De afgelopen drie jaar nestelen er
scholeksters bij onze buren op het platte dak. Ik vind het wel wat hebben, maar
de buren zijn er minder blij mee. Begrijpelijk, want ze nestelen boven hun
slaapkamer. Als het gaat schemeren dan vliegen ze schreeuwend over straat. Ook
's morgens vroeg hoor je ze. Het zijn weidevogels, maar de hondenuitlaatstrook
hiervoor vinden ze duidelijk weide zat. En een scholeksterpaar kiest elk jaar
dezelfde plek om te nestelen. Ze zijn heel territoriumtrouw, lees ik in
Wikipedia, ook als de omstandigheden moeilijker worden. (Lees: je krijgt ze ook met
grof geweld niet van dat dak). Oh ja, en ze kunnen dertig jaar oud
worden. Dus die scholeksters houden we hier nog wel even.
Vreemde keuze, dat wel. Er zijn meer
vogels die hun heil in een stedelijke omgeving zoeken. Laatst zag ik laat op de
avond een prachtige documentaire over reigers in Amsterdam. Dat schijnt bijna
een plaag te zijn. Ze stellen zich op naast vissers en pikken zo een visje mee.
Of ze wachten tot ze gevoerd worden door de grijze golf in de hoofdstad. In de
documentaire werd een oudere vrouw gevolgd, die haar vriezer vol had gestampt
met kippenvleugels. Die voerde ze aan de reigers. Er waren al drie rechtzaken
tegen haar aangespannen, omdat de vogels overlast veroorzaken, maar ze blijft
ze voeren. Inmiddels ziet ze nog maar met één oog, want een gretige reiger zag
haar net even voor een kippenvleugeltje aan. En reigers pikken hun prooi in het
oog. Geldboetes, een blind oog, het doet er allemaal niet toe. Ze blijft ze
voeren. De stadsreigers zijn ondertussen het vissen volledig verleerd.
Je bent in de verleiding om te
zeggen: ze zijn gewoon de weg kwijt, ze zijn van slag. Maar misschien is het
gewoon een slimme overlevingsstrategie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten