik lees het nu in de krant, maar het is
niet de eerste keer dat ik het hoor. "Dat is toch eigenlijk crimineel: dat
je zoiets ergs kunt voorkomen en het dan niet doet omdat het geen geld
oplevert", zeg ik tegen E. E. is het met me eens. "Ik vind dat daar
ook een rol voor de overheid ligt.", zegt hij. "Of voor de
wereldgezondheidsorganisatie", zeg ik.
Het lijkt er echter niet op dat een van deze partijen
zich hier in gaat mengen. En ook al zouden ze dat nu doen, dan zou het
hoogstwaarschijnlijk toch te laat zijn, zo tekent ons dagblad op uit de mond
van een specialist. De overheid is op dit moment namelijk druk met andere
zaken: ze bereiden forse bezuinigingen voor op zaken als de gezondheidszorg en
cultuur. Het stemt mij niet vrolijk. Ik zou niet trots op mezelf zijn als ik
deze regering mee in het zadel had geholpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten