Dat is een pikolpanzarl. Dat is een komparteilam. Dat is een talimanei. Dat is een kantamulie. Nee, ik leer geen esperanto. Het is ook geen andere vreemde taal. Deze woorden bestaan niet. Het zijn verzinsels. Ik krijg ze aangeboden via het Meertens Instituut. Die doen namelijk een onderzoek naar klemtoongebruik in Nederland. Ik moet aangeven hoe ik de klemtoon zou leggen, zodanig dat het volgens mij het meest Nederlands klinkt. Het duurt ongeveer een kwartier om mee te doen aan het onderzoek. Ik vind het leuk.
Als je zoals ik in het Noorden van het land woont, dan weet je natuurlijk dat er veel verschil is in klemtoongebruik. Het is hier namelijk vergeven van de Friezen en die leggen de klemtoon op geheel eigen wijze zal ik maar zeggen. Niet zoals wij Groningers dat doen. Neem nou de plaats Hoogkerk. Een echte Groninger weet hoe het hoort: je zegt Hoogkerk. Juist, met de klemtoon op kerk. Maar geef ze de kost eens die zeggen Hoogkerk, met de klemtoon op Hoog. Een ding weet je dan in ieder geval: dat zijn geen Groningers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten